Zijn zonnevlekken de reden dat ster KIC 8462852 regelmatig in helderheid afneemt?

Al jaren zitten astronomen op het puntje van hun stoel als het gaat over de ster KIC 8462852. Regelmatig neemt de helderheid van de ster flink af. Onderzoeker Peter Foukal komt met een alternatieve verklaring. Misschien dat de ‘flux’ van de ster verstoord wordt door magnetische activiteit.

Het mysterie rondom KIC 8462852, oftewel Tabby’s ster, begint in oktober 2015. Ruimtetelescoop Kepler heeft de blik gericht op de ster KIC 8462852 in de hoop er getuige van te zijn dat de helderheid van de ster regelmatig een pietsje afneemt. Dat kan namelijk wijzen op de aanwezigheid van een planeet die rond de ster cirkelt. En jawel, Kepler ziet de helderheid van de ster afnemen. Maar de ‘dipjes’ in helderheid zijn heel vreemd. Zo zijn ze onregelmatig, zowel qua timing als qua grootte. In een paar maanden tijd neemt de helderheid van de ster met wel 15 tot 22 procent af. Dat zijn abnormale fluctuaties in helderheid. Ter vergelijking: als een exoplaneet voor een ster langs beweegt, houdt deze maar een fractie van het sterlicht tegen.

Buitenaardse megastructuur?
Ook in mei werd er een dipje gemeten. In een paar dagen tijd liep de helderheid met zo’n drie procent terug. Hoe komt dit? Er wordt van alles geopperd: het licht zou zo af en toe worden tegengehouden door een planetaire botsing of een zwerm exokometen. De spannendste verklaring? Een door aliens gebouwde megastructuur rond de ster. “Als een buitenaardse beschaving iets zou bouwen, dan zou dit overeenkomen met de data die we nu zien,” vertelde astronoom Jason Wright daar eerder over.

Zo zien zonnevlekken er op de zon uit. De zonnevlekken op de linkerfoto zien er klein uit, maar de aarde past er gemakkelijk in zijn geheel in. Rechts een ingezoomde foto van een zonnevlek.

Verstoorde flux
In een nieuw paper in The Astrophysical Journal Letters komt wetenschapper Peter Foukal met een alternatieve verklaring: de ster heeft te maken met een verstoorde flux. De flux is een term in de sterrenkunde die staat voor de hoeveelheid energie die door een ster per vierkante meter en per seconde in een golflengte-interval van één nanometer wordt uitgestraald. Een felle grote ster als Sirius heeft een grotere flux dan een gemiddelde ster als de zon. De zon straalt weer veel meer energie uit dan een rode dwerg, zoals Proxima Centauri. De flux van een ster is normaal gesproken vrij constant. Een ster is wat dat betreft vrij betrouwbaar. Gelukkig maar, want anders zou het klimaat op aarde sterk variëren: het ene jaar een ijstijd, het andere jaar extreem warm.

Zonnevlekken
Toch kan de flux verstoort worden, bijvoorbeeld door magnetische activiteit. De zon geeft continu warmte af. Hete gasbellen stijgen op naar het oppervlak, wat convectie wordt genoemd. Wanneer er een verstoring plaatsvindt in het magnetische veld van de zon, dan kunnen hete gasbellen de fotosfeer niet bereiken. Hierdoor ontstaan er lokaal koele gebieden: zonnevlekken. Door de ogen van een zonnetelescoop zijn deze vlekken duidelijk te zien als donkere sproetjes op het egale gele oppervlak. Omdat de hete gasbellen geblokkeerd worden, wordt de hitte intern opgeslagen. De ster geeft dan minder licht af. Pas wanneer de zonnevlek weg is, komt de hitte weer vrij. Hierdoor lijkt de zon tijdelijk helderder dan normaal.

Het is heel goed mogelijk dat de flux van Tabby’s ster verstoord wordt door gigantische zonnevlekken, waardoor de helderheid twintig procent afneemt. Foukals modellen bevestigen dat dit mogelijk is.

Unieke ster?
Stel dat dit waar is en de theorie van Foukal klopt, waarom hebben wetenschappers dan maar één ster gevonden met van die gekke dipjes? Als het een natuurlijk proces is, dan moeten we het toch bij meer sterren zien? Foukal geeft toe dat het proces bij meer sterren te zien moet zijn, maar dat Tabby’s ster in de dataset van Kepler vrij uniek is. Zo is de ster één van de hetere objecten die Kepler heeft geobserveerd. Daarnaast kan het zijn dat de ster op het punt staat om te sterven. Misschien is het wel een combinatie van die twee?

Kortom, eigenlijk is het mysterie nog steeds niet opgelost, maar langzamerhand verdwijnen wel de meest extreme theorieën (buitenaardse beschaving) en komen er aannemelijke nieuwe theorieën voor terug. Wellicht dat we ooit een antwoord krijgen als nieuwe supertelescopen (European Extremely Large Telescope, James Webb, etc.) dit object observeren. Laten we het hopen!

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd