Sociale media een giftig moeras? Niet tijdens crisissituaties, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Cambridge.
Wie een blik werpt op X, Instagram of Facebook ziet al snel verhitte discussies, haatreacties en beledigingen. Platforms die ooit bedoeld waren om mensen dichter bij elkaar te brengen, worden tegenwoordig vaak ervaren als een giftig moeras. Onderzoek laat zien dat negatieve emoties en conflicten sneller viraal gaan dan positieve berichten. Toch gebeurde er iets opmerkelijks op 13 juli. Toen Donald Trump, destijds nog campagnevoerend, een aanslag overleefde, verdween de online vijandigheid tijdelijk naar de achtergrond. In plaats van ruzie overheerste solidariteit en saamhorigheid.
Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Cambridge in het Verenigd Koninkrijk. Psychologen verwachtten dat woede en boosheid de boventoon zouden voeren na zo’n extreme gebeurtenis. Het tegenovergestelde bleek waar. Positieve emoties, zoals een gevoel van verbondenheid, doorbraken de vijandigheid. Wel trad dit effect pas op na een schok die de gemeenschap bedreigde. De aanslag op Trump zorgde ervoor dat solidariteit binnen de groep de motor werd van online viraliteit. Eenzelfde verschuiving werd zichtbaar toen Joe Biden op 21 juli zijn kandidatuur voor het presidentschap neerlegde.
62.000 posts voor en na de gebeurtenis
Het onderzoeksteam analyseerde 62.000 posts van Amerikaanse politici, commentatoren en mediabedrijven, voor en na deze gebeurtenissen. “We wilden begrijpen welke soorten inhoud viraal gingen onder Republikeinen en Democraten tijdens deze periode van hoge spanning voor beide groepen”, zegt Malia Marks, promovendus Psychologie in Cambridge en hoofdauteur van de studie. De resultaten verschenen in Proceedings of the National Academy of Sciences.
Kloof werd niet per se overbrugd
Hoewel de online toon milder werd, betekende dit niet dat de kloof tussen de groepen werd overbrugd. De onderzoekers zagen vooral versterkte positieve gevoelens binnen de eigen kring. Zo bedankte evangelist Franklin Graham God dat Trump nog in leven was, terwijl Fox News-commentator Laura Ingraham schreef: “Bloedend maar ongebogen, Trump wordt genadeloos aangevallen en blijft toch sterk staan voor Amerika. Dit is waarom zijn volgers hartstochtelijk loyaal blijven.”
Cijfers
De cijfers lieten een duidelijke trend zien. Na de aanslagpoging kregen Republikeinse berichten die eenheid en een gedeelde identiteit benadrukten 53 procent meer betrokkenheid dan posts die dat niet deden. Dat betekende een stijging van 17 procentpunten ten opzichte van de dagen ervoor. Berichten waarin Democraten werden aangevallen kregen juist 23 procent minder interactie. Een vergelijkbaar patroon werd zichtbaar bij het vertrek van Biden. Democratische berichten die solidariteit benadrukten kregen maar liefst 91 procent meer interactie. Veel gebruikers prezen zijn visie, normen, waarden en leiderschap, en noemden hem “een van de presidenten die het meest voor de arbeiders opkwam.”
“Wij wisten niet of politieke, in plaats van existentiële, crisissen ook solidariteit konden teweegbrengen in een zo diep verdeeld land”, zegt Jon Roozenbeek, docent psychologie aan Cambridge en seniorauteur van de studie. “Maar zelfs hier zagen we dat groepssolidariteit toenam zodra het leiderschap werd bedreigd. In tijden van crisis kan ‘in-group love’ belangrijker zijn dan ‘out-group hate’.”
Ook na de Russische inval in Oekraïne
Eenzelfde mechanisme werd eerder vastgesteld na de Russische inval in Oekraïne in 2022. Ook toen kregen berichten waarin solidariteit centraal stond aanzienlijk meer interactie: 92 procent meer op Facebook en 68 procent meer op Twitter. Berichten die vijandigheid richting Rusland uitstraalden, leverden nauwelijks extra betrokkenheid op.


