Het laat zien dat deze slimme en fascinerende beestjes meer op ons lijken dan de meeste mensen denken.
Mensen kunnen redelijk goed inschatten hoe druk het geliefde bakkertje op de hoek op een bepaald tijdstip is. Als we denken dat het hier druk zal zijn, zullen velen ervoor kiezen om elders een broodje te halen. Nu hebben onderzoekers ontdekt dat ook mieren begrijpen dat sommige voederplaatsen vol kunnen raken. En alsof dat nog niet indrukwekkend genoeg is, blijkt dat mieren deze voederplaatsen ook nog eens mijden, als ze denken dat daar inderdaad veel soortgenoten naartoe zullen gaan.
Mieren zijn erg georganiseerde, slimme en fascinerende diertjes. Ze hebben hun eigen regels, rangorde en taken. En ondanks hun kleine voorkomen, is hun rol in de natuur bijna niet te overschatten. Zo helpen ze bijvoorbeeld schadelijke insecten te bestrijden. Daarnaast verplaatsen ze per hectare tot wel 13 ton grond per jaar. Op die manier hebben ze een grote invloed op de voedingsstoffenkringloop en spelen ze een beslissende rol in de verspreiding van zaden. Hoeveel mieren onze aarde telt? Duizelingwekkend veel, zo ontdekten onderzoekers. Volgens een recente schatting bestaat de wereldwijde mierenpopulatie uit 20 x 10^15, oftewel 20 biljard exemplaren. Dat is een 20 met 15 nullen!
Niemand vindt het leuk om in de rij te staan. Het is een verspilling van onze tijd – en dus proberen we dit waar mogelijk te voorkomen. Stel je voor dat je favoriete lunchplek een klein bakkertje aan het einde van de straat is. Onderweg ernaar toe, lopen veel mensen met broodjes je tegemoet. Als je echt honger hebt, denk je misschien: ‘oh, het is er waarschijnlijk behoorlijk druk, misschien ga ik vandaag maar ergens anders heen’.
Honingdauw
Mieren kunnen hetzelfde probleem ervaren. Ze voeden zich met name met honingdauw, een heldere nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door veel soorten blad- en schildluizen. Maar kleine groepjes bladluizen produceren slechts kleine beetjes honingdauw. En als het eenmaal is opgegeten, duurt best lang voordat de luizen opnieuw honingdauw afgeven.
Experiment
Het bracht onderzoekers op een idee. “Ik vroeg me af,” begint onderzoeker Laure-Anne Poissonnier, “als bepaalde voederplaatsen slechts beperkte ruimte hebben en het er druk kan worden, zullen mieren dan ook proberen om deze plekken te vermijden, zelfs als het hun geliefde stekkie is?” Om dit te testen vervaardigden de onderzoekers speciale voederbakken. De ene voederbak was uitgerust met veel gaten, waardoor veel mieren tegelijkertijd konden eten. Bij de andere voederbak was er slechts genoeg ruimte voor één mier. Vervolgens lieten ze de mieren weten dat er ergens anders nóg een voederbak te vinden was.
Hongerige mieren
De onderzoekers observeerden wat er vervolgens gebeurde. En dat leidt tot een verrassende ontdekking. Toen de hongerige mieren op zoek gingen naar voedsel, ontmoette de helft van hen een heleboel mieren die terugkwamen uit hun eerste, favoriete voederbak. De andere helft ontmoette geen enkele soortgenoot. Als de hongerige mieren de vorige keer uit de voederbak met veel gaten hadden gegeten, of deze keer geen andere soortgenoten tegenkwamen, gingen ze rechtstreeks naar hun favoriete voederbak. Maar als de hongerige mieren de vorige keer bij de voederbak waar er slechts ruimte is voor één mier hadden gegeten en nu veel andere mieren tegenkwamen, gebeurde er iets opvallends. In dit geval leken ze de drukte te kunnen voorspellen en vervolgens te vermijden, door naar de alternatieve voederbak te wandelen.
Drukte
“Het gekke is niet eens dat de mieren tijdens de spits de drukke voederplaatsen mijden,” zegt onderzoeker Tomer Czaczkes, die ook aan de studie, die in het vakblad PNAS is gepubliceerd, meewerkte. “Dat is logisch. De echte vraag is: hoe weten ze dat de voerbak vol kan raken?” De mieren hebben de voederplaatsen nooit eerder in hun leven gezien en hebben nooit eerder te maken gehad met drukte. Toch bedachten ze zich dat er bij de ene voederbak slechts beperkte ruimte is en dat ze daar misschien zouden moeten wachten. Vervolgens kozen ze voor het alternatief.
“Het suggereert dat de mieren een zeer diep begrip hebben van hoe de wereld werkt,” zegt Poissonnier. “Ze lijken meer op ons dan de meeste mensen denken.”