Bij een archeologische opgraving in Wyoming, op een plek waar 13.000 jaar geleden een mammoet werd geslacht, is een opmerkelijke ontdekking gedaan. Archeologen hebben bewijs gevonden dat de vroegste bewoners van Noord-Amerika naalden maakten van de botten van pelsdieren.
Onder leiding van archeoloog Spencer Pelton van de University of Wyoming ontdekten de wetenschappers dat mensen in de oude steentijd (tussen de 2,5 miljoen en 10.000 jaar geleden) in staat waren om naalden te maken van de botten van verschillende soorten pelsdieren. Ze vingen onder andere vossen, hazen en konijnen op ingenieuze wijze. Maar ook roofdieren zoals rode lynxen, poema’s, ‘normale’ lynxen en mogelijk zelfs de uitgestorven Amerikaanse cheeta waren niet veilig voor de oerindianen. Deze naalden werden hoogstwaarschijnlijk gebruikt om winterkleding te maken van de warme pels van de dieren.
13.000 jaar oude haute couture
“Wij zijn de eersten die de diersoorten en specifieke botten identificeren waar de paleo-indianen naalden van maakten”, schrijft het team in vakblad PLOS ONE. De bevindingen laten weinig aan de verbeelding over. “Het kan bijna niet anders dan dat deze naalden gebruikt zijn om op maat gemaakte winterkleding te maken om de extreme kou te trotseren. Hierdoor was de mens eindelijk in staat om zich verder naar het noorden te verspreiden en de verre uithoeken van Noord-Amerika te koloniseren.”
De opgravingen vonden plaats op de LaPrele-site in Converse County, Wyoming. Daar zijn onder andere de resten gevonden van een jongvolwassen mammoet, die indertijd waarschijnlijk gedood is door de lokale bewoners. Het zou ook kunnen zijn dat het dier al dood was en dat de mensen op het karkas stuitten. Hoe dan ook, bij dit kamp – dat bewoond werd ten tijde van de mammoetslachting – ontdekten de archeologen ook een kralensieraad, gemaakt van een hazenbot. Dit is een ornament van onschatbare waarde: het is de oudste kraal die ooit in Amerika uit de grond is gehaald.
Hypermoderne scantechnieken
De identificatie van de botnaalden en kralen is mogelijk gemaakt met behulp van geavanceerde technieken zoals micro-CT-scans. Daarbij is collageen uit de oeroude botten gehaald, waarna de chemische samenstelling is geanalyseerd om vast te stellen van welke dieren de materialen afkomstig zijn. Het team onderzocht in totaal 32 naaldfragmenten. De conclusie is dat ze afkomstig zijn van botten van onder andere rode vossen, poema’s, lynxen en hazen. De uitkomsten zijn bijzonder: het is de eerste keer dat een dergelijk diepgaand onderzoek naar botnaalden is uitgevoerd.
Eerder onderzoek toonde al aan dat onze voorouders die in koude klimaten leefden, kleding maakten met nauwkeurig gestikte naden. Hoewel er weinig direct bewijs van het bestaan van deze kleding is, wijzen vondsten zoals botnaalden en overblijfselen van pelsdieren indirect op de oeroude kledij. Ze hadden nu eenmaal niet de beschikking over een straalkacheltje tijdens een gure februarinacht in Wyoming. “Vanaf het moment dat mensen beschikten over goed gemaakte kleding, konden ze hun leefgebied uitbreiden naar gebieden waar kou voorheen een dodelijke bedreiging vormde”, verwoorden Pelton en zijn collega’s het treffend.
Pelsdieren: niet alleen voor voedsel
Hoe kwamen de mensen van de LaPrele-site aan de pelsdieren? Volgens de onderzoekers vingen ze die waarschijnlijk door vallen te zetten en deden ze dit niet per se voor de voedingswaarde van de ongelukkige dieren, maar vooral voor hun bont. “Onze bevindingen herinneren ons eraan dat jagers-verzamelaars dierlijke producten vaak voor heel andere doeleinden gebruikten dan alleen voeding”, schrijven de onderzoekers. “De aanwezigheid van dierlijke botten op een archeologische site hoeft dus niet altijd op een feestmaal te wijzen. Het bewijs laat zien dat vroege paleo-indianen in Noord-Amerika ook in staat waren om pelsdieren te vangen, waarschijnlijk met behulp van ingenieuze vallen. Dit geeft ons een van de meest gedetailleerde kijkjes in de kleermakerij van deze vroege bewoners tot nu toe.”
De analyse van de vondsten op de LaPrele-site werpt een fascinerend nieuw licht op het leven van de eerste mensen die het Noord-Amerikaanse continent bewoonden. Hun innovatieve gebruik van dierenmaterialen blijkt cruciaal te zijn geweest voor hun overleving in een ongenadig klimaat.