Je vraagt jezelf misschien weleens af hoe ze het doen, die mensen die altijd de juiste andere mensen lijken te kennen en zo moeiteloos hogerop komen. Dat heeft niet zoveel met populariteit te maken als je misschien denkt. Er is een sociale superkracht die een grotere rol speelt.
Volgens nieuw Amerikaans onderzoek beschikken invloedrijke mensen over een opvallende vaardigheid: ze zijn uitzonderlijk goed in het in kaart brengen van hun sociale netwerk. Deze zogeheten ‘sociale superkracht’ stelt hen in staat om zich slim door sociale structuren te bewegen en uiteindelijk een centrale, invloedrijke positie in te nemen.
“Mensen verschillen aanzienlijk in hoe goed ze de structuur van hun sociale omgeving begrijpen”, aldus onderzoeker Oriel FeldmanHall, universitair hoofddocent cognitieve en psychologische wetenschappen aan Brown University. “Ons onderzoek laat voor het eerst zien dat mensen die uitblinken in het in kaart brengen van hun sociale netwerk, die dus goed kunnen bepalen wie bij welke groep hoort, degenen zijn die uiteindelijk het meest invloedrijk worden in dat netwerk.”
Niet het aantal vrienden, maar hoe je verbonden bent
De studie werpt nieuw licht op hoe invloed ontstaat. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, draait het niet om het aantal vrienden dat iemand heeft. “Wat telt zijn je connecties met andere goed verbonden mensen”, legt medeonderzoeker Isabella Aslarus uit. “Deze krachtigere sociale banden leveren allerlei voordelen op die samen optellen tot wat wij ‘invloed’ noemen.”
Die voordelen variëren van een positievere indruk bij anderen tot het daadwerkelijk sturen van gedrag en uitkomsten binnen een groep. “Deze mensen hebben invloed op het gedrag van anderen en zijn beter in het verspreiden van informatie binnen hun netwerk, een kracht die al wordt benut in interventies tegen pesten en ter bevordering van de volksgezondheid”, zegt Aslarus.
Een netwerk in ontwikkeling
Om inzicht te krijgen in hoe mensen invloedrijke posities verwerven, bestudeerden de onderzoekers een complex, veranderlijk en echt sociaal netwerk: eerstejaarsstudenten aan Brown University. “Als studenten op de campus aankomen, hebben ze nog geen vrienden”, legt FeldmanHall uit. “Maar tegen de kerstvakantie hebben ze al een rijk sociaal leven opgebouwd met vriendschappen die ontstaan en ook weer verwateren. Door studenten te onderzoeken in drie eerstejaarsstudentenflats kon mijn team een geheel nieuw sociaal netwerk volgen terwijl het zich ontwikkelde.”
Ongeveer tweehonderd studenten deden vrijwillig mee. Verspreid over het academisch jaar ondergingen zij zes metingen. Tijdens elk meetmoment kregen ze een vriendschapsenquête, waarin ze aangaven wie hun vrienden waren binnen de onderzoeksgroep. Op basis van deze gegevens maakten de onderzoekers grafieken die de sociale netwerken visueel weergaven.
Wie centraal stond in de grafiek, had de meeste connecties met andere goed verbonden studenten. Aan de randen stonden studenten met minder sociale banden. Opvallend was dat degenen die in het begin in het centrum van het netwerk stonden, aan het eind van het jaar vaak waren vervangen door anderen.
Hoe verwerf je een centrale positie?
Wat verklaart die verschuiving? De sleutel ligt volgens de onderzoekers in de manier waarop studenten hun netwerk begrijpen. Daarvoor gaven ze de deelnemers een tweede opdracht: de network knowledge task. Daarbij kregen studenten steeds twee foto’s van medestudenten te zien en moesten ze aangeven of die twee vrienden waren. Zo konden de onderzoekers nagaan hoeveel inzicht iemand had in de vriendschappen binnen de hele groep, dus ook buiten hun directe vriendenkring.
De resultaten waren duidelijk: de studenten die aan het eind van het jaar als invloedrijk golden, bleken het beste inzicht te hebben in de structuur van het netwerk. Ze wisten wie tot welke groep behoorde, ook als ze die mensen zelf nauwelijks kenden. “Deelnemers zeiden ons vaak dat ze het gevoel hadden maar een beetje te raden wie met wie bevriend was”, zegt Aslarus. “Maar in werkelijkheid zijn sommige mensen opvallend scherpzinnig als het gaat om de structuur van hun sociale omgeving. En mettertijd stelt dat inzicht hen in staat om centraal in die omgeving terecht te komen.”
Een sociale kaart als succesformule
De studie laat zien dat invloedrijk worden geen kwestie is van extraversie of simpelweg ‘veel vrienden maken’. Wat telt is het vermogen om patronen en verbindingen te zien, dus om een mentale kaart te maken van het sociale landschap om je heen. Wie dat goed kan, weet wie belangrijk is, waar de lijntjes lopen en hoe je jezelf strategisch door dat landschap beweegt.
Dat inzicht kan verregaande gevolgen hebben, van persoonlijke relaties tot professionele netwerken. Invloed, zo blijkt, is niet zozeer een kwestie van charisma, maar van cognitieve strategie. Of zoals FeldmanHall het verwoordt: invloedrijke mensen beschikken over een sociale superkracht, eentje die je misschien niet meteen ziet, maar die wel superkrachtig is.