Een van de redenen waarom we zo dol zijn op onze hond of poes is hun zachte, knuffelige vacht. En die blijkt nu ook nog eens reuzenuttig voor de politie. Eén haar van je favoriete huisdier op de kleding van een crimineel is genoeg om hem op te sporen. Het forensisch onderzoek van de politie zou er zomaar een stuk makkelijker door kunnen worden.
Het probleem met uitgevallen haren was altijd dat bijna alle genetische gegevens in het haarzakje zitten en dat blijft normaal gesproken in het lijf van het huisdier achter. Maar nu is er een nieuwe DNA-techniek die toch nog een mooie hoeveelheid DNA-materiaal uit een kattenhaar zonder haarzakje kan wringen. Waarschijnlijk kunnen verdachten zo binnenkort veel vaker aan het slachtoffer of de plek van het misdrijf gekoppeld worden.
Bijna de helft heeft huisdier
Voor wie nu denkt: lang niet iedereen heeft een huisdier. Dat valt mee. In bijna 50 procent van alle Nederlandse huishoudens lopen, zwemmen of vliegen een of meer huisdieren rond, blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren. In 3,8 miljoen huishoudens leven in totaal meer dan 27 miljoen huisdieren, waarvan 2,9 miljoen katten, 1,7 miljoen honden, 15,9 miljoen vissen, 2,4 miljoen zang- en siervogels, 1,2 miljoen postduiven, 1,5 miljoen kippen, eenden en ganzen, 600.000 konijnen, 500.000 knaagdieren, 300.000 reptielen en 200.000 pony’s en paarden. Het percentage huishoudens met een of meer katten (23,4 procent) is het grootst, gevolgd door huishoudens met een hond (17,8 procent).
Onverwachte mogelijkheden
Al die katten- en hondenharen op de bank, op kleding en op de vloer zijn echt een crime om schoon te maken – de gemiddelde kat verliest duizenden haren per jaar. Maar het loslaten van de vacht biedt tegelijk interessante mogelijkheden. Huisdiereigenaren en bezoekers ontkomen er niet aan dat er bewijs achterblijft van het harige beest op je kleding of andere spullen. En dat kan in combinatie met de nieuwste DNA-technieken wel eens de perfecte manier zijn om criminelen in de kraag te vatten, schrijven onderzoekers van de University of Leicester.
Mitochondriaal DNA
Het team beschrijft een geavanceerde methode waarbij verrassend gedetailleerd genetisch materiaal uit een enkele uitgevallen kattenhaar gehaald kan worden, ook al zit er geen haarzakje aan vast. “De haaruitval van je kat bevat geen haarzakje, dus er zit erg weinig bruikbaar DNA-materiaal in een achtergebleven kattenhaar. Hierdoor kunnen we alleen het mitochondriale DNA analyseren, wat van de moeder op de nakomelingen wordt overgedragen. Dit mitochondriale genetische materiaal wordt gedeeld door alle katten die dezelfde moeder hebben”, legt hoofdonderzoeker Emily Patterson uit het Britse Leicester uit. Dit betekent dat het DNA uit een kattenhaar niet gebruikt kan worden om een individuele kat mee te identificeren. Het is daarom cruciaal om deze relatief beperkte genetische informatie in een forensische test te kunnen maximaliseren.
Tienmaal nauwkeuriger
De onderzoekers zijn echter niet voor één gat te vangen. Met hun baanbrekende nieuwe methode zijn ze nu in staat om de volgorde (of sequentie) van het volledige mitochondriale DNA te bepalen. Zo kunnen ze een tien keer groter onderscheid maken dan mogelijk was met de traditionele methode, waarbij slechts naar een kort DNA-fragment kon worden gekeken. “In een eerder moordonderzoek voerden we de oude techniek uit. We hadden toen de mazzel dat de kat van de verdachte een vrij zeldzame mitochondriale variant had. Veel kattensoorten zijn met de traditionele methode echter niet van elkaar te onderscheiden. Maar met de nieuwe techniek wel. Daarbij heeft bijna elke kat een eigen zeldzaam DNA-type. Dit betekent dat de test zo goed als altijd een nuttige uitslag oplevert voor het forensisch onderzoek, als er kattenharen op de spullen van een verdachte worden gevonden”, legt genetisch bioloog Jon Wetton uit.
Waardevol als bewijs in strafzaken
De onderzoekers hebben de nieuwe methode met succes getest door DNA, verkregen uit het stoffelijk overschot van een vermiste vrouwtjeskat, te vergelijken met een haar van een van haar overlevende mannelijke nakomelingen. “In strafzaken waar geen menselijk DNA is aangetroffen, zijn haren van huisdieren een waardevolle bron om bewijslast op te bouwen. Door onze methode is dit een veel betere optie geworden. Op dezelfde manier kunnen ook de haren van andere huisdieren, en dan in het bijzonder honden, gebruikt worden”, besluit genetica-professor Mark Jobling.