We zijn met zijn allen steeds vaker allergisch voor van alles en nog wat. Een bekende theorie over de oorzaak daarvan is de hygiënehypothese: doordat we minder in aanraking komen met vieze microben bouwen we geen weerstand op tegen allergieën. Dat idee komt nu echter op losse schroeven te staan.
Muizen die vanaf de geboorte worden blootgesteld aan allerlei bacteriën blijken even vaak – zo niet vaker – een allergische reactie te ontwikkelen als ‘schone’ labmuizen, zo blijkt uit onderzoek van het Karolinska Instituut.
Eigen schuld
Eerdere studies hebben uitgewezen dat bepaalde infecties de aanmaak van antilichamen tegen allergenen verminderen en het gedrag van T-cellen die betrokken zijn bij allergieën veranderen. Ook was er het vermoeden dat goede bacteriën in onze darmen in staat zijn om ontstekingsreacties in andere delen van ons lichaam uit te schakelen. Zo is de afgelopen jaren het idee ontstaan dat we het eigenlijk aan onszelf te wijten hebben dat we allergisch zijn: wij leven te hygiënisch.
Verrassende resultaten
Maar mogelijk is er dus toch iets anders aan de hand. De Zweedse onderzoekers hebben de allergische immuunreactie van ‘smerige’ wilde muizen vergeleken met de uiterst schone labmuizen. En ze vonden eigenlijk geen bewijs dat de reactie van de antilichamen of de functie van de T-cellen noemenswaardig veranderd was. Ook leek een anti-ontstekingsreactie, opgeroepen door goede darmbacteriën, niet in staat om de allergische immuunreactie uit te schakelen. Integendeel zelfs, de wilde muizen vertoonden duidelijk tekenen van ontsteking en allergische reactie als ze werden blootgesteld aan allergenen.
“Dit was nogal onverwacht, maar het lijkt erop dat het niet zo simpel is als: ‘een smerige leefstijl houdt allergieën op afstand, terwijl je er juist last van krijgt als je heel hygiënisch leeft. Er zijn waarschijnlijk hele specifieke contexten waar dit voor geldt, maar het is misschien geen algemene stelregel”, zegt onderzoeker Jonathan Coquet uit Zweden.
Immuunsysteem van wilde muizen
De wilde muizen zijn genetisch identiek aan de labmuizen, maar worden onder semi-natuurlijke omstandigheden gehouden en vanaf hun geboorte blootgesteld aan allerlei microben. “Het immuunsysteem van wilde muizen representeert beter dat van mensen dus we hopen zo dat ze ons dichterbij de waarheid kunnen brengen over hoe microben reageren in het lichaam”, vervolgt Coquet.
Het onderzoek draagt bij aan onze algemene kennis over hoe allergieën ontstaan en kan ook implicaties hebben voor de klinische praktijk. Artsen hebben in experimenten al geprobeerd om patiënten met ontstekingsziekten te behandelen door ze bewust bloot te stellen aan infecties. Zo zijn mensen bijvoorbeeld geïnfecteerd met wormen of ze kregen een poeptransplantatie om hun ziekte onder controle te krijgen. Ook baby’s die met een keizersnee ter wereld zijn gekomen hebben een poeptransplantatie van de moeder gekregen en bacteriële supplementen met als doel om de goede bacteriën in de darmen van de baby te bevorderen en zo in de toekomst allergieën te voorkomen.
In de kinderschoenen
Maar of dit dus nut heeft, is volgens het nieuwe onderzoek maar zeer de vraag. “Dit onderzoeksveld kan belangrijke inzichten leveren in hoe infecties en microben gebruikt kunnen worden voor onze gezondheid, maar het staat nog in de kinderschoenen. Onze studie maakt duidelijk dat een algemene, brede blootstelling aan microben mogelijk niet de gunstige effecten heeft die we hoopten”, zegt medeonderzoeker Susanne Nylén van het Karolinska Instituut.
De cijfers over het aantal mensen met een allergie variëren, maar dát hun aantal is toegenomen is wel duidelijk. Zo deed het Isala-ziekenhuis in Zwolle zelf onderzoek in de regio, waaruit bleek dat het aantal kinderen met minstens één positieve allergietest in twintig jaar tijd is gestegen met bijna 10 procent. Er zijn ook onderzoeken die stellen dat een op de drie mensen in Europa een allergie heeft en zelf schreven we al dat in sommige Europese landen bij meer dan een op de tien kinderen een voedselallergie is vastgesteld.
Het idee dat te veel hygiëne ten grondslag ligt aan die stijging is niet heel vreemd, als je weet dat er studies zijn die bijvoorbeeld aantonen dat kinderen die opgroeien op een boerderij minder allergieën hebben dan stedelingen. Wie groot wordt gebracht met een hond of kat blijkt ook minder vatbaar voor specifiek voedselallergieën. Dit doortrekken naar hygiëne in het algemeen lijkt echter een stap te ver. Mogelijk zijn er wel specifieke aspecten die de kans op een allergie verkleinen.