Waarom zijn we toch zo verslingerd aan onze smartphone? Vooral tieners weten van geen ophouden. Is dat enkel omdat ze continu verleid worden om te blijven scrollen op Insta of TikTok of halen ze er zelf ook echt wel iets uit? Dat laatste lijkt het geval volgens Amerikaans onderzoek: tieners worden simpelweg vrolijk van hun smartphone.
De onderzoekers van de University of Wisconsin lieten tieners op verschillende momenten op de dag vragen beantwoorden over hun smartphonegebruik en hun stemming voor en nadat ze hun telefoon erbij pakten. En wat bleek: de smartphone vrolijkte de tieners op en hoe langer ze op hun telefoon zaten, hoe beter hun humeur werd. De onderzoekers denken dat dit een van de redenen is waarom smartphones zo’n verslavende werking hebben op jonge mensen: ze worden er gewoon blijer van.
Berichtjes op WhatsApp
“We stuurden 253 tieners tussen de 12 en 17 jaar dagelijks korte vragenlijstjes via WhatsApp. Ze kregen vijf berichtjes per dag, zes dagen lang”, legt hoofdonderzoeker Matt Minich uit aan Scientias.nl. Daarin stonden vragen over hoe ze zich voelden en hoe vaak ze hun smartphone gebruikten. “De tieners meldden dat hun stemming met een half punt verbeterde op een zevenpuntsschaal. Dat is een kleine maar significante verbetering. Belangrijk om toe te voegen is dat deze schaal ietwat willekeurig is en dat de cijfers waarschijnlijk anders geïnterpreteerd worden door verschillende deelnemers. Voor ons is vooral de richting van de verandering belangrijk”, aldus de onderzoeker.
Vooral muziek en podcasts
De vraag is waar de tieners precies zo gelukkig van worden op hun smartphone. “In deze studie is al het telefoongebruik samengenomen, maar uit een onderzoek van vorig jaar weten we dat alle activiteiten op de smartphone de stemming verbeteren. Het luisteren naar muziek, podcasts en audioboeken bleek echter het beste voor het humeur”, legt Minich uit.
Smartphones helpen jonge mensen
Opvallend is dat de onderzoeker niet negatief is over de enorme hoeveelheid tijd die tieners op hun telefoon doorbrengen. “Smartphones zijn niet goed of slecht. Ander onderzoek op dit gebied heeft aangetoond dat telefoons jonge mensen kunnen helpen om belangrijke ontwikkelingsdoelen te bereiken. Ze faciliteren onafhankelijkheid, verbinden hen met leeftijdsgenoten en kunnen hen helpen om hun eigen sociale identiteit te vormen”, legt hij uit. “Onze bevindingen tonen ook nog eens aan dat smartphonegebruik goed is voor het humeur. Dat kan iets goeds of iets slechts zijn, afhankelijk van de tiener en de omstandigheden. Als een tiener ook nog op andere manieren een goed humeur krijgt, is het waarschijnlijk niet erg dat hij zijn telefoon daarvoor gebruikt. Maar als het telefoongebruik ervoor zorgt dat jongeren geen andere manieren meer leren om hun stemming te reguleren, kan het verslavend of compulsief gedrag worden. We hebben echter helemaal niets gevonden dat erop wijst dat smartphonegebruik schadelijk is voor tieners.”
Verrast door positieve effect
Dat verraste de onderzoekers wel. “We waren verbaasd dat het effect van smartphonegebruik op de stemming zo positief was. We horen zo vaak dat smartphones schadelijk zijn voor de psychische gezondheid van jongeren, dus het was onverwacht dat we ontdekten dat smartphonegebruik juist een positieve invloed heeft, tenminste op de korte termijn”, besluit Minich.
Goed nieuws dus voor de smartphone-addicts onder ons: misschien is het allemaal toch niet zo erg en word je er gewoon blij van, tenminste als je het niet overdrijft (zie hieronder).
Ander onderzoek heeft wel aangetoond dat langdurig smartphonegebruik schadelijk kan zijn voor tieners. Al moeten ze het dan wel heel bont maken: tieners, die meer dan vier uur (!) per dag op hun smartphone zitten, lopen meer risico op psychische problemen. Zij hebben meer stress, vaker suïcidale gedachten en meer kans op alcoholmisbruik, schreven we eind vorig jaar. Het is overigens niet gezegd dat dit komt door het smartphonegebruik op zich. Het kan ook goed zijn dat tieners die zoveel op hun telefoon zitten te weinig tijd over hebben om bijvoorbeeld voldoende te bewegen en dat ze zich daardoor minder goed voelen, denken de onderzoekers.
