Het internet staat vol met grootmoeders tips voor de meest uiteenlopende kwaaltjes. En hoewel een deel ervan echt wel zal helpen, zullen de meesten toegeven maar wat te doen. Niet de grijs-zwarte slavenmier: die weet precies wat hij moet eten als hij ziek is, blijkt uit een nieuw onderzoek van de Universiteit van Graz.
De onderzoekers groeven hiervoor een nest op van de grijs-zwarte slavenmier (Formica fusca) in een Fins bos en brachten dit naar het laboratorium. Daar injecteerden ze een deel van de mieren met een schimmelsporensuspensie, die een dodelijke infectie kan veroorzaken, en de andere mieren ter controle met steriel water. Vervolgens markeerden ze de mieren met verschillende kleuren en zetten ze deze terug in het nest, zodat ze natuurlijk gedrag zouden blijven vertonen. Verder boden de onderzoekers de gezonde en geïnfecteerde mieren voedsel aan met drie verschillende bladluizenconcentraties: 0%, 10% en 20%. Vervolgens observeerden de onderzoekers dagelijks hoeveel welke mieren van welke concentraties aten en hoeveel mieren overleefden.
Sterftecijfers
Daaruit bleek dat de zieke mieren zich vooral focusten op het bladluisrijke voedsel. En dat was niet zonder reden. Van de zieke mieren die vooral voedsel met de hoogste ‘bladluisconcentratie’ aten, stierven er minder vergeleken met zieke mieren die voedsel met 0% of 10% bladluizen aten. “De sterftecijfers onder de zieke mieren verminderde dus aanzienlijk wanneer er meer bladluizen beschikbaar waren”, vertelt onderzoeker Jason Rissansen. Volgens dat wetenschappers komt dat waarschijnlijk door de waterstofperoxide die bladluizen bezitten. Dat heeft een ontsmettende werking en bestrijdt daarmee mogelijk de infectie.
Voedselkeuze
Dat de dieetkeuze echt gebaseerd is op de ziekte, en niet omdat bladluizen misschien ‘lekkerder’ zijn, konden de onderzoekers ook concluderen. Mieren kozen vooral voor het voedsel met veel bladluizen tijdens de acute fase van de besmetting. Zodra ze de ziekte hadden overwonnen, stopten ze weer vrij snel met dit bladluisrijke dieet. Volgens de onderzoekers suggereert dit dat de mieren niet alleen in staat zijn om hun eigen gezondheidstoestand te beoordelen, maar ook om hun voedselkeuze daarop af te stemmen.
“Het is vergelijkbaar met naar de apotheek gaan”, zegt Rissansen. “De mieren zoeken gericht naar hun medicijn.” De onderzoekers denken dat dit gedrag een vorm van zelfmedicatie is, waarbij de mieren bewust een stof innemen die hun overlevingskansen vergroot. Hoewel het een logische strategie lijkt, is zelfmedicatie een zeldzaam fenomeen in het dierenrijk. Tot nu toe is het vooral waargenomen bij primaten, schapen en vlinders. Het onderzoek laat daarmee zien dat ook insecten, die vaak toch worden gezien als wat eenvoudige wezens, complexe strategieën kunnen ontwikkelen om zichzelf te beschermen. De onderzoekers hopen daarom in de toekomst meer te weten te komen over de mechanismen en de evolutie van zelfmedicatie bij mieren en andere insecten.
Chimpansees behandelen hun wonden door er insecten in te wrijven. Wetenschappers weten niet precies om welke insecten het gaat. Veel verder dan dat ze kunnen vliegen, ongeveer een halve centimeter lang zijn en meestal een donkere kleur hebben, komen ze niet. Ook is niet bekend of de behandeling wel echt werkt. “Dat is eigenlijk de grootste vraag”, vertelde Jaap de Roode eerder aan Scientias.nl. Misschien worden die wonden er daadwerkelijk beter van, maar het kan ook een puur cultureel verschijnsel zijn. Chimpansees zijn overigens niet de enigen die zelfs iets bedacht hebben op lichamelijke ongemakken. Zo zijn er ook nog kapucijnapen die zich tegen muggen beschermen door zich in te smeren met het gif van miljoenpoten. En mieren die hars in hun nesten verwerken om microben en schimmels te weren.