Zelfs de reusachtige bosolifant was geen partij voor Neanderthalers (en dat zegt een hoop)

Zo hint het er onder meer op dat Neanderthalers – in ieder geval tijdelijk – in veel grotere groepen bijeenkwamen dan gedacht.

Neanderthalers werden nog niet zo lang geleden geregeld afgeschilderd als domme en lompe holbewoners, die een stuk minder intelligent waren dan wij. Maar steeds vaker komen onderzoekers met bewijs dat aantoont dat onze verre neven veel intelligenter en vindingrijker waren dan gedacht. Een nieuwe studie bewijst dat eens te meer. Onderzoekers hebben namelijk ontdekt dat onze naaste verwanten zelfs reusachtige bosolifanten wisten te bedwingen. En dat verschaft interessant nieuw inzicht in de Neanderthaler, die wij al die jaren waarschijnlijk ernstig hebben onderschat.

Meer over de bosolifant
De bosolifant (Palaeoloxodon antiquus) is een uitgestorven olifantensoort die in Europa en West-Azië tijdens het Midden- en Late Pleistoceen (zo’n 781.000 tot 30.000 jaar geleden) leefde. Deze olifant was het grootste landzoogdier van het ijstijdvak. Mannetjes wogen tot wel 13 ton en hadden schouderhoogtes van meer dan vier meter, waarmee ze ver boven mammoeten uittorenden. Bovendien waren ze twee keer groter dan de Afrikaanse olifant, het grootste landzoogdier dat we vandaag de dag kennen.
Onderzoeker Sabine Gaudzinski-Windheuser (lengte 160 cm) naast een 1:1 replica van een volwassen mannelijke bosolifant. Afbeelding: Lutz Kindler

In 2021 begon de Duitse archeologe Sabine Gaudzinski-Windheuser aan haar onderzoek naar de overblijfselen van tientallen bosolifanten. De 125.000 jaar oude resten zijn al in de jaren ’80 en ’90 opgegraven in een bruinkoolgroeve bij het Duitse Halle. Er is echter iets vreemds met de botten aan de hand. Zo was al eerder gebleken dat de resten voornamelijk aan volwassen mannelijke olifanten toebehoorden. En dat is gek, aangezien op andere vindplaatsen kriskras door Europa olifanten van verschillende geslachten en leeftijden zijn aangetroffen.

Snijsporen
Na verdere analyse ontdekte Gaudzinski-Windheuser snijsporen op de beenderen, onmiskenbaar veroorzaakt door stenen werktuigen tijdens de slachting. Onderzoekers speurden vervolgens alle kisten, met daarin duizenden olifantenfossielen, af op zoek naar soortgelijke sporen. Op basis van dat monnikenwerk concluderen Gaudzinski-Windheuser en collega’s nu dat meerdere generaties Neanderthalers gedurende 2000 jaar in groepen op de gigantische bosolifant hebben gejaagd.

Diepe snijmarkeringen op het hielbot van een volwassen mannetjesolifant, ongeveer 50 jaar oud toen hij stierf. De langste snede, makkelijk te zien met het blote oog, is ongeveer 4 centimeter. Het weghalen van voetbeenderen gaf toegang tot het rijke vet dat lag opgeslagen in de voetkussens van de olifant. Afbeelding: Wil Roebroeks

Waarom de onderzoekers dat zo zeker weten? De olifant kan toch ook een natuurlijke dood zijn gestorven en daarna door de mensen zijn geslacht? Dat kan. Maar de onderzoekers wijzen erop dat de gevonden resten allemaal afkomstig zijn van mannetjes in de bloei van hun leven. Dat suggereert dat de dieren uitgekozen werden en niet toevallig op het pad van de mensachtigen kwamen.

Volwassen mannetjes
Dat Neanderthalers het op volwassen mannetjes hadden gemunt, is ook goed te verklaren. Volwassen stieren leven namelijk solitair – en worden dus niet beschermd door een kudde. Op die manier vormen ze een relatief gemakkelijke prooi. De opbrengt was bovendien ook aanzienlijk. De onderzoekers berekenden dat één mannelijke olifant van zo’n tien ton – lang niet de grootste uit het onderzochte gebied – minstens 2.500 dagporties vet en vlees voor volwassen Neanderthalers opleverde.

Grote groepen
De ontdekking biedt nog een ander belangrijk inzicht. Gedacht wordt dat Neanderthalers namelijk in relatief kleine groepen leefden, bestaande uit hooguit twintig personen. 2.500 porties vet en vlees krijg je echter nooit met zo’n klein groepje weg. En dus vermoeden de onderzoekers dat Neanderthalers – in ieder geval tijdelijk – in veel grotere groepen samenkwamen dan tot nu toe gedacht. Daarnaast waren Neanderthalers waarschijnlijk tevens in staat om grote hoeveelheden vlees gedurende langere tijd op te slaan, bijvoorbeeld door het vlees te drogen. En dat zou weer betekenen dat ze mogelijk langer op één plek bleven en een minder nomadisch bestaan hadden dan eerder verondersteld.

Al met al verschaft de studie interessant nieuw inzicht in de levenswijze van onze verre neven. Het verandert onze kijk op deze nog altijd raadselachtige mensachtige. En meer ontdekkingen zijn waarschijnlijk onderweg. De olifantenresten vormen namelijk slechts een klein deel van de grote hoeveelheid dieren- (en planten)resten die de Duitse bruinkoolgroeve zijn gevonden. De onderzoekers zullen de overige overblijfselen dan ook nader bestuderen, om zo meer te weten te komen over het ecosysteem van 125.000 jaar geleden, waarin ook mensen actief waren.

Bronmateriaal

"Wetenschappelijke primeur: Neanderthalers jaagden op reusachtige olifanten" - Universiteit Leiden

Afbeelding bovenaan dit artikel: gorodenkoff van Getty Images (via canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd