Zelfs de Neanderthalers hadden hun eigen familierecepten: vlees snijden wijst op lokale culinaire tradities

We kennen allemaal de tomatensaus van di mama: in Italië maken ze een pasta heel anders klaar dan hier. Maar wist je dat zelfs de Neanderthalers al zo hun eigen familierecepten hadden?

Uit onderzoek blijkt dat twee groepen Neanderthalers die vlak bij elkaar in twee verschillende grotten woonden op een heel andere manier hun vlees klaarmaakten. En dat kan wijzen op iets wat je misschien niet meteen bij prehistorische mensachtigen verwacht: lokale culinaire tradities.

Tussen de 50.000 en 60.000 jaar geleden leefden de twee groepen in de grotten van Amud en Kebara in het huidige Israël. Ze gebruikten dezelfde soort vuurstenen werktuigen, jaagden op dezelfde dieren, vooral gazelles en damherten, en woonden maar 70 kilometer van elkaar. Toch sneden ze hun vlees op een heel andere manier. “De subtiele verschillen in snijsporen kunnen lokale tradities weerspiegelen in de verwerking van dierenkarkassen”, zegt hoofdonderzoeker Anaëlle Jallon, promovendus aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem.

Unieke kans
Bij Amud zaten die snijsporen dichter bij elkaar en waren ze minder rechtlijnig dan in Kebara. Dat patroon bleef zichtbaar, ook toen de onderzoekers zich beperkten tot dezelfde bottypes, zoals dijbenen van kleine hoefdieren en dezelfde periode.

“Deze twee vindplaatsen bieden ons een unieke kans om te onderzoeken of de slachttechnieken van Neanderthalers gestandaardiseerd waren”, legt Jallon uit. “Als technieken verschilden tussen plaatsen of tijdsperiodes, impliceert dat dat culturele tradities, kookvoorkeuren of sociale organisatie invloed hadden op zelfs basisactiviteiten als het slachten van dieren.”

Botten als geschiedenisboek
De beenderen vertellen nog meer. In Amud is 40 procent van de botten verbrand en zijn ze vaak gebroken, mogelijk door koken of latere schade. In Kebara ligt dat percentage lager: slechts 9 procent van de botten is verbrand en ze zijn minder gefragmenteerd. De botten uit Amud tonen bovendien minder vraatschade van roofdieren, wat erop wijst dat ze sneller en zorgvuldiger werden verzameld of bewaard.

Maar het belangrijkste verschil zat in de aard van de snijsporen. Door microscopische analyse van botfragmenten ontdekten de onderzoekers dat die verschillen niet konden worden verklaard door het type prooi, het gereedschap of de vaardigheden van de slachters. Ook intensiever snijden, bijvoorbeeld om alle restjes vlees van het bot te krijgen, bleek geen plausibele verklaring. Dit kan maar één ding betekenen: het was een bewuste keuze.

Twee verklaringen
Maar waarom zouden deze twee groepen hun dieren op een verschillende manier slachten? De onderzoekers komen met twee verklaringen. De eerste is dat de groep in Amud hun vlees mogelijk liet drogen of gedeeltelijk liet bederven voordat ze het verder verwerkten, net zoals moderne slagers vlees laten rijpen. Oud vlees is taaier en moeilijker te snijden, wat kan verklaren waarom de snijsporen minder recht en groter in aantal zijn.
Een tweede verklaring is sociaal van aard: misschien werkten in Amud meer mensen tegelijkertijd aan een karkas of werd het slachten anders georganiseerd binnen de groep. Dat kan resulteren in variatie in snijtechniek en snijrichtingen.

“Hoewel de leefomstandigheden op beide locaties vergelijkbaar waren en de Neanderthalers met dezelfde uitdagingen te maken hadden, lijken ze verschillende slachtstrategieën te hebben ontwikkeld, mogelijk door sociale leerprocessen en culturele tradities”, vat Jallon samen.

Grenzen aan het bot
Natuurlijk zijn er nog kanttekeningen. Niet alle botfragmenten zijn groot of gaaf genoeg om het volledige slachtproces te reconstrueren. En de onderzoekers hebben dan wel statistisch gecorrigeerd voor fragmentatie, het blijft gissen naar het complete verhaal.

“Er zijn beperkingen om rekening mee te houden”, zegt ook Jallon. “De botfragmenten zijn soms te klein om een compleet beeld te geven van de slachtsporen op het karkas. Hoewel we ons best hebben gedaan om vertekening door fragmentatie te corrigeren, kan dat onze interpretaties beïnvloeden.”

Toekomstig onderzoek met meer experimenten en vergelijkingen tussen vindplaatsen moet uitwijzen of we écht kunnen spreken van de Neanderthaler-keuken. Maar het idee dat deze oeroude mensen recepten, voorkeuren en tradities kenden, brengt ons nu al een stukje dichter bij hoe hun dagelijks leven er echt uitzag.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd