Ze bevatten maar liefst tien keer zoveel plastic als het omringende zeewater. En wanneer deze algen door dieren worden verorberd, vindt het plastic zich een weg door het gehele voedselweb.
Het is een voedsellift voor bodemdieren in de diepzee: de alg Melosira arctica. Deze alg groeit in de lente- en zomermaanden in hoog tempo onder het zee-ijs, waar ze meterslange celketens vormen. Als de cellen afsterven en het ijs aan de onderkant smelt, plakken ze aan elkaar en vormen klompjes, die binnen een dag enkele duizenden meters naar de bodem van de diepzee afdalen. Daar vormen ze een belangrijke voedselbron voor bodemdieren en bacteriën. Maar naast het voedsel dat ze vervoeren, nemen ze ook een vrij dubieuze lading mee de Arctische diepzee in: microplastics.
Studie
Uit een nieuwe analyse, gepubliceerd in het vakblad Environmental Science and Technology, blijkt dat Melosira arctica tjokvol plastic zit. De alg, die onder het Arctische zee-ijs groeit, bevat zelfs tien keer zoveel microplastics als het omringende zeewater. Dat de algen, die aan de basis van het voedselweb staan, zulke hoge concentraties herbergen, is behoorlijk verontrustend. Het vormt een bedreiging voor de dieren die zich weer met deze algen voeden. Bovendien transporteren de klompjes dode algen het plastic, met alle schadelijke stoffen, dus ook bijzonder snel naar de diepzee. “We hebben eindelijk een sluitende verklaring gevonden waarom we zelfs grote hoeveelheden microplastics aantreffen in diepzeesedimenten,” aldus onderzoeker Melanie Bergmann.
Polarstern
Tijdens een expeditie met het onderzoeksschip Polarstern in de zomer van 2021, verzamelde Bergmann samen met een onderzoeksteam Melosira-algen uit het omringende water van ijsschotsen. Vervolgens werden de algen in een laboratorium getest op microplastics. Het leidt tot een verrassende ontdekking: de algenklompjes bevatten rond de 31.000 microplastic-deeltjes per kubieke meter.
Het lijkt erop dat de algen ware magneten zijn. De algen hebben een slijmerige, kleverige textuur, waardoor kleine stukjes plastic dat onder andere door het water drijft, aan ze blijft plakken. “Eenmaal gevangen in het algenslijm, daalt het plastic af naar de zeebodem, of wordt opgegeten door zeedieren,” legt onderzoeker Deonie Allen uit.
Voedselweb
Aangezien de ijsalgen een belangrijke voedselbron voor diepzeebewoners zijn, komen de microplastics op die manier in het voedselweb terecht. Tegelijkertijd worden de algen ook door dieren die zich aan het zeeoppervlak bevinden, verorberd. Dit zou dan ook kunnen verklaren waarom er al eerder hoge concentraties microplastics zijn aangetroffen in zoöplankton, waarvan bekend is dat ze zich met algen voeden. Op deze manier baant het plastic zich overigens ook een weg naar de voedselketen. Zoöplankton staat namelijk weer op het menu van vissen, zoals de Arctische kabeljauw, die weer gegeten wordt door zeevogels en zeehonden, die op hun beurt weer door ijsberen worden bejaagd.
Mensen
Het betekent dat het noordpoolgebied en de dieren die hier leven, doordrenkt zijn met vervuilend plastic. Ook mensen ontkomen er niet aan. “Mensen die in het noordpoolgebied wonen, zijn afhankelijk van het mariene voedselweb,” vertelt Bergmann. “Dit betekent dat ze tevens worden blootgesteld aan de microplastics en chemicaliën die hierin zijn opgebouwd. Microplastics zijn al aangetroffen in menselijke darmen, aders, longen, placenta en moedermelk. Het kan zelfs tot ontstekingsreacties leiden, al zijn de algehele gevolgen tot nu toe nog nauwelijks onderzocht.”
Ondertussen is aangetoond dat microplastics in onze eigen bloedsomloop zitten – en zelfs doordringen tot de diepste delen van onze longen. “Micro- en nanoplastics zijn in feite overal aangetroffen waar wetenschappers in het menselijk lichaam hebben gekeken,” vertelt onderzoeker Steve Allen. We weten echter nog niet precies in hoeverre dit ook daadwerkelijk kwaad kan. Daarnaast zijn er ook nog geen studies die hard hebben gemaakt wanneer een bepaalde mate van inname precies gevaarlijk wordt. Verschillende studies naar dieren hebben echter aangetoond dat microplastics de stofwisseling en het darmstelsel kunnen verstoren. Bovendien toonde een onlangs gepubliceerde studie aan dat nóg kleinere stukjes plastic, de zogenoemde nanoplastics, de ontwikkeling van vitale organen bij kippen dwarsbomen. “Het is bekend dat micro- en nanoplastics invloed hebben op het gedrag, de groei en de vruchtbaarheid van organismen,” vervolgt Allen. “Bovendien zijn veel plastic chemicaliën bekende gifstoffen voor mensen.”
De ontdekking dat zelfs algen die onder Arctisch zee-ijs wonen bijzonder veel plastic herbergen, is weer een tegenslag voor het Arctische ecosysteem. Dit ecosysteem wordt al ernstig bedreigd door ingrijpende ecologische veranderingen als gevolg van de klimaatcrisis. De onderzoekers vrezen dat de blootstelling van organismen aan microplastics en schadelijke chemicaliën, het ecosysteem verder zal verzwakken. “Dit vereist dringende actie,” onderstreept Bergmann. “Wetenschappelijke berekeningen hebben aangetoond dat de meest effectieve manier om de plasticvervuiling tegen te gaan, is door minder nieuw plastic te produceren. Dit zou daarom prioriteit moeten krijgen in de wereldwijde overeenkomst over plastic, waar momenteel over wordt onderhandeld.”