Zelfs atheïsten in seculiere landen vinden eigenlijk dat religie beter is

Nederland is een van de meest seculiere landen ter wereld en het aantal mensen dat in god gelooft neemt alleen maar verder af. Gek eigenlijk, want uit onderzoek blijkt dat we van nature geneigd zijn om religie als positief te beschouwen.

Zelfs atheïsten – overtuigde ongelovigen dus – hebben een intuïtieve voorkeur voor religie, concluderen onderzoekers van onder meer de Londense Brunel University en de University of London. Ze deden onderzoek in acht landen waar relatief weinig mensen gelovig zijn: Canada, China, Tsjechië, Japan, Nederland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Vietnam.
Met behulp van een eenvoudige taak gebaseerd op het ‘Knobe-effect’ onderzochten de onderzoekers hoe mensen bepaalden of iemand een actie opzettelijk deed om anderen richting religie of atheïsme te bewegen.

Geloof in geloof
Het Knobe-effect is een bekend psychologisch fenomeen dat aantoont dat mensen eerder geneigd zijn intentionaliteit toe te schrijven aan een actie met schadelijke dan met nuttige gevolgen, dus mensen gaan ervan uit dat positieve effecten toeval zijn en negatieve effecten expres gebeuren, terwijl feitelijk beide toeval zijn.

In alle landen oordeelden deelnemers dat een actie die bewust een verschuiving in de richting van atheïsme veroorzaakte opzettelijk was en dus negatief. Dit wijst erop dat mensen intuïtief dus religie als een positievere keus zien. Opmerkelijk is dat zelfs zelfverklaarde atheïsten die neiging hadden en dat dit in alle onderzochte culturen – zowel oosters als westers – het geval was.

De onderzoekers noemen het ‘geloof in geloof’: een intuïtieve voorkeur voor religieus geloof boven atheïsme. “Religie is een intercultureel menselijk universeel gegeven, maar toch zijn expliciete kenmerken van religiositeit in grote delen van de wereld de afgelopen decennia snel afgenomen. We onderzochten of intuïtieve religieuze invloed blijft bestaan, zelfs onder niet-gelovigen in grotendeels seculiere samenlevingen”, aldus de onderzoekers.

Religieuze invloed duurt voort
Dat blijkt dus het geval. Daarmee levert de studie onomstotelijk bewijs dat pro-religieuze intuïtie zelfs voorkomt in landen die grotendeels seculier zijn. Hoofdonderzoeker dr. Will Gervais van de Brunel University reageert: “Zelfs in samenlevingen waar expliciet religieus geloof snel is afgenomen, lijkt het idee dat geloof op zichzelf goed is, op intuïtief niveau te blijven bestaan. Geloof mag dan op veel plaatsen afnemen, maar het geloof in de goedheid van geloof leeft voort.” Professor Ryan McKay, die meewerkte aan het onderzoek, voegt hieraan toe: “Dit onderzoek wijst uit dat de erfenis van religieuze invloed voortduurt op manieren die we misschien niet verwachten.”

Het onderzoek stelt daarmee de aanname ter discussie dat culturele verschuivingen weg van religie noodzakelijkerwijs pro-religieuze intuïties uitwissen. “Maar ons werk laat zien dat secularisatie een complexer proces is dan eerder werd gedacht. Terwijl expliciet religieus geloof vervaagt, kunnen onderliggende intuïties die geloof goedkeuren generaties lang blijven bestaan”, aldus McKay.

Het Knobe-effect
Mensen zijn geneigd om negatieve bijeffecten van een handeling als ‘opzettelijk’ te beschouwen, terwijl ze identieke positieve bijeffecten als ‘onopzettelijk’ beoordelen.
In Knobes klassieke experiment kregen deelnemers een scenario voorgelegd over een bedrijfsdirecteur die een nieuw programma start om winst te maken, wetende dat het programma ook effect zal hebben op het milieu. In één versie was het bijeffect positief (het milieu helpen), in de andere negatief (het milieu schaden). Hoewel de directeur in beide scenario’s expliciet zei dat hij alleen om de winst gaf en niet om het milieu, oordeelden vrijwel alle deelnemers dat de directeur in het negatieve scenario het milieu ‘opzettelijk’ schaadde en in het positieve scenario het milieu ‘niet opzettelijk’ hielp. Dit effect heeft belangrijke implicaties voor hoe we intentionaliteit, morele verantwoordelijkheid en schuld beoordelen en laat zien dat onze morele oordelen en ideeën over intenties sterk met elkaar verweven zijn.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd