Zelfs in ogenschijnlijk ongerepte wateren blijken mariene dieren niet veilig te zijn voor de impact van de mens. Dat blijkt uit een onderzoek dat gepubliceerd werd in vakblad PLOS ONE. Het onderzoek laat zien dat klimaatverandering en andere menselijke invloeden een bedreiging vormen voor meer dan 21.000 zeediersoorten.
De onderzoekers, onder leiding van Casey O’Hara van het National Center for Ecological Analysis and Synthesis aan de Universiteit van Californië, Santa Barbara, kozen voor een vernieuwende aanpak. In plaats van zich te richten op leefgebieden, zoals in eerdere studies, keken ze naar individuele diersoorten. “Hoewel alle koraalriffen op het eerste gezicht vergelijkbaar lijken, kunnen de soorten die er leven sterk verschillen afhankelijk van de locatie. Deze verschillen op soortniveau kunnen leiden tot belangrijke variaties in kwetsbaarheid voor menselijke invloeden”, vertelt O’Hara aan Scientias.nl.
Klimaatverandering speelt sleutelrol
Het team analyseerde de blootstelling en kwetsbaarheid van zeedieren voor diverse stressfactoren, waaronder visserij, scheepvaart en bedreigingen vanuit het vasteland. Ze brachten de impact van deze factoren vervolgens in kaart over de hele wereld. Een van de meest opvallende bevindingen van de analyse is dat niet deze lokale factoren, maar de wereldwijde klimaatverandering de grootste bedreiging vormt, waardoor dus ook ongerepte gebieden in gevaar komen.
“Een belangrijk verschil tussen klimaatstressoren en andere stressoren zoals visserij en scheepvaart is dat klimaatstressoren worden veroorzaakt door de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, terwijl andere stressoren zoals visserij of scheepvaart lokaal zijn. We kunnen klimaatstressoren niet op lokaal niveau of op korte termijn beheersen, maar als we de effecten van stressoren die lokaal beheersbaar zijn kunnen verminderen, bijvoorbeeld door de bijvangst van vis te verminderen of door landbouwpraktijken te verbeteren om de stikstofuitstoot te verminderen, kunnen we deze soorten misschien helpen om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te doorstaan”, aldus O’Hara.
Koralen zijn meest kwetsbaar
Koralen blijken het meest kwetsbaar, gevolgd door weekdieren, stekelhuidigen zoals zeesterren en zee-egels, en schaaldieren zoals garnalen, krabben en kreeften. O’Hara verklaart: “Veel zeedieren, waaronder koralen, weekdieren, stekelhuidigen en schaaldieren, hebben een zeer kwetsbaar larvaal levensstadium, waarin blootstelling aan extreme temperaturen en oceaanverzuring bijzonder problematisch is.” De studie onthult ook dat het risico groter zou kunnen zijn bij kustgebieden met een hoge biodiversiteit.
Maatregelen nodig
De onderzoekers hopen dat hun bevindingen kunnen worden gebruikt om efficiëntere beschermingsmaatregelen te implementeren. O’Hara stelt voor: “Enkele gerichte interventies kunnen zijn het verminderen van bijvangst in de visserij door bepaalde vistuigen of vispraktijken uit te sluiten, of het verbeteren van landbouwpraktijken om de afvloeiing van stikstof te verminderen.” De wetenschappers benadrukt wel dat rekening moet worden gehouden met de impact van de maatregelen op lokale economieën. “Omdat zoveel mensen en gemeenschappen over de hele wereld voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de oceanen, is het essentieel om een balans te vinden tussen bescherming van de zee en toegang tot de mariene hulpbronnen. Een voorbeeld hiervan (dat buiten het bestek van ons werk valt) zijn lokaal beheerde visserijen die hun oogsten elk jaar zorgvuldig op elkaar afstemmen om de productiviteit van de visserij op de lange termijn in de toekomst te maximaliseren.”
De studie vormt een belangrijke basis voor toekomstig onderzoek en beleid. O’Hara benadrukt het belang van lokale kennis en gemeenschappen bij het ontwikkelen van beschermingspraktijken: “We dringen er bij beleidsmakers en natuurbeschermers op aan om onze resultaten als uitgangspunt te nemen voor het begrijpen van de behoeften op het gebied van natuurbehoud, maar om vervolgens samen te werken met lokale kennishouders en gemeenschappen om natuurbehoudspraktijken te ontwikkelen die rechtvaardig, effectief en adaptief zijn binnen die lokale context.”
Meer onderzoek nodig
Terwijl de studie zich richt op de huidige en nabije toekomstige impact, benadrukt O’Hara dat vervolgonderzoek cruciaal is: “Onze studie richt zich op de huidige en verwachte gevolgen op de korte termijn, maar om het duurzame behoud van de mariene biodiversiteit te garanderen, is het van cruciaal belang om te begrijpen hoe het veranderende klimaat en sociale en economische veranderingen tot ver in deze eeuw nieuwe en onverwachte patronen van menselijke invloed zullen creëren.”