Op het eerste gezicht lijkt het een gewoon Romeins skelet, begraven in het noorden van Engeland. Maar wie beter kijkt, ziet iets bijzonders: diepe groeven in het bekken, veroorzaakt door de tanden van een groot roofdier. Wetenschappers denken dat het skelet van een gladiator was, in gevecht met een leeuw.
Het eeuwenoude skelet is het eerste tastbare bewijs van menselijke gevechten met wilde dieren in het Romeinse Groot-Brittannië. De resten dateren van ergens tussen 200 en 300 na Christus en werden gevonden in de buurt van York, dat in de tijd van de Romeinen Eboracum heette. Eboracum was een fort en een stad in de voormalige Romeinse provincie Britannia.
Gladiatorbegraafplaats
De archeologen vonden tientallen graven van jonge mannen met tekenen van geweld op Driffield Terrace, de plek waar het skelet is opgegraven. Al jaren wordt er gespeculeerd dat het om een gladiatorbegraafplaats gaat. Maar een nieuwe analyse van de Ierse Maynooth University brengt meer duidelijkheid over de brute omstandigheden waaronder de jongens zijn omgekomen.
Dankzij geavanceerde 3D-scans kon het team de tandafdrukken op het bekken vergelijken met die van verschillende roofdieren. De conclusie was duidelijk: ze komen perfect overeen met het gebit van een grote katachtige, mogelijk zelfs een leeuw. “Er is veel over geschreven, maar dit skelet is het eerste directe, fysieke bewijs van gevechten tussen mens en dier in Romeins Europa”, zegt Thompson. “Dit bewijst dat de bloederige spektakels van het Colosseum ook hun weg naar de Britse provincies hebben gevonden.”
Brute macht
Romeins vermaak stond bekend om zijn wreedheid. Gladiatorengevechten, executies en jachtpartijen met wilde dieren waren vaste prik in het Romeinse rijk. Tot nu toe baseerden historici zich vooral op geschreven bronnen en muurschilderingen, maar tastbaar bewijs hiervan is er nooit gevonden, zeker niet buiten Italië. “Deze ontdekking zet onze ideeën over het Romeinse leven in Groot-Brittannië op z’n kop”, aldus onderzoeker John Pearce van King’s College London, die ook heeft meegewerkt aan het onderzoek. “De bijtwonden zijn stille getuigen van brute macht en controle. Ze laten zien dat Romeinse amfitheaters ook in de verste uithoeken van het rijk als podium dienden voor geweld en spektakel.”
Geduld is een schone zaak
De vondst laat ook zien hoeveel geduld je moet hebben als archeoloog. Het skelet zelf werd al twintig jaar geleden opgegraven, samen met tachtig andere lichamen. Al die tijd heeft het liggen wachten in de opslag. Nu kon het dankzij ultramoderne technieken opnieuw onderzocht worden. “Archeologie stopt niet als de opgraving is afgerond”, zegt David Jennings van York Archaeology. “Elke nieuwe technologie en elk nieuw inzicht heeft de potentie om het verleden verder te ontrafelen. Dat we dit soort bewijs vinden in York, zo ver van Rome, is ronduit verbazingwekkend.”
Wie was deze man?
We weten niet wie de man was of hoe hij precies in de arena belandde. Was hij een slaaf? Een krijgsgevangene? Een veroordeelde? Of misschien een beroepsgladiator? Wat wel duidelijk is: zijn leven eindigde op brute wijze en mogelijk zelfs onder luid gejuich van duizenden toeschouwers. De studie sluit aan bij lopend DNA-onderzoek naar de herkomst van de begraven mannen in Driffield Terrace. Wie weet wat we allemaal nog meer gaan ontdekken over hun afkomst, levensverhalen en hun spectaculaire, wrede doodsstrijd.
Romeins vermaak was er niet alleen in de arena’s van Rome, dat is nu duidelijk. Ook in het koude noorden klonk ooit het gebrul van leeuwen.