Meer dan de helft van de Nederlanders heeft een huisdier. Je zou denken dat ze daar gelukkiger van worden, waarom zou je er anders zoveel tijd en geld in steken? Toch lijkt dat tegen te vallen. Huisdierbezitters zéggen dat hun leven beter wordt door een poes of een hond, maar de gelukscijfers laten iets anders zien.
Onderzoekers van de Michigan State University vroegen 767 mensen op drie momenten in mei 2020 – coronatijd dus – wat hun huisdier met hen deed. Juist in coronatijd zou je verwachten dat mensen extra gelukkig worden van hun huisdier, omdat er verder weinig te doen was en ze meer tijd hadden. In eerste instantie lijkt dat ook te kloppen. De huisdierbezitters melden dat hun huisdier hen gelukkig maakt. De dieren hielpen ook om meer positieve emoties te ervaren en zorgden voor affectie en gezelschap. De deelnemers noemden ook negatieve aspecten zoals zorgen over het welzijn van het dier en de moeite om het te combineren met werk.
Geen verschillen
Maar over het algemeen waren ze uitermate positief over hun huisdier. Als hun levensgeluk echter werd vergeleken met dat van mensen die geen huisdier hadden, bleek er helemaal geen verschil te zijn, ook niet na verloop van tijd. Daarbij maakte het soort huisdier niet uit, net als de persoonlijkheid van de eigenaar. “Het lijkt erop dat bijvoorbeeld eerdere eenzaamheid ook geen rol speelt, evenals andere demografische factoren, zoals of je alleenstaand bent of kinderen hebt. Ook toonden eerdere studies aan dat het niet uitmaakt waar je woont, of er bijvoorbeeld veel groen in de buurt is”, vertelt onderzoeker William Chopik van de Michigan State University aan Scientias.nl.
Open vraag
De onderzoekers stelden mensen een heel open vraag over het hebben van een huisdier, namelijk: ‘Als je iets wilt zeggen over hoe je huisdier je wel of niet gelukkig maakte tijdens de pandemie, dan kun je dat hier doen’. “Een grote meerderheid zei dat hun huisdieren het leven beter hadden gemaakt. Daarbij noemden ze ook een aantal concrete redenen”, vertelt onderzoeker Chopik. “Maar in de paper keken we ook naar alle literatuur rond het onderwerp en toen vonden we gemengd bewijs voor hoe gelukkig huisdieren mensen maken. Sommige studies concludeerden dat het nemen van een huisdier je korte tijd gelukkiger maakt, waarna je terugkeert naar je basisgeluksniveau en anderen vonden dat je er zelfs een beetje ongelukkiger door werd. In onze studie was het zo dat er helemaal geen verschil was tussen mensen met en zonder huisdieren.”
Totaal onverwacht
Het was een eyeopener voor Chopik. “Mensen zeggen dat huisdieren hen gelukkig maken, maar als we echt geluk gaan meten, blijkt dat niet het geval.” Dat had de onderzoeker niet verwacht. “Ik ging ervan uit dat een huisdier goed was voor de gezondheid van mensen. En ik dacht ook dat de persoonlijkheid daarbij een rol zou spelen. Ik dacht bijvoorbeeld dat extraverte mensen gelukkiger zouden worden van een hond, omdat die helpt om te socializen. En dat verlegen mensen meer van katten houden. Maar het lijkt erop dat dit niet het geval is. Het laat zien dat er zoveel meer gebeurt in het leven van mensen, dan of ze wel of geen huisdier hebben.”
Haken en ogen
Toch geeft de onderzoeker ook aan dat er behoorlijk wat beperkingen waren aan het onderzoek. “We konden niet echt de diepte ingaan en het ontwerp van de studie beperkte hoeveel we eruit konden afleiden. Zo zijn er bijvoorbeeld ook studies waarbij ze mensen vragen hoe gelukkig ze zijn als ze echt interactie hebben met hun huisdier. Die tonen aan dat er op dat moment wel een toename is van het welzijn. Ik weet niet of dat zich vertaalt in een langer leven of dat je elke dag heel gelukkig bent, maar mogelijk vermindert het stress.”
Wel vindt Chopik de conclusies sterk genoeg om mensen niet direct aan te raden een huisdier te nemen. “Mensen zien eenzame vrienden, die gezelschap zoeken en adviseren dan een huisdier. Maar het is onwaarschijnlijk dat dit zo veel effect heeft als mensen denken.”
Valse hoop
Dat je niet per se blijer wordt van een huisdier, komt mogelijk doordat de huisdierlozen hun leven op een andere manier hebben gevuld met dingen die hen gelukkig maken. “Al je hoop vestigen op een huisdier om je beter te voelen is waarschijnlijk oneerlijk en gaat mogelijk ten koste van andere dingen die je in je leven kunt doen om je gelukkiger te voelen”, aldus Chopik.
Het punt dat de onderzoeker vooral wil maken, is dat een huisdier niet je psychische problemen of eenzaamheid laat verdwijnen. “Er zijn veel dingen waar eenzame mensen mee worstelen. Huisdieren kunnen het onderliggende probleem waarschijnlijk niet oplossen. Het is beter om je leven te evalueren: wat mist er, wat wil je en wat kom je tekort? Therapie kan dan helpen. Ik zeg dit ook vanuit het perspectief van dierenwelzijn. Niet iedereen kan goed met huisdieren omgaan.”