En de winnaar is … Het gevoel dat zich manifesteert wanneer dan uw naam genoemd wordt, is onbeschrijfelijk heerlijk. Maar voor onder anderen Al Gore, IJsland, Gustave Eiffel, Apple en Galileo was het nog een tikje fijner. Gewoon: omdat zij kort daarvoor nog zo groots verloren hadden.
Apple: bijna failliet
Het bedrijf mag dan nu bekend staan als de producent van de meeste hippe en handige gadgets die keer op keer door geestelijk vader Steve Jobs worden gepresenteerd, dat was ooit wel anders. In 1985 stapte oprichter van het bedrijf, Steve Jobs na een jarenlang ruzie met bestuursvoorzitter John Sculley op. Vijf jaar later belandde Apple nog in een serieuze crisis doordat Microsoft weer grip op de markt dreigde te krijgen. In een poging Microsoft een halt toe te roepen werd in 1994 de PowerMac-serie gelanceerd. Het leek tevergeefs. Apple bleef verlies draaien en een faillissement kwam steeds dichterbij. Blijkbaar was concurreren met Microsoft onmogelijk. Maar Apple liet zich niet uit het veld slaan en kocht het bedrijf dat Jobs nadat hij Apple had verlaten, had opgericht: NeXT. Jobs werd tijdelijk bestuursvoorzitter en nam de nodige maatregelen. Zo werd Microsoft aandeelhouder. Dat geld kon het bedrijf goed gebruiken: inspiratie kon nu weer tot echte producten leiden. Kort daarop kwam de iMac-serie uit. Later volgde Mac OS X. In het nieuwe millennium lanceerde Apple de iPod. De iPhone werd een volgend groot succes en tegenwoordig lijkt iedereen te zijn vergeten dat dit bedrijf ooit de grote verliezer op de computermarkt was. Apple draaide in het afgelopen kwartaal een omzet van zo’n 15,68 miljard dollar.
De Eiffeltoren: onthutsend lelijk
Hij bedacht en bouwde de wereldberoemde Eiffeltoren. Tegenwoordig komt het niet in mensen op om de toren tijdens een weekendje Parijs te vermijden, maar vroeger was dat anders. De tijdgenoten van Eiffel vonden de toren monsterlijk lelijk. Romanschrijver J.K. Huysmans schreef er in een essay over: “En toch lijkt zijn toren op een fabrieksschoorsteen in aanbouw, op een staketsel dat wacht op invulling met natuursteen of bakstenen. je kunt je niet voorstellen dat dit hekwerk voltooid is, dat deze solitaire zetpil vol gaten zo zal blijven. In die indruk van bouwsteigers, dat half-af-zijn van een bouwwerk dat nu voltooid is, manifesteert zich een absoluut gebrek aan gevoel voor kunst. Wat bovendien te denken van de ijzerslager die zijn werk laat volsmeren met barbedienne-brons, dat het als het ware in koude vleesjus dompelt. – Het is echt de kleur van kalfsvlees in restaurants; het is de gelei waaronder, bijvoorbeeld op de eerste verdieping van de toren, de weerzinwekkende kleur van het gele vet doorschemert. De Eiffeltoren is werkelijk van een onthutsende lelijkheid en enorm is zij ook niet! – Van beneden gezien lijkt zij niet de hoogte te bereiken die ons wordt voorgespiegeld.” Ondertussen hebben sinds de bouw van de toren tot aan het eind van 2008 zo’n 243 miljoen mensen de Eiffeltoren in levenden lijve mogen bewonderen en is het dé toeristische trekpleister van Parijs.
IJsland: komisch arm
De banken zijn omgerold en hun geld is niets meer waard. U zou misschien denken dat de Ijslanders de handdoek in de ring gooien. Maar niets is minder waar. Een deel van de bevolking kan de humor er wel van inzien en verdient daar nu geld mee. Zo is er een man die door de crisis op straat kwam te staan en vervolgens het Crisis Spel bedacht. Het lijkt op ganzenbord, maar dan met veel donkere grapjes over de ingestorte economie. Het spel bestaat uit een bord met drie soorten vakjes (crisis, onzekerheid en groei), dobbelstenen en kaartjes met crisisopdrachten zoals: “Je gaat demonstreren bij het parlement en wil onderweg eieren kopen om te gooien. Eenmaal in de winkel ontdek je dat de eieren onbetaalbaar zijn geworden.” Het spel kwam kort voor kerst 2008 uit en is een regelrechte hit. Anderen volgen het voorbeeld. In de Ijslandse winkels liggen t-shirts met teksten als: ‘Iceslave’ of ‘Jouw bank geeft niets om jou’.
Galileo: dwarsligger
Hij ontdekt in 1610 dat de planeet Venus niet rond de aarde, maar rond de zon draait. Daarmee bevestigt hij wat Copernicus in zijn boek De revolutionibus orbium coelestium vastlegde: het zonnestelsel is heliocentrisch, oftewel alles draait om de zon. De katholieke kerk kon zich in die theorie totaal niet vinden. Aangenomen werd dat de aarde door God geschapen was en dus het belangrijkste in het heelal moest zijn. In dat wereldbeeld zouden alle planeten en sterren rondom de aarde moeten draaien. Het boek van Copernicus maakte nog niet zo heel veel los, omdat in het voorwoord stond dat het slechts een wiskundig model was. Toen Galileo het echter verder ging onderzoeken en steeds meer bewijs voor de theorie van Copernicus aantrof, besloot de katholieke kerk in te grijpen. Galileo krijgt de rest van zijn leven huisarrest en officieren van de inquisitie houden hem continu in de gaten. De wetenschapper sterft in 1642. In 1992 verklaart paus Johannes Paulus II dat Galileo zo’n 359 jaar eerder toch gelijk had. De inquisitie had naar geloof gehandeld, maar zat fout.
De mens: bijna uitgeroeid
Bijna was de mensheid zo’n 70.000 jaar geleden totaal uitgestorven. De mens leefde in kleine groepen in Afrika. Toen de droogte daar doorzette, ging het fout. Op het dieptepunt waren er slechts nog 2000 exemplaren over. Aan het begin van de Steentijd zette de groei gelukkig weer door en vandaag de dag leven er wereldwijd bijna zeven miljard mensen.
Al Gore: de bijna-president
In 2000 verloor hij de verkiezingen om het presidentschap en belandde George W. Bush in plaats van hijzelf in het Witte Huis. Dat is al een flink verlies. Maar als dan een aantal maanden later ook geconcludeerd wordt dat de stemmen fout geteld zijn en je eigenlijk had moeten winnen, dan wordt het echt zuur. Het overkwam Al Gore. De verkiezingen zorgden in de staat Florida voor chaos. Veel stembiljetten werden ongeldig verklaard. De ene keer omdat ze twee gaatjes hadden, de andere keer omdat er geen gaatje in zat. Uit latere onderzoeken bleek dat Al Gore – als deze biljetten wel hadden meegeteld – in Florida drie keer zoveel stemmen had verdiend dan Bush. Terugdraaien kon echter niet meer, daar Bush ten tijde van deze onderzoeksresultaten al lang in het Witte Huis zat. Maar Al Gore nam de tijd niet om bij de pakken neer te zitten. Hij wierp zich op als klimaatambassadeur, bracht de succesvolle en veel besproken film An Inconvenient Truth uit en geeft sindsdien wereldwijd lezingen. In 2007 won hij – samen met het IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change) de Nobelprijs voor de Vrede.