Winnen: het boek ‘Iedereen ruimtevaarder’

De toekomst van de aarde ligt in de ruimte, zo betoogt schrijver Nancy Vermeulen in dit boek.

In 1969 werd er geschiedenis geschreven toen Neil Armstrong zijn eerste stappen op de maan zette. Het was het begin van een nieuw tijdperk. Inmiddels zijn we meer dan vijftig jaar verder en al bijna gewend aan het idee dat er continu mensen in de ruimte vertoeven; op meer dan 400 kilometer afstand van de aarde is het internationale ruimtestation voortdurend bemand. Maar daar nemen we geen genoegen mee; we willen verderop. Nog dit decennium wil de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie opnieuw mensen op de maan zetten om onze natuurlijke satelliet uiteindelijk te gaan gebruiken als een uitvalsbasis vanwaar verdere bestemmingen – zoals Mars – verkend kunnen worden.

Exploratie en exploitatie
“Nu wetenschappelijke kennis en toptechnologie samenkomen, zijn we klaar om de volgende stappen te zetten: de verdere exploratie en exploitatie van de ruimte,” zo schrijft Nancy Vermeulen in haar nieuwe boek ‘Iedereen ruimtevaarder’. “Ik beschouw het als een belangrijk deel van de vierde industriële revolutie, de ruimterevolutie.”

En het is niet alleen vanwege de steeds verdere bestemmingen dat Vermeulen van een revolutie spreekt. Wat minstens net zo revolutionair is, is dat de ruimte langzaam maar zeker ontsloten wordt. Waar de ruimtevaart eerder nog het domein was van gouvernementele ruimtevaartorganisaties en hun astronauten, zijn er nu ook steeds meer bedrijven met diepe zakken die flink in de ruimtevaart investeren en vastbesloten zijn om de ruimte voor iedereen toegankelijk te maken. “Anno 2021 is mijn kinderdroom om een raket te nemen zoals een vliegtuig nog niet aan de orde, maar dankzij de private ruimtevaartbedrijven van visionairen en pioniers als Jeff Bezos (Blue Origin), Richard Branson (Virgin Galactic) of Elon Musk (SpaceX), die de handen in elkaar slaan met de klassieke ruimtevaartbedrijven, komt die evolutie wel in een stroomversnelling terecht.”

Nieuwsgierig
Het is een opwindende gedachte. Want de ruimte trekt al sinds mensenheugenis aan ons, zo toont Vermeulen in haar boek aan. Al duizenden jaren proberen mensen de sterrenhemel te duiden. En met name de laatste eeuwen slaagt men daar dankzij steeds krachtigere telescopen steeds beter in. Maar hoe meer we over ons zonnestelsel en onze Melkweg te weten komen, hoe nieuwsgieriger we worden. We willen alles begrijpen en zijn benieuwd of er elders ook leven is. Zelf de ruimte in trekken, op zoek naar antwoorden lijkt dan een logische vervolgstap.

Uitdagingen
Maar het gaat niet zonder slag of stoot, zo stelt Vermeulen. Want ons lijf is niet gemaakt voor een leven in de ruimte. “We zijn immers miljoenen jaren geëvolueerd om optimaal te functioneren onder aardse omstandigheden. Ons hart pompt bloed naar onze hersenen, tegen de aardse zwaartekracht in. Neem die zwaartekracht weg en de machine die ons lichaam is raakt in de war. In de ruimte is er ook geen luchtdruk, geen zuurstof, we staan er bloot aan schadelijke kosmische straling, en de effecten van langdurige gewichtloosheid zijn evenmin te onderschatten. Een verblijf in de ruimte heeft dus sowieso een aanzienlijke impact op ons lichaam, zelfs als dat verblijf in de meest optimale omstandigheden plaatsvindt. En dan hebben we het nog niet over alle psychologische en mentale uitdagingen die erbij komen kijken: isolatie, een gebrek aan privacy, verveling…” Vermeulen weet waar ze het over heeft; ze nam jaren geleden zelf deel aan een gesimuleerde Marsmissie en liep tegen verscheidende van de genoemde uitdagingen aan. Tegelijkertijd zijn het echter dergelijke simulaties die – samen met langdurige missies naar bijvoorbeeld het ISS – inzicht geven in de uitdagingen, waardoor we ze ook het hoofd kunnen gaan bieden. Want dat al deze uitdagingen met behulp van technologie en wetenschap op te lossen zijn, staat voor Vermeulen vast.

De ruimte in
En zo komt de ruimte dus in toenemende mate aan onze voeten te liggen. Maar wat doen we ermee? En waarom zouden we dat moeten willen? Ook die vragen schuwt Vermeulen niet. Ze legt uit waarom de ruimtevaart van grote waarde is – ook voor het leven op onze eigen planeet. En ze vertelt waarom we de ruimte wel in móeten gaan. “Onze Zon zal op een dag haar laatste adem uitblazen, dus als we ons bestaan willen vereeuwigen, moeten we ons DNA en ons wereldwijde erfgoed letterlijk de ruimte in slingeren. Dankzij de kennis en de technologie waarover we vandaag beschikken, zetten we de eerste stappen om een planeetvarende soort te worden.” Het is een hoopvol en fascinerend toekomstperspectief dat we juist nu – in een door virussen en ego’s verscheurde en gepolariseerde wereld – misschien wel harder nodig hebben dan ooit. “Ras, geslacht, religie, politiek… zijn stuk voor stuk door de mens geconstrueerde categorieën die we moeten overstijgen om onze toekomst veilig te stellen. In het grotere geheel doen ze niet ter zake en leiden ze ons af van ons werkelijke doel: het is geen kwestie van ‘ik’ versus ‘jij’, er is alleen ‘wij’, samen op die kleine blauwe aardbol in dat oneindige heelal, waarin we met z’n allen proberen te overleven.”

Zo neemt Vermeulen ons in haar boek ‘Iedereen ruimtevaarder‘ bij de hand en legt met veel passie en enthousiasme uit waarom onze toekomst in de ruimte ligt en wat er nog moet gebeuren om onze toekomst in de ruimte veilig te stellen. Nieuwsgierig geworden? Wij mogen 5 exemplaren van het boek weggeven. Reageer hieronder om kans te maken!

Bronmateriaal

Afbeelding bovenaan dit artikel: NASA

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd