Wie waren toch de Hunnen? Oud DNA onthult de mysterieuze oorsprong van dit gevreesde volk

Nieuw onderzoek onthult fascinerend bewijs dat sommige Hunnen in Europa rechtstreeks verwant waren aan de elites van het Xiongnu-rijk, het machtige nomadenrijk uit de Mongoolse steppe.

De Hunnen doken plotseling op in Europa rond 370 na Christus. In een oogwenk bouwden ze vervolgens een van de meest invloedrijke – al waren het korte – rijken op het continent. Wetenschappers hebben al lange tijd de vraag of de Hunnen afstamden van de Xiongnu, die honderden jaren eerder een machtig rijk in de Mongoolse steppe hadden. Na de ondergang van het Xiongnu-rijk rond 100 na Christus, ontstond er een gapende kloof van 300 jaar voordat de Hunnen Europa binnenstormden. Kunnen we via DNA-sporen de mysterieuze link tussen deze eeuwenlange leemte vinden?

DNA
Om deze vraag te beantwoorden, onderzochten wetenschappers het DNA van 370 mensen die leefden over een periode van ongeveer 800 jaar, van de 2e eeuw v.Chr. tot de 6e eeuw n.Chr. De locaties die ze bestudeerden bevonden zich in de Mongoolse steppe, Centraal-Azië en het Karpatenbekken in Centraal-Europa. Ze richtten zich in het bijzonder op 35 recent gesequencede genomen, afkomstig van een archeologische vindplaats in Kazachstan uit de 3e en 4e eeuw en op opgravingen in het Karpatenbekken uit de 5e en 6e eeuw.

Oost-Aziatische genetische kenmerken
De resultaten tonen aan dat er na de komst van de Hunnen geen grote Aziatische of steppe-gemeenschap in het Karpatenbekken woonde. Wel vonden de onderzoekers een kleine, maar opvallende groep mensen die duidelijke Oost-Aziatische genetische kenmerken vertoonden. Geavanceerde genealogische analyses (waarbij gedeelde DNA-segmenten, ook wel IBD genoemd genoemd, werden vergeleken) leidde vervolgens tot een verrassende ontdekking.

Verrassende ontdekking
De onderzoekers stuitten op directe banden tussen enkele personen uit de Hunnse periode in Europa en de hoogste elites van het oude Xiongnu-rijk – een machtig nomadisch rijk dat eeuwen vóór de opkomst van de Hunnen in de Mongoolse steppe bestond. “Het was een grote verrassing om te ontdekken dat sommige van deze individuen uit de Hunnse periode in Europa IBD-links delen met enkele van de hoogste leden van de keizerlijke elite van het late Xiongnu-rijk”, zegt co-auteur Guido Alberto Gnecchi-Ruscone van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie. “Deze verrassende connecties omvatten zelfs een persoon uit het grootste terrasgraf dat ooit in een Xiongnu-opgraving is gevonden.”

Variatie
Deze link suggereert dat sommige Hunnen in Europa genetische connecties hadden met mensen uit invloedrijke laat-Xiongnu-graven in de Mongoolse steppe. Toch is het archeogenetische plaatje van de meeste Hunnen en post-Hun-individuen in het Karpatenbekken veel gevarieerder. Zo blijkt namelijk dat slechts een klein aantal personen uit de Hunnse periode Oost-Aziatische voorouders had. Veruit de meesten hadden juist een gemengde afkomst. “DNA- en archeologische gegevens tonen een mengelmoes van verschillende afkomsten”, zegt co-auteur Zsófia Rácz van de Eötvös Loránd Universiteit in Boedapest. “Dit wijst op een complex proces van beweging en interactie in plaats van een massale migratie. Hoewel deze verbindingen bevestigen dat er directe afstammelingen van Xiongnu-elites waren, laat het onderzoek ook zien dat de bevolking van het Hunnenrijk in Europa genetisch heel divers was.”

Avaren
De bevindingen benadrukken bovendien dat de komst van de Hunnen in Europa heel anders was dan die van de Avaren twee eeuwen later. “De Avaren kwamen rechtstreeks naar Europa nadat hun Oost-Aziatische rijk door de Turken was verwoest”, vertelt onderzoeker Walter Pohl. “Veel van hun nakomelingen hadden tot het einde van hun heerschappij rond 800 nog steeds duidelijke Oost-Aziatische kenmerken. De voorouders van Attila’s Hunnen daarentegen reisden generaties lang westwaarts, zich onderweg mengend met diverse bevolkingsgroepen in Eurazië.”

Inzichten
Dit onderzoek verschaft interessante nieuwe inzichten in hoe samenlevingen in het Karpatenbekken zich aanpasten en transformeerden door de invloed van nieuwe migratiestromen. De studie werpt dan ook nieuw licht op de veelbesproken bevolkingsdynamiek die de Euraziatische geschiedenis tijdens de Late Oudheid heeft gevormd. “Hoewel de Hunnen het politieke landschap drastisch veranderden, was hun genetische invloed – buiten een aantal elitegraven – beperkt”, concludeert onderzoeker Zuzana Hofmanová. “De meerderheid van de bevolking lijkt van Europese oorsprong te zijn geweest, met voortzetting van lokale tradities, aangevuld met enkele nieuwe invloeden vanuit de steppe.”

De studie, gepubliceerd in het prestigieuze vakblad PNAS, laat zien hoe genetische analyse, in combinatie met archeologie en geschiedenis, eeuwenoude vragen kan helpen beantwoorden en ons inzicht in het verleden kan verfijnen. Hoewel er nog veel vragen onbeantwoord blijven, levert dit onderzoek sterk bewijs voor directe connecties tussen de bevolking uit de Hun-periode, de steppe en het Xiongnu-rijk. Het vergroot ons inzicht in de dynamische netwerken die Oost- en West-Eurazië in het verleden met elkaar verbonden.

Bronmateriaal

"Origin and diversity of Hun Empire populations" - Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology
Afbeelding bovenaan dit artikel: Poniol60 (via Wikimediacommons)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd