Wie neem je mee naar Mars? Studie toont aan dat de juiste mix van persoonlijkheden cruciaal is

Een enkeltje Mars duurt ongeveer 500 dagen en is een pittige onderneming. Daarbij lijkt de menselijke factor nog een grotere uitdaging dan de technologie. De juiste combinatie van persoonlijkheden kan het verschil maken tussen succes en mislukking. En dat hebben twee Amerikaanse onderzoekers nu tot in de puntjes uitgewerkt.

Astronauten die naar Mars reizen, zitten tot drie jaar lang in een kleine, afgesloten ruimte met weinig privacy en een constante hoge werkdruk. Langdurige isolatie en spanning leiden tot stress, slechtere samenwerking en zelfs gezondheidsproblemen. Hoe zorg je ervoor dat een team onder zulke omstandigheden goed blijft functioneren? Onderzoekers Iser Peña en Hao Chen van het Stevens Institute of Technology in New Jersey hebben daar een verrassend antwoord op gevonden: diversiteit in persoonlijkheden kan de sleutel zijn tot overleving.

Virtuele missie naar Mars

Om de effecten van persoonlijkheid op samenwerking en stress te onderzoeken, simuleerden Peña en Chen een 500 dagen durende missie naar Mars met behulp van een ‘agent-gebaseerd model’ (ABM). In zo’n simulatie worden virtuele teamleden – elk met een eigen karakter en rol, zoals piloot, ingenieur of medicus – in een kunstmatige omgeving geplaatst om te zien hoe ze reageren op druk, isolatie en conflicten. “Voor het eerst hebben we een model gemaakt van een 500-daagse missie naar Mars door psychologische inzichten te combineren met een computersimulatie”, leggen de onderzoekers uit. “Deze nieuwe aanpak maakt duidelijk wat voor invloed de verschillende teamrollen en karakters van astronauten hebben op stress en prestaties tijdens de missie. Ook laat het een glimp zien van de psychologische uitdagingen die de teamleden tegenkomen tijdens zulke lange ruimtereizen.”

De simulatie neemt de vijf bekende persoonlijkheidskenmerken mee in zijn berekening: openheid, consciëntieusheid, neuroticisme, extraversie en vriendelijkheid – beter bekend als de ‘Big Five’. En de wetenschappers waren verrast door de resultaten. Teams met een mix van verschillende persoonlijkheden komen duidelijk beter uit de verf dan homogene groepen. Ze blijven rustiger onder druk, communiceren beter en blijken gezonder en productiever. Vooral teams waarin leden met een hoge score op consciëntieusheid (zorgvuldige, gewetensvolle mensen vol plichtsbetrachting) samenwerken met collega’s die laag scoren op neuroticisme, doen het goed. Ook een combinatie van extraverte en vriendelijke astronauten blijkt erg effectief, doordat zij de groepscohesie versterken en spanningen beter kunnen oplossen.

Volgens Peña en Chen zorgt diversiteit voor een natuurlijke balans in hoe teamleden omgaan met stress. Waar de één kalm blijft onder druk, zorgt een ander voor motivatie en verbondenheid. Daardoor kunnen teams beter functioneren tijdens langdurige isolatie; een situatie die vergelijkbaar is met een Marsmissie.

Soft skills

Het onderzoek bevestigt wat ruimteorganisaties als NASA en ESA al langer vermoeden: mentale en sociale fitheid zijn zeker net zo belangrijk als technische vaardigheden. Astronauten moeten niet alleen weten hoe ze systemen bedienen, maar ook hoe ze elkaar mentaal kunnen ondersteunen en tegelijk zelf lekker in hun vel zitten. De onderzoekers pleiten daarom voor het opnemen van uitgebreide persoonlijkheidstesten in de selectieprocedures voor toekomstige Marsmissies. Door bewust te zoeken naar karakters en rollen die elkaar aanvullen, wordt de kans op conflicten kleiner en de veerkracht van het team groter. “De vraag is niet alleen of we de reis fysiek kunnen overleven”, zegt Peña, “maar ook of we de missie samen kunnen overleven.”

Kanttekeningen

De onderzoekers geven toe dat hun model een aantal beperkingen heeft. Zo gaan ze ervan uit dat persoonlijkheden tijdens de missie niet veranderen, terwijl mensen in werkelijkheid juist mentaal kunnen groeien en in staat zijn zich aan te passen aan de omstandigheden. Ook factoren als vriendschap of rivaliteit zijn niet volledig meegenomen in het model. Toch zien Peña en Chen hun werk als een belangrijke toevoeging aan het selectieproces. Door de simulaties te combineren met gegevens uit echte Mars-analoge missies, zoals die in de HI-SEAS-habitat op Hawaï, denken ze in de toekomst beter te voorspellen welke teams het meest kansrijk zijn.

Want de raketten, computers en navigatiesystemen kunnen nog zo perfect zijn, als het team mentaal instort, mislukt de missie. Of zoals Peña het samenvat: “Het zijn niet alleen de raketten die ons naar Mars brengen, het zijn de mensen die erin zitten.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd