Het supermassieve zwarte gat in het centrum van de Melkweg scheurt een gaswolk uit elkaar. Hierdoor begint deze wolk nu te lijken op spaghettisliert. Europese wetenschappers hebben de Very Large Telescope gebruikt om de sliert te fotograferen.
“Het gas aan kop van de wolk is nu over een lengte van meer dan 160 miljard kilometer uitgetrokken rond het punt van de baan dat het dichtst bij het zwarte gat ligt”, vertelt Stefan Gillessen van het Max-Planck-Institut für extraterrestrische Physik. “En dat punt is maar iets meer dan 25 miljard kilometer verwijderd van het zwart gat zelf – bijna fataal dichtbij dus. De wolk is zo uitgerekt dat de dichtste nadering niet één gebeurtenis is, maar een proces dat minstens een jaar gaat duren.”
Net als een planetaire nevel of een supernovarestant dat uit elkaar dijt, wordt deze gaswolk steeds moeilijker te zien. Toch slaagde het SINFONI-instrument van de Very Large Telescope er in om de gaswolk waar te nemen. Wel moest dit instrument daarvoor twintig uur (!!) naar de omgeving van het supermassieve zwarte gat turen.
“Het is spannend om te zien dat de kop van de wolk met een snelheid van tien miljoen kilometer per uur onze kant op komt”, vindt studieleider Reinhard Genzel. “Dat is 1% van de lichtsnelheid.”
Geen ster
De wetenschappers verwachten niet dat er een ster in de gaswolk aanwezig is. Daarvoor is de massa te laag. Omdat de gaswolk uitgerekt is als een spaghettisliert, zou een eventuele ster al gezien moeten zijn. Gillessen: “Op dit moment denken we dat het gas waarschijnlijk op de een of andere manier afkomstig is van de sterren die we rond het zwarte gat zien draaien.”
Wetenschappers hopen dankzij de observaties meer te leren over wat voor extreme gevolgen de supersterke zwaartekracht van een zwart gat heeft op de omgeving.