Op de tekeningen pronken voornamelijk zoogdieren en vogels en nagenoeg geen reptielen en amfibieën. En dus is er volgens de onderzoekers nog behoorlijk wat werk te verzetten.
Als je denkt aan de dieren die in je eigen achtertuin of in een plaatselijk stadspark leven, welke dieren poppen dan op? Dat was ongeveer de vraag die wetenschappers aan zo’n vierhonderd Britse schoolkinderen, van tussen de zeven en elf jaar oud, stelden. De kinderen werden gevraagd tekeningen te maken, waar de dieren die zij associeren met natuur op pronkten. En na analyse van alle kleurplaten, komen de onderzoekers tot een verrassende ontdekking.
Diepere betekenis
De tekeningen waren niet alleen bedoeld om de kinderen een leuke middag te geven. Ze hadden een diepere betekenis. Zo wilden de onderzoekers op deze manier de band die de kinderen al dan niet met de natuur hebben, aan het licht brengen. En dat is niet voor niets. Eerder onderzoek heeft namelijk aangetoond dat Europese en Noord-Amerikaanse kinderen tegenwoordig steeds losser zijn komen te staan van de natuur. Door de komst en uitbreiding van steden, leven steeds meer kinderen in bebouwde omgevingen en komen minder in aanraking met bijvoorbeeld bossen of bergen. En dat heeft verstrekkende gevolgen, zo weten we. ‘Groen’ is namelijk heel gezond. Kinderen die vaker in de natuur te vinden zijn, hebben bijvoorbeeld een betere cognitieve functie. Bovendien vrezen onderzoekers dat als kinderen van de natuur ‘ontkoppeld’ worden, ze later minder gauw bereid zullen zijn om zich in te zetten voor natuurbehoud.
We weten al een tijdje dat natuur heel gunstig is voor je gezondheid. Het kan zelfs de kans op een beroerte flink verkleinen. En wie regelmatig een rondje door het park loopt, blijkt zelfs minder medicijnen nodig te hebben voor bijvoorbeeld depressie of hoge bloeddruk. Het betekent dat er steeds meer bewijs komt dat groene gebieden gezondheidsvoordelen met zich meebrengen, zowel voor je geestelijke gezondheid, je welzijn, het risico op cardiometabole aandoeningen en zelfs het sterfterisico – om er maar enkele te noemen. Groene gebieden en stadsparken werken onder andere stressverminderend. Bovendien word je er ook fysiek actiever door – je onderneemt bijvoorbeeld eerder een wandelingetje. Daarnaast heb je in een park ook vaker sociaal contact. Allemaal zaken die gunstig zijn voor je gezondheid en mogelijk ook het risico op verschillende aandoeningen kunnen terugdringen. Groene gebieden zijn dus een zeer goede manier om de gezondheid en het welzijn van mensen in steden te verbeteren.
Daarom vroegen de onderzoekers of de kinderen, afkomstig van twaalf verschillende scholen in Engeland, de dieren in hun achtertuin en dichtstbijzijnde parken wilden tekenen. Vervolgens analyseerde het team de verschillende diersoorten die de kinderen hadden afgebeeld.
De dieren
Uit de analyse blijkt dat met name zoogdieren en vogels in de smaak vielen. Eekhoorns, katten en egels kwamen in meer dan 80 procent van de tekeningen voor, vaker dan enig ander type dier. Op meer dan 68 procent van de kleurplaten pronkten vogels. Insecten en andere ongewervelden waren minder geliefd. Maar het opvallendst was de opmerkelijke afwezigheid van reptielen en amfibieën. Deze waren op slechts 15,7 procent van de tekeningen afgebeeld. En hoewel de kinderen niet gevraagd werden om planten te tekenen, prijkten deze op maar liefst 91 procent van de kleurplaten. Van de planten waren bomen en gewassen, zoals aardbeien, aardappelen en wortelen, het meest herkenbaar.
Onbalans
Volgens de onderzoekers duiden deze bevindingen op een ‘onbalans’ in het ecologisch bewustzijn van kinderen. “De perceptie van kinderen van de lokale fauna is scheef in de richting van zoogdieren en vogels,” zo schrijven ze in hun studie. “Kinderen tekenen niet alleen vaker zoogdieren en vogels dan ongewervelde dieren, amfibieën of reptielen, maar ze kunnen ze ook nauwkeuriger tekenen dan kleinere, minder charismatische dieren.”
Ontkoppeling
Deze ontdekking is misschien niet zo verwonderlijk. Ook in de media en in veel culturen zien we namelijk dezelfde voorkeur voor zoogdieren en vogels. Toch is het volgens de onderzoekers enigszins verontrustend. “Het wijst op bepaalde vooroordelen in de perceptie van kinderen van hun natuurlijke wereld,” zo betogen ze. “En dit wijst op een breder probleem, namelijk op ontkoppeling van de natuur en verdwijning van ecologische kennis.”
De onderzoekers pleiten voor inspanningen om het ecologisch bewustzijn van kinderen te vergroten. “Onze resultaten suggereren dat we de bestaande vooroordelen moeten aanpakken,” zeggen ze. Hoe? Ook daar heeft het team wel een idee over. Dit kan bijvoorbeeld door schoolleerplannen aan te passen en de groene ruimten op scholen uit te breiden. En daar moeten we zo snel mogelijk mee beginnen. “Het is een kwestie van urgentie,” besluiten de auteurs.