Het onderzoek geeft nieuw inzicht in wat er zo tegen het einde van de Bronstijd in Mongolië op het menu stond.
Het is 2019 en twee herders zijn in het noorden van Mongolië bezig om een omheining voor hun paarden te maken, als ze in de bodem plots op oude objecten stuiten. Het blijkt onder meer te gaan om twee schijnbaar zeer oude bronzen ketels die de herders niet veel later overhandigen aan Mongoolse archeologen. En die hebben de ketels nu – samen met buitenlandse collega’s – uitgebreid onderzocht en denken zelfs te weten wat erin heeft gezeten!
Bronstijd
Het onderzoek onthult allereerst dat de twee ketels zo’n 2700 jaar oud zijn. Daarmee stammen ze uit het eind van de Mongools Bronstijd, zo schrijven de onderzoekers in het blad Scientific Reports.
Over de ketels
De ketels zijn rond van vorm en staan op een trapeziumvorige basis. De ene ketel is 46,2 centimeter hoog en heeft een maximale diameter van 36 centimeter. Aan de bovenzijde bevinden zich twee ronde handvatten die zo’n 7,4 centimeter hoog en 9,4 centimeter breed zijn. De andere, kleinere ketel is 38,5 centimeter hoog en heeft een maximale diameter van 28,5 centimeter. Aan deze ketel bevindt zich één handvat dat 6,5 centimeter hoog en 7,8 centimeter breed is. In beide ketels is zowel aan de buiten- als de binnenzijde roet aangetroffen, wat erop wijst dat ze in het verleden verhit of verbrand zijn.
Geen bloed drinken
De onderzoekers waren vanzelfsprekend ook heel benieuwd wat er in de 2700 jaar oude ketels had gezeten. En daarom bemonsterden ze de binnenzijde van beide ketels. In de grote ketel stuitten ze daarbij op eiwitten die voorkomen in bloed van runderen. Het wijst erop dat de ketel gebruikt werd om het bloed van geslacht vee op te vangen, zo stellen de onderzoekers. “Hoewel het mogelijk is dat het bloed verzameld werd voor rauwe consumptie of rituele doeleinden, geloven wij dat het waarschijnlijker is dat het gebruikt werd om voedsel van te maken,” zo schrijven de onderzoekers in hun onderzoeksartikel. Want hoewel Chinese schrijvers wel melding maken van bloedconsumerende groepen op de Mongoolse steppe, lijkt dat voornamelijk propaganda te zijn geweest. “In de gedachtenwereld van de Chinese schrijvers die dergelijke verslagen opstelden, stond het eten van rauw vlees of drinken van bloed gelijk aan primitief gedrag. In plaats van waarheidsgetrouwe verslagen lijken deze uitspraken eerder een poging om steppevolkeren af te schilderen als barbaren.”
Bloedworst
De mensen die tegen het einde van de Bronstijd op de Mongoolse steppe leefden, lijken de ketels dus niet gebruikt te hebben om bloed uit te drinken. Maar waar gebruikten ze het in de ketels opgevangen bloed dan voor? Waarschijnlijk maakten ze er bloedworst van, zo schrijven de onderzoekers. “Het gebruik van deze ketels voor het verzamelen of bewaren van bloed doet denken aan hoe bloedworst in de moderne tijd wordt gemaakt. Vandaag de dag wordt het bloed van vee – na de slacht – verzameld in plastic of metalen schalen, waarna andere ingrediënten – zoals fijngehakte lever of groenten – worden toegevoegd aan het bloed en het mengsel vervolgens in ingewanden wordt gegoten.”
Melk
In de tweede, kleinere ketel werden ook sporen van bloed ontdekt. Maar daarnaast troffen de onderzoekers er ook sporen van melk in aan. Een analyse van die melk hint erop dat het gaat om melk van de jak. En dat is intrigerend, vinden de onderzoekers. Het suggereert namelijk dat de jak veel eerder dan gedacht door de oude bewoners van de Mongoolse steppe gedomesticeerd werd.
“Deze onthullingen geven ons een inkijkje in de gastronomische tradities en dieetvoorkeuren van nomaden in de Bronstijd en werpen een licht op de diverse culinaire methodes die oude beschavingen toepasten,” concludeert onderzoeker Shevan Wilkin. Maar daar blijft het niet bij. De studie onthult vooral ook dat bronzen ketels ons meer te vertellen hebben dan je misschien op het eerste gezicht zou denken. “Onze analyse onderstreept de opmerkelijke conserverende eigenschappen van bronzen materialen, waarin eiwitten en andere organische moleculen behouden kunnen blijven.” Wilkin en collega’s zien hun studie dan ook vooral als de opmaat naar meer. Ze wijzen er in hun studie namelijk op dat in musea wereldwijd duizenden bronzen ketels te vinden zijn die ons samen wellicht nog veel meer kunnen vertellen over wat mensen vroeger aten en hoe ze hun voedsel vroeger bereidden.