Het kleinste vogeltje ter wereld blijkt niet opgewassen tegen de barre, bergachtige omstandigheden. En dat beperkt de plekken waar de kolibrie in het opwarmende klimaat naartoe kan migreren, aanzienlijk.
Klimaatverandering heeft inmiddels geleid tot wereldwijde en deels onomkeerbare gevolgen voor mens en natuur. Zo is er bijvoorbeeld onder onze neuzen een massale verhuizing aan de gang. En wel van dieren. Steeds meer diersoorten migreren naar nieuwe, koudere gebieden. De één verhuist richting de polen, terwijl de ander het juist hogerop zoekt. Maar wat zal de kolibrie doen? Is een leven in de bergen ook voor dit prachtige vogeltje weggelegd?
Kolibries
Om die vraag te beantwoorden, trakteerden wetenschappers kolibries op een uitstapje naar de bergen. De vogeltjes werden gevangen op verschillende locaties. Zo lokten de onderzoekers zowel kolibries die op slechts 10 meter boven zeeniveau leefden, als soortgenoten die op wel 2400 meter hoogte voorkomen in de val.
Stofwisseling
De kolibries werden eerst naar een volière op 1215 meter hoogte gebracht. Na een paar dagen kregen ze een trechter met een smakelijke siroop voorgeschoteld, waarmee de onderzoekers hun stofwisseling konden meten. Later mat het team ook de stofwisseling tijdens de ‘mini-winterslaap’ van de kolibries; dit is een opmerkelijke slaaptoestand waarin de vogeltjes ’s nachts verkeren. Ze zijn dan volledig bewegingsloos en reageren op niets meer.
Na deze eerste experimenten werden de kolibries naar een volgend, nabijgelegen onderzoeksstation verplaatst op maar liefst 3800 meter hoogte. Hier is de lucht niet alleen een stuk ijler (er zit zo’n 39 procent minder zuurstof in de lucht), het is er ook behoorlijk kouder: het kwik stijgt er niet boven een barre 5 graden Celsius. Vier dagen na de verhuizing maten de onderzoekers de stofwisseling van de kolibries opnieuw.
Moeite
Hoewel de vogeltjes harder moesten werken om in de ijle lucht warm te blijven, kelderde hun stofwisseling met maar liefst 37 procent. Bovendien bleken alle kolibries (dus zowel de vogeltjes die op 10 meter boven zeeniveau leven, als de vogeltjes die tot wel 2400 meter hoogte voorkomen) evenveel moeite met de bergachtige omstandigheden te hebben. Niet alleen hadden ze meer moeite om te blijven zweven, ze werden ook ’s nachts gedurende langere perioden traag, waarbij ze meer dan 87,5 procent van de kille nacht in hun mini-winterslaap doorbrachten.
Conclusie
“Over het algemeen suggereren deze resultaten dat lage luchtdruk en verminderde zuurstof de vliegprestaties van kolibries aanzienlijk aantasten,” concludeert onderzoeker Austin Spence. “Daarnaast laat het zien dat kolibries blijkbaar langer in mini-winterslaap gaan als het heel koud is.”
Het zijn interessante bevindingen. Maar wat dit betekent voor de toekomst van de kolibrie, nu klimaatverandering ook deze vogeltjes dwingt te zoeken naar comfortabelere omstandigheden? “Het lijkt erop dat ze de bergachtige omstandigheden lastig het hoofd kunnen bieden,” zegt Spence. En dat betekent dat we de kolibrie waarschijnlijk niet in de bergen zullen gaan tegenkomen. In plaats daarvan is het volgens de onderzoekers aannemelijker dat ze in hun zoektocht naar koelte meer naar het noorden zullen trekken.