Wetenschappers pleiten voor een nieuw VN-Duurzaam Ontwikkelingsdoel om de baan rondom de aarde beter te beschermen.
Op dit moment zijn er 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (ook wel Sustainable Development Goals, SDG’s, genoemd). Deze zijn in 2015 door de VN-lidstaten vastgesteld en vormen een universele oproep tot actie om armoede uit te bannen, de planeet te beschermen en vrede en welvaart te bevorderen. In het tijdschrift One Earth doet een internationaal team van experts nu een voorstel voor een 18e SDG, gericht op het opruimen van ruimteafval. “Dit zou een belangrijke stap zijn in het veiligstellen van de baan om de aarde voor toekomstige generaties”, aldus Melissa Quinn, algemeen directeur van de International Business Unit bij Slingshot Aerospace.
Satellieten
Deze oproep komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het is namelijk een drukte van jewelste rondom de aarde. Inmiddels zijn zo’n 100 landen actief in de ruimte, wat ervoor heeft gezorgd dat er sinds de jaren ’50 bijna 20.000 satellieten in de baan van de aarde zijn gekomen. En dat aantal blijft maar groeien, met een voorspelling van maar liefst 60.000 satellieten in 2030. De snelle groei van satellietlanceringen is dan ook opmerkelijk. “In 2023 werden er maar liefst 2.877 satellieten gelanceerd, wat een stijging van 15 procent betekent ten opzichte van het voorgaande jaar”, zegt Quinn. “Deze groei zal naar verwachting doorzetten in 2024.”
Afval
Helaas gaat die groei gepaard met veel afval. De ruimte, die eigenlijk een schone omgeving zou moeten zijn, heeft de afgelopen jaren flink te lijden gehad. Er zweven nu naar schatting honderden tonnen rommel rond, zoals kapotte satellieten en brokstukken van satellieten die met elkaar in botsing zijn gekomen. “In 2024 nam het aantal bijna-botsingen tussen satellieten met 17 procent toe”, vervolgt Quinn. “Momenteel cirkelen er meer dan 12.500 ruimtevaartuigen rond de aarde, waarvan meer dan 3.300 inactieve satellieten.” Hoewel de nieuwe satellieten in de toekomst ongetwijfeld veel voordelen zullen opleveren – van het monitoren van ecosystemen en het ondersteunen van wereldwijde communicatie tot het mogelijk maken van diensten zoals satelliettelevisie en contactloze betalingen voor miljarden mensen wereldwijd – groeit de bezorgdheid dat zonder wereldwijde samenwerking één van de laatst ongerepte omgevingen van de aarde onherstelbaar beschadigd kan raken.
Er zijn de afgelopen jaren wel pogingen gedaan om de hoeveelheid ruimteafval terug te dringen. Denk bijvoorbeeld aan het het RemoveDEBRIS-project. Maar deze en soortgelijke inspanningen leverden niet het gewenste resultaat op. Het afval komt er namelijk rapper bij dan dat het verwijderd wordt. Ook het testen van antisatellietwapens – zoals India in 2019 nog ondernam – en de ontploffing van een Russische raketmotor dragen bij aan de hoeveelheid rondvliegend puin. Ruimteafval is dus een serieus probleem. Sommige wetenschappers waarschuwen zelfs dat we ons al in een vroeg stadium van het Kesslersyndroom bevinden, een scenario dat in 1978 werd voorgesteld. Dit houdt in dat de hoeveelheid ruimteafval zo groot wordt dat botsingen tussen objecten een kettingreactie veroorzaken, waarbij steeds meer rommel ontstaat die de kans op nieuwe botsingen vergroot. Op den duur kunnen bepaalde delen van de ruimte zo vol raken met snel bewegende puin, dat ze onbruikbaar worden.
Steeds meer organisaties beginnen in te zien hoe belangrijk actie is. Zo is de Europese ruimtevaartorganisatie van plan om haar ruimteafval op te gaan ruimen. Toch stellen de auteurs dat een extra SDG de wereldwijde steun en de nodige maatregelen zou kunnen leveren om het probleem daadwerkelijk aan te pakken. “Er is dringend behoefte aan gecoördineerde wereldwijde actie om de ruimte veilig, duurzaam en beschermd te houden”, benadrukt Quinn. “En een 18e SDG biedt een unieke kans om de voordelen van de ruimte voor de hele mensheid te waarborgen.”
SDG 14
De auteurs denken dat een 18e SDG geïnspireerd zou kunnen worden door een bestaand doel, namelijk SDG14: duurzaam gebruik van de oceanen en zeeën. Ze geloven dat de waardevolle lessen die we hebben geleerd in het beheer van marien afval, kunnen helpen om een andere planetaire crisis te voorkomen. “Niet zo lang geleden werden de oceanen gezien als onbeperkte bronnen om uit te putten en als eindeloze stortplaatsen voor ons afval”, zegt Thomas Dowling, verbonden aan de Universiteit van Auckland. “We weten nu hoe fout dat standpunt was. Veel mariene omgevingen zijn inmiddels veranderd in onvruchtbare woestenijen en elk jaar komt er naar schatting meer dan acht miljoen ton plasticafval in de oceaan terecht. De baan van de aarde is een vergelijkbare, eindige ruimte, en de onbezonnen manier waarop we deze orbitale omgeving gebruiken, herhaalt de fouten van het verleden. Het is tijd om beleid te ontwikkelen dat reguleert wat we de ruimte insturen. We moeten ervoor zorgen dat de objecten die de baan betreden, veilig, duurzaam en van essentieel belang zijn – of in ieder geval belangrijk voor een groot aantal mensen wereldwijd.”
Deze oproep volgt op een eerder artikel gepubliceerd in Science in maart 2023, waarin een aantal van dezelfde wetenschappers pleitten voor een juridisch bindend verdrag om te voorkomen dat de baan van de aarde onherstelbaar wordt aangetast door de groei van de wereldwijde ruimte-industrie. “De noodzaak om onze natuurlijke omgevingen te beschermen en met elkaar te verbinden – van de oceaan tot de baan om de aarde – is urgenter dan ooit”, betoogt Imogen Napper, onderzoeker aan de Universiteit van Plymouth. “Beide zijn essentieel voor de gezondheid van onze planeet, maar worden steeds meer bedreigd door de druk die we uitoefenen. Steeds vaker wordt erkend dat marien afval geen internationale grenzen kent, en hetzelfde geldt voor ruimteafval. Een VN-ondersteund akkoord zou een belangrijke stap zijn om de baan van de aarde veilig te stellen voor de toekomst.”