De metgezel draait in een ongelofelijk nauwe baan om Betelgeuze heen en kan helpen verklaren waarom de ster met regelmaat flikkert.
De ster Betelgeuze spreekt tot de verbeelding. De rode superreus nadert het einde van zijn leven en is al flink opgezwollen: met een straal die ongeveer 700 keer groter is dan die van de zon, is Betelgeuze werkelijk gigantisch. Hoewel de rode superreus meer dan 600 lichtjaar van de aarde verwijderd is, is deze al millennia met het blote oog te zien. En het is mensen daarbij opgevallen dat Betelgeuze niet altijd even helder is. De helderheid varieert elke 400 dagen én ongeveer elke 6 jaar.
Metgezel
Waarom de helderheid van Betelgeuze regelmatig verandert, was lang onduidelijk. Maar recent onderzoek suggereerde dat de helderheidsvariatie die elke zes jaar optreedt, te wijten is aan het feit dat Betelgeuze een ongeziene metgezel heeft. Die metgezel zou met regelmaat door het kosmische stof ploegen dat Betelgeuze uitstoot, waardoor dat stof verplaatst wordt. Omdat dat stof een deel van het licht van Betelgeuze tegenhoudt, kan het verplaatsen ervan ervoor zorgen dat de ster helderder of juist lichtzwakker lijkt. De hypothese leek in theorie zeker hout te snijden, maar in de praktijk lastig te bewijzen; zowel ruimtetelescoop Hubble als het Chandra-observatorium slaagden er niet in om die voorspelde metgezel te vinden.
Gelukt!
Maar in het blad The Astrophysical Journal Letters onthullen wetenschappers nu dat het ze toch gelukt is om die metgezel direct waar te nemen. En wel met behulp van de Gemini North Telescope. Waarnemingen met behulp van deze telescoop wijzen uit dat de metgezel ongeveer 1,5 keer zwaarder is dan onze zon. Waarschijnlijk gaat het om een hete, jonge, blauwwitte ster in wiens kern nog geen waterstoffusie plaatsvindt.
Lastig te zien
Dat deze metgezel nu pas wordt ontdekt, is goed te verklaren. De jonge, blauwwitte ster staat heel dicht bij Betelgeuze; de afstand tussen de metgezel en het oppervlak van Betelgeuze is slechts vier keer zo groot als de afstand tussen de aarde en de zon. Het betekent dat de metgezel zich in feite in de buitenste regionen van de opgezwollen atmosfeer van Betelgeuze bevindt. Dat maakt het vanzelfsprekend een stuk lastiger om deze waar te nemen. Maar met behulp van de Gemini North Telescope is het nu toch gelukt.
Misschien kun je je nog herinneren dat Betelgeuze in 2019 en 2020 ook volop in het nieuws was. Toen nam de helderheid van de rode superreus in korte tijd onverwacht heel sterk af. En even dachten sommige mensen dan ook dat het moment daar was en Betelgeuze ging ontploffen. Maar vervolgonderzoek wees later uit dat de onverwachte afnames in helderheid het resultaat waren van een stofwolk die door Betelgeuze was weggeslingerd en die vervolgens een deel van het sterlicht had tegengehouden, waardoor het slechts leek alsof de rode superreus minder helder was. Die veelbesproken afnames in helderheid hadden dus niets met een metgezel te maken.
De metgezel van Betelgeuze heeft het niet gemakkelijk; zijn grote broer trekt behoorlijk aan hem. En onderzoekers verwachten dan ook dat de metgezel steeds dichter naar Betelgeuze toe zal bewegen, om uiteindelijk – binnen 10.000 jaar – roemloos ten onder te gaan.





