En dat is om meerdere redenen heel verrassend.
Wij kennen hommels vooral als hardwerkende bestuivers. Maar er is meer, zo onthullen Finse wetenschappers in het blad Proceedings of The Royal Society B. Hommels zijn namelijk ook in staat tot teamwork.
Samenwerken
De onderzoekers baseren die conclusies op experimenten. In deze experimenten werden hommels elke keer in tweetallen getraind. Een aantal hommels leerden daarbij dat ze samen een legoblokje opzij moesten duwen om iets lekkers te krijgen. Andere tweetallen leerden dat ze aan het eind van een tunneltje samen tegen een deur moesten duwen om een beloning te verkrijgen.
Teamwork
Het lukte de onderzoekers om de hommels zo samen te laten werken. Op zich al een knappe prestatie natuurlijk. “Onze resultaten laten voor het eerst zien dat hommels buiten hun korf kunnen leren om nieuwe taken die samenwerking vereisen, op te pakken,” vertelt onderzoeker Olli Loukola.
Wachten
Maar het werd nog interessanter toen de onderzoekers een tweede experiment opzetten, waarin de tweetallen werden opgesplitst. De ene hommel werd hierbij nog even vastgehouden, terwijl zijn samenwerkingspartner alvast op het legoblokje of de gesloten deur aan het einde van de tunnel werd afgestuurd. De op het legoblokje of de gesloten deur losgelaten hommels – die eerder dus met een soortgenoot het legoblokje hadden verplaatst of de deur hadden geopend – gingen daarop gek genoeg niet direct aan de slag om hun beloning veilig te stellen. In plaats daarvan bleven ze wat rondhangen en gingen ze vaak pas tegen het legoblokje duwen nadat hun samenwerkingspartner zich bij hen gevoegd had. En wanneer ze in de tunnel met de gesloten deur aan het eind werden losgelaten, draaiden ze vaak voor ze de deur hadden bereikt al om en vlogen ze vervolgens pas weer in de richting van de deur zodra ze hun vertraagde partner aan zagen komen vliegen. In andere woorden: de hommels leken op hun samenwerkingspartner te wachten.
Controlegroep
Het staat haaks op wat onderzoekers in de controlegroep zagen. Deze bestond uit hommels die getraind waren om in hun eentje legoblokjes te verschuiven of deuren te openen. Wanneer deze hommels in hun eentje op een legoblokje of deur werden afgestuurd, gingen ze – in tegenstelling tot de hommels die geleerd hadden om samen te werken – gelijk aan de slag om hun beloning veilig te stellen.
Sociale invloed
Het onthult dat het gedrag van de hommels die geleerd hadden om samen te werken, beïnvloed werd door de aanwezigheid, afwezigheid en de vliegrichting van hun samenwerkingspartner. “Het laat zien dat samenwerking onder hommels sociaal beïnvloed wordt en niet slechts wordt aangestuurd door individuele inspanningen,” concludeert Louloka.
Het onderzoek hint er tevens heel voorzichtig op dat hommels die samenwerken hun gedrag afstemmen op wat hun samenwerkingspartner doet en er dus eigenlijk sprake is van een gecoördineerde samenwerking. Maar meer onderzoek is nodig om die conclusie te kunnen trekken, zo waarschuwt Louloka. “Of hommels de rol van hun partner echt begrijpen, vereist meer onderzoek waarin hun gedrag tijdens het samenwerken nog gedetailleerder gemonitord wordt.”
Verrassend
Dat hommels überhaupt tot samenwerking in staat zijn, is overigens om meerdere redenen al bijzonder te noemen. Zo is het tamelijk verbazingwekkend dat het kleine insectenbrein samenwerking faciliteert, vertelt Louloka. “De resultaten van het onderzoek vormen een uitdaging voor het conventionele beeld dat we van insecten hebben, door aan te tonen dat zelfs het piepkleine brein van hommels het mogelijk maakt om samen naar een gezamenlijk doel toe te werken.” Dat hommels in staat zijn tot samenwerking is daarnaast ook verrassend, omdat hommels in het wild doorgaans alleen opereren en hun soortgenoten soms zelfs lijken te vermijden. Het roept de vraag op waarom ze toch over het vermogen beschikken om met soortgenoten samen te werken. In hun studie opperen de wetenschappers de mogelijkheid dat het vermogen om samen te werken en zich een (basaal) begrip te vormen van de rol die een eventuele samenwerkingspartner speelt, stiekem wijdverspreid is in het dierenrijk, omdat het de overlevingskansen vergroot. Zo kan samenwerking op specifieke momenten in het leven van organismen handig of zelfs noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld als voedsel schaars is of gevaar dreigt. Organismen die dan in staat zijn om de pootjes ineen te slaan, zouden dan in het voordeel zijn en daarmee kan het vermogen om samen te werken – zelfs voor organismen die doorgaans alles alleen doen – evolutionair gezien toch voordelig zijn.
Vervolgonderzoek moet dus uitwijzen of hommels – en andere ongewervelden – een genuanceerd begrip hebben van de rol die hun samenwerkingspartner tijdens een gezamenlijk uitgevoerde taak speelt. Ook zijn onderzoekers benieuwd of onder hommels misschien sprake zou kunnen zijn van samenwerking gebaseerd op een gedeelde intentie. Eerder stelden onderzoekers dat chimpansees en mogelijk ook andere mensapen in staat zijn om met hetzelfde doel voor ogen samen te werken. Onduidelijk is echter of soorten die wat verder van de mens vandaan staan daar ook toe in staat zijn. Meer inzicht daarin, is belangrijk, omdat het ons uiteindelijk ook een beter beeld kan geven van hoe ons vermogen om samen te werken geëvolueerd is.