Blijkbaar hebben olifanten hun zicht nodig om hun stappen te timen.
Olifanten lopen eigenlijk – ongeacht hun snelheid – altijd op dezelfde manier. Ze tillen eerst hun linker achterpoot op (en zetten die weer neer), daarna hun linker voorpoot, gevolgd door de rechter voorpoot en als laatste de rechter achterpoot. En dat is waarschijnlijk niet voor niets. Want wetenschappers vermoeden dat olifanten daar halsstarrig aan vasthouden om te voorkomen dat ze uit balans raken. Dat laatste kan vanzelfsprekend verstrekkende gevolgen hebben voor een olifant, want een val kan grote landdieren – zoals olifanten – gemakkelijker fataal worden.
Zintuigen
Kortom: een consistente tred lijkt voor olifanten van levensbelang. Maar op welke zintuigen bouwen ze nu precies om die tred consistent te houden? Dat was tot voor kort onbekend. Maar een nieuwe studie – verschenen in het blad Biology Letters – brengt daar nu verandering in. In het blad is namelijk te lezen dat wetenschappers – door enkele Aziatische olifanten te blinddoeken – ontdekt hebben dat olifanten voor een consistente en stabiele tred behoorlijk afhankelijk zijn van hun ogen.
Experiment
De onderzoekers baseren hun conclusies op experimenten met vier in gevangenschap levende Aziatische olifanten. De olifanten werden voorzien van instrumenten waarmee de loopsnelheid en tred nauwlettend gevolgd kon worden. Vervolgens liepen ze in tweetallen langzaam een 90 meter lang pad af. Daarbij hield de achterste olifant de staart van de voorste olifant vast. Soms was die achterste olifant geblinddoekt en soms kon deze gewoon zien.
Timing
Na afloop vergeleken de onderzoekers de data van geblinddoekte olifanten met de data van olifanten die tijdens het experiment zonder blinddoek achter hun soortgenoot hadden aangelopen. Ze keken daarbij specifiek naar de tijd die een olifant nodig had om al zijn poten een stap te laten zetten, oftewel de tijd die verstreek tussen het moment waarop de rechter achterpoot de grond raakte en het moment waarop die rechter achterpoot dat opnieuw deed. Bij olifanten die niet geblinddoekt waren, was de timing van hun stappen en daarmee dus ook de tijd die verstreek tussen de momenten waarop de rechterachterpoot de grond raakte, vrij consistent. Maar bij de geblinddoekte olifanten week deze gaandeweg steeds ietsje meer af. “Dus hun beweging werd gaandeweg minder consistent,” vertelt onderzoeker John Hutchinson aan Scientias.nl. “Afwijkingen in de timing van hun stappen stapelden zich op.”
Veiligheid
Het had voor de olifanten in dit zorgvuldig opgezette experiment geen gevolgen. “De veiligheid van onze olifanten was onze eerste prioriteit,” benadrukt Hutchinson. “Ze struikelden nooit en liepen ook nooit het risico om te vallen. We lieten ze heel langzaam op een gelijke ondergrond lopen, terwijl ze begeleid werden door verzorgers en een soortgenoot.” De geblinddoekte olifanten in het experiment liepen dus – ondanks het feit dat ze voor de timing van hun stappen en waarschijnlijk ook hun stabiliteit afhankelijk zijn van hun zicht – geen gevaar. Maar voor wilde olifanten kan dat weleens anders zijn. “In meer natuurlijke situaties kan een olifant met gezichtsproblemen weleens struikelen of zelfs vallen,” zo stelt Hutchinson.
“Visuele feedback is nodig om foutjes die kunnen ontstaan in de timing van de bewegingen van Aziatische olifanten, te corrigeren,” zo concluderen de onderzoekers in hun studie. En wanneer olifanten niet in staat zijn om die visuele feedback te verkrijgen of toe te passen, zullen ze – letterlijk – steeds iets meer uit de pas gaan lopen. “En als die inconsistenties groot genoeg worden, kan dat resulteren in een struikeling of val.”
Het onderzoek – waarin het belang van visuele feedback voor de voortbeweging van olifanten voor het eerst wordt aangetoond – is belangrijk. “Olifanten zijn de grootste landdieren en kunnen ons dus meer inzicht geven in de ‘regels’ die grote dieren volgen als het om hun voortbeweging en het vermijden van een val gaat,” vertelt Hutchinson. Als wetenschappers of verzorgers de mechanismen die aan een consistente olifantentred ten grondslag liggen, kennen, kunnen ze aan de hand van kleine afwijkingen in die tred vervolgens weer diagnoses gaan stellen. Zo kunnen kleine afwijkingen in de tred van een olifant bijvoorbeeld wijzen op zichtproblemen. Bovendien kan door het bestuderen van de tred van een olifant ook gemonitord worden hoe olifanten waarvan bekend is dat ze zichtproblemen hebben, daarmee omgaan. En zo zijn de onderzoekers dus hoopvol dat hun bevindingen uiteindelijk leiden tot een betere zorg en daarmee ook een beter welzijn van olifanten.