Nog voordat twee apen zich verroerd hadden, wisten onderzoekers al wat ze gingen doen. Door naar de hersenactiviteit van de dieren te kijken, achterhaalden ze wat de apen precies van plan waren.
De onderzoekers gebruikten voor hun experiment twee apen. De ene aap was hyperactief en handelde snel. De andere aap was wat rustiger en handelde een stuk minder snel: hij wachtte tot hij alle gegevens had en ging dan pas aan de slag.
Experiment
In een eerste experiment moesten de apen een object aantikken. Soms konden de apen het object direct aantikken. Soms moesten ze eerst om een obstakel heen bewegen. Op het moment dat de aap toestemming krijgt om de hand uit te steken en een object aan te raken, moeten er in het brein verschillende dingen gebeuren. Zo moet de aap eerst achterhalen waar zijn hand zich bevindt, in welke richting deze zich moet begeven en waar de aap uiteindelijk precies naartoe wil.
Resultaten
De onderzoekers bestudeerden de resultaten van hun studie, maar tot hun grote frustratie konden ze maar geen verband vinden. “Ik was gefrustreerd, omdat ik maar niet kon achterhalen waarom de data zo inconsistent leek,” vertelt onderzoeker Thomas Pearce. “Toen scheidde ik de data van de twee apen en toen zag ik: wauw, ze zijn anders. Ze benaderen deze taak anders en dat is best cool.”
Nog een experiment
In een tweede experiment werden de verschillen in persoonlijkheid tussen de apen nog duidelijker. Nu dook het obstakel pas later op dan het object. De onderzoekers zagen dat de hyperactieve aap niet kon wachten om het object aan te tikken. Hij plande zijn acties al wanneer het obstakel er nog niet was. De andere aap begon pas met plannen wanneer het obstakel verscheen. Dat verklaart waarom de resultaten in eerste instantie zo inconsistent was: de apen hebben een andere aanpak. Maar wanner de resultaten per aap bestudeerd werden, waren de onderzoekers in staat om op basis van de hersenactiviteit vast te stellen hoe de apen zouden handelen. Ze ontdekten welke activiteit in de hersenen samenhing met welke positie van de hand, welk object er uiteindelijk werd gepakt en onder welke hoek de hand zich naar het object zou bewegen.
Opvallend
Wat toch het meest opvallende van dit onderzoek is, is dat het bestuderen van de hersenactiviteit niet alleen vertelt wat apen gaat doen, maar ook verschillen in persoonlijkheid laat zien. “Dat maakt dit heel erg interessant,” stelt onderzoeker Daniel Moran.
Gedachten lezen: het is iets wat wetenschappers maar wat graag onder de knie willen krijgen. Uiteindelijk hopen ze op basis van de hersenactiviteit van mensen te kunnen vaststellen waar een mens aan denkt. Die gedachten zouden door een computer omgezet kunnen worden in spraak. Dat is ideaal voor mensen die om wat voor reden dan ook niet kunnen spreken. Ook hopen onderzoekers dat ze straks in staat zijn om handelingen die een mens wil maken, in de hersenen af te lezen. Die gewenste handeling kan dan door een computer door worden gestuurd naar een prothese. Deze prothese kan dan dus (indirect) door de hersenen worden bestuurd.