Een knuffel als je liefdesverdriet hebt, een helpende hand bij je verhuizing of je moeder die op de stoep staat met een pannetje soep als je ziek bent: het is superfijn, maar alleen al het idee dat je op die steun kunt rekenen, is eigenlijk al voldoende voor je welzijn.
Uit een grootschalige internationale studie blijkt dat mensen die zich gesteund voelen door hun omgeving niet alleen mentaal gezonder zijn, maar ook beter presteren op het werk, minder risicovol gedrag vertonen en fysiek fitter zijn. “Deze studie toont het belang aan van de verbanden tussen verschillende vormen van sociale steun en de vele terreinen waarop mensen kunnen floreren”, zegt onderzoeksleider GeckHong Yeo van de National University of Singapore.
Gevoelde steun
Psychologen maken onderscheid tussen ontvangen steun – de daadwerkelijke hulp die iemand krijgt – en gevoelde steun, het geloof dat hulp er is als dat nodig is. Yeo en haar team richtten hun pijlen op die tweede vorm, omdat eerdere onderzoeken lieten zien dat juist dát gevoel sterk gekoppeld is aan het welzijn op de lange termijn.
De onderzoekers gebruikten voor hun meta-analyse gegevens uit maar liefst 604 studies. In totaal namen zij zo’n 900.000 deelnemers mee in de studie uit meer dan dertig landen, waaronder Nederland, Duitsland, de Verenigde Staten en Indonesië. Ze analyseerden de wijze waarop gevoelde sociale steun invloed heeft op mentale gezondheid, fysieke gezondheid, risicogedrag, schoolprestaties en werkprestaties. “Gevoelde sociale steun is het sterkst gelinkt aan een betere mentale gezondheid en betere prestaties op het werk”, aldus Yeo. “Maar we zagen ook duidelijke verbanden met een betere fysieke gezondheid, minder risicogedrag en betere schoolprestaties.”
Ouders spelen sleutelrol voor jongeren
Er bleek geen verschil te zijn in het effect van sociale steun tussen mannen en vrouwen, maar de invloed van leeftijd en cultuur komt wel duidelijk naar voren in de studie. Vooral bij jongeren is het gevoel van steun cruciaal voor hun welbevinden. “Adolescenten profiteren het meest van sociale steun, vooral als de ondersteuning van hun ouders komt. Dit geeft een flinke boost aan hun fysieke gezondheid en leidt tot minder risicovol gedrag”, legt Yeo uit.
In niet-westerse culturen blijkt gevoelde steun sterker verbonden te zijn met succes op school, terwijl in westerse culturen de link met werkprestaties groter is. Dat verschil heeft volgens de onderzoekers waarschijnlijk te maken met culturele waarden. In Aziatische landen ligt de nadruk meer op familiebanden en academisch succes, terwijl in het Westen professionele prestaties zwaarder wegen.
Een vangnet dat motiveert
Volgens Yeo laten de resultaten zien dat het versterken van sociale netwerken en het stimuleren van een gevoel van verbondenheid veel verder gaat dan alleen het tegengaan van eenzaamheid. “Als we begrijpen welke vormen en bronnen van steun het belangrijkst zijn, dan kunnen we gerichte oplossingen verzinnen die de mentale en fysieke gezondheid verbeteren en de levenskwaliteit verhogen”, maakt ze duidelijk. Er komen een aantal concrete aanknopingspunten voor beleidsmakers en zorgprofessionals uit de studie rollen. Zo draagt het opbouwen van hechte gemeenschappen op school, op het werk en in de buurt bij aan een samenleving waarin mensen beter presteren en zich veiliger voelen.
Wat het onderzoek vooral duidelijk maakt, is dat steun niet altijd groots of zichtbaar hoeft te zijn. Een luisterend oor, een geruststellend bericht of simpelweg weten dat iemand voor je klaarstaat als het nodig is, is al een krachtig steuntje in de rug. Of, zoals Yeo het samenvat: “Alleen al het idee dat er hulp beschikbaar is als je die nodig hebt, heeft vaak al een enorme positieve impact op mensen. Zo functioneren we beter in het dagelijks leven en komen we tot volle ontplooiing.”


