En dat is deels te herleiden naar de opwarming van de aarde.
Dat stellen onderzoekers van Dartmouth College in het blad Geophysical Research Letters. Ze baseren zich op ijskernen, verzameld in de zogenoemde ‘percolation zone’ van de West-Groenlandse ijskap. De studie wijst uit dat de West-Groenlandse ijskap in de jaren negentig te maken kreeg met versnelde smelt. En de snelheid waarmee de ijskap op dit moment smelt, is in ieder geval in de afgelopen 450 jaar ongeëvenaard.
Toen en nu
Dat de Groenlandse ijskap smelt, is niks nieuws. Maar hoe verhoudt de smelt die we nu zien, zich tot smelt in voorgaande tijden? Dat is een belangrijke vraag die onderzoekers graag willen beantwoorden. Op basis daarvan kunnen ze namelijk vaststellen in hoeverre de smelt te herleiden is naar de opwarming van de aarde.
Percolation zone
Om de huidige smelt te kunnen vergelijken met smelt in eerdere eeuwen, reisden de onderzoekers af naar de afgelegen percolation zone van de West-Groenlandse ijskap. Wanneer warme temperaturen er in deze zone voor zorgen dat ijs aan het oppervlak smelt, sijpelt het smeltwater door de ijskap naar beneden, alwaar het weer bevriest en als het ware een nieuw laagje ijs vormt. De dikte ervan geeft een beeld van de smelt waarmee de ijskap door de jaren heen te maken heeft gehad. De onderzoekers verzamelden in de percolation zone zeven ijskernen die ze in staat stelden om tot 450 jaar terug te kijken in de geschiedenis van de ijskap. “De meeste ijskernen worden verzameld in het midden van de ijskap waar het zelden smelt of aan de rand van de ijskap waar smeltwater in de oceaan stroomt,” legt onderzoeker Karina Graeter uit. “Wij richtten ons op de percolation zone, omdat we daar in de vorm van opnieuw bevroren ijslagen de meeste informatie kunnen vinden over de smelt die de Groenlandse ijskap door de tijd heeft doorgemaakt.”
De ijskernen laten zien dat de uit smeltwater opgebouwde ijslagen vanaf 1990 niet alleen dikker worden, maar ook frequenter voorkomen. En de recente smelt blijkt zijn weerga in ieder geval in de periode tussen 1550 en nu niet te kennen. “Het voordeel van de ijskernen is dat ze ons laten zien hoe ongebruikelijk het voor Groenland is om zo snel te smelten,” aldus onderzoeker Erich Osterberg. Hoewel de smelt deels te herleiden is naar natuurlijke variatie – veranderingen in de atmosfeer en oceanen, bijvoorbeeld – speelt ook de opwarming van de aarde een rol, zo stellen de onderzoekers.