De kurkdroge Sahara is een van de minst aantrekkelijke plekken om te wonen op Aarde. Het wordt er bloedheet en het regent er nauwelijks. Toch wist een oude beschaving er lange tijd te overleven door grondwater omhoog te halen. Tot het water op was.
Tussen de vijfde eeuw voor en de vierde eeuw na Christus leefden de Garamanten in de Sahara. Het lukte hen om water dat zich diep in de Aarde bevond op te pompen. Zo konden ze hun beschaving in stand houden, maar helaas kwam er een einde aan hun voorspoed: het grondwater raakte uitgeput. “Beschavingen komen en gaan, afhankelijk van de omstandigheden in de omgeving. Zo waren er ook speciale omstandigheden waardoor de mensheid in de Sahara kon bestaan”, begint professor Frank Schwartz van The Ohio State University.
De Sahara was bijvoorbeeld niet altijd zo droog. Moessonregens transformeerden de woestijn tussen 11.000 en 5000 jaar geleden in een relatief groene omgeving. Er was oppervlaktewater en vruchtbare grond waardoor beschavingen er konden floreren. Maar toen de moessons 5000 jaar geleden ophielden werd de Sahara opnieuw een dorre boel. De mensen die er woonden, vertrokken, op een enkeling na.
De stoere Garamanten
De Garamanten waren zo’n volk dat stug volhield in de droge woestijn. Ze leefden in de eeuwen voor en na het jaar nul in de zuidwestelijke Libische woestijn, die toen ongeveer net zo droog en onvruchtbaar was als nu. Ze vormden een stadstaatje en waren daarmee de eerste geürbaniseerde samenleving die wist te overleven in een woestijn zonder continu stromend water. De meren en rivieren van de ooit groene Sahara waren al lang verdwenen toen de Garamanten er aankwamen, maar zij hadden wel iets anders: onder de grond was water opgeslagen in een grote zandstenen watervoerende laag, mogelijk een van de grootste ter wereld volgens Schwartz.
Handelaren die op kamelen van het oude Perzië door de Sahara trokken, leerden de Garamanten bovendien om zogenoemde qanats te maken, zodat ze het grondwater konden gebruiken. Ze groeven een iets hellende tunnel vanaf een heuvel tot net onder het waterniveau. Het grondwater kon vervolgens door de tunnels naar beneden stromen in de irrigatiesystemen. De Garamanten bouwden maar liefst 750 kilometer aan ondergrondse tunnels en verticale schachten om het grondwater te bemachtigen. Vooral in de twee eeuwen rond het jaar nul waren ze extreem actief met graven.
Perfecte omstandigheden
Schwartz voegde eerder archeologisch onderzoek samen met nieuwe hydrologische analyses om te achterhalen hoe de lokale topografie, geologie en unieke afvoerconstructies tot de perfecte omstandigheden leidden voor de Garamanten om water uit de grond te halen.
Want het was allesbehalve vanzelfsprekend dat dat zou lukken. “Hun qanats zouden eigenlijk niet kunnen werken, omdat die in Perzië jaarlijks worden aangevuld met gesmolten sneeuw, maar er was nul vers water in de Sahara”, aldus Schwartz.
Hoe slaagden de Garamanten er dan toch in om aan voldoende water te komen? Daar hadden ze een beetje geluk bij nodig. Het eerdere nattere klimaat scheelde, maar ze hadden ook mazzel dat ze op de juiste plek zaten waar toevallig een watervoerende laag was. Dit is water dat zich in het ondergrondse gesteente bevindt, maar nog wel enigszins kan stromen. Maar hun geluk raakte op toen het grondwaterpeil onder het niveau van de tunnels zakte. En de beschaving ging ergens rond de vierde of vijfde eeuw na Christus ten onder doordat ze niet meer bij het water konden.
Wijze lessen voor de toekomst
Hetzelfde probleem speelt ook in deze tijd, legt Schwartz uit. Ten eerste komt extreme verwoestijning steeds meer voor in de wereld. En ten tweede is het steeds normaler om op een niet-duurzame manier grondwater te gebruiken.
“Als je kijkt naar moderne voorbeelden, zoals de San Joaquin-vallei in Californië. Daar maken mensen het grondwater sneller op dan het kan worden aangevuld. Californië had een geweldig natte winter afgelopen jaar, maar die volgde op twintig jaar droogte. Als er droge jaren blijven komen, krijgt Californië uiteindelijk hetzelfde probleem als de Garamanten. Het is duur en uiteindelijk onpraktisch om uitgeputte grondwatervoorraden te vervangen”, legt de professor uit.
En dan zie je wat er gebeurt: een gebrek aan oppervlaktewater én het uitblijven van nieuw water om de waterlaag aan te vullen, betekende uiteindelijk de ondergang van het Garamantische Rijk. Laat het een waarschuwing zijn, aldus de onderzoeker, die duidelijk maakt hoe belangrijk grondwater is als bron en hoe gevaarlijk het is om het overmatig te gebruiken.