De raadselen rond de mysterieuze Mayakalender zijn nog altijd niet volledig opgelost. Amerikaanse antropologen zetten wel weer een stap in de goede richting. Ze weten nu waarom de Maya’s een telling hadden van 819 dagen.
De Maya’s hadden een heel ingenieus kalendersysteem, dat op sommige vlakken nauwkeuriger was dan het onze, maar dat hier en daar ook ondoorgrondelijk blijft. Zo ontdekten astronomen eerder in oude Maya-inscripties een systeem dat 819 dagen telde. Maar er was totaal geen verklaring hoe deze telling in de reguliere Mayakalender paste. Dat hebben wetenschappers van de Tulane University nu opgelost: ze stellen dat de kalender een veel grotere periode omvat dan tot nu toe werd gedacht.
De synodische periode
In eerder onderzoek is bewijs gevonden dat de 819 dagen te maken hadden met de synodische periode, een cyclus die beschrijft wanneer een bepaalde planeet op een bepaald moment aan de hemel te zien is. Voor Mercurius is de synodische periode bijvoorbeeld 117 dagen. Doe je dat maal zeven dan kom je uit op die 819 dagen. Maar helaas werkte dezelfde formule niet met andere planeten, waardoor het nog steeds een mysterie bleef wat dat cijfer nu toch betekende.
Even door rekenen
Tot nu. De onderzoekers kwamen op het idee om de hoeveelheid tijd waarvoor de 819 dagen-telling werd gebruikt, uit te breiden tot een synodische periode van vele jaren voor alle bekende planeten. Toen bleek het allemaal perfect te kloppen. Ze ontdekten bijvoorbeeld dat 819 maal 20 uitkomt op 16.380 dagen, ongeveer 45 jaar. En 13 cycli van de synodische periode van Saturnus, die 378 dagen bedraagt, tellen op tot 4914 dagen, wat weer gelijk staat aan 6 maal 819.
De cirkel is rond
Zo kan voor alle bekende planeten uitgerekend worden wanneer ze aan de hemel verschijnen in de komende 45 jaar. Daar komt nog bij dat de totale periode van 45 jaar – 16380 dagen – een veelvoud is van 260, wat betekent dat 20 rondes van 819 dagen overeenkomen met de Tzolkin, de religieuze Mayakalender.
De slimme Maya’s hebben dus simpelweg de tijdsperiode uitgebreid tot het aantal dagen dat nodig was om de synodische periode te voorspellen voor álle planeten.
De Mayakalender
De beschaving van de Maya’s ontstond vanaf 2000 voor Christus in het zuiden van Mexico en delen van Centraal-Amerika. Zo ver bekend zijn de Maya’s het enige volk op het Amerikaanse continent dat voor Columbus voet aan wal zette, een volledig ontwikkeld schrift had. De kunst en architectuur van de Maya’s worden beschouwd als de mooiste van de antieke Nieuwe Wereld. Maar het volk is vooral beroemd vanwege de nauwkeurige jaartelling die het ontwikkelde. Ze hadden eerder het begrip nul ontdekt dan wij hier in de Oude Wereld. Het getal 20 was het grondtal van hun telling. Ze konden heel precies de bewegingen van de maan en de planeten voorspellen en daarmee de jaren. Hun berekening van een zonnejaar was zelfs nauwkeuriger dan die van onze gregoriaanse kalender.
De Haab en de Tzolkin
In totaal hadden de Maya’s drie kalenders in gebruik. De Haab was de burgerlijke kalender, die gebaseerd was op de zonnecyclus van 365 dagen, net als onze kalender dus eigenlijk. Alleen waren de maanden korter: ze telden maar twintig dagen. Een jaar bestond bij de Maya’s dan ook uit achttien maanden van twintig dagen en een negentiende maand van vijf dagen.
De religieuze kalender is bekender. Dat is de Tzolkin, die voor rituelen werd gebruikt. De priesters van de Maya’s namen de kalender ook als uitgangspunt om de toekomst te voorspellen. Een jaar volgens de Tzolkin bestond uit 260 dagen. Er waren twintig tekens voor de dagen en elk teken werd gecombineerd met een cijfer van 1 tot en met 13. Als de cijfers op waren, begon men opnieuw met tellen. Uiteindelijk ontstond zo een cyclus van 260 dagen.
De Lange Telling
De derde kalender is de Lange Telling. Die bestaat uit weken van zeven dagen en maanden van vier weken. Na twaalf maanden begint een nieuw jaar. In totaal telt de Lange Telling twintig perioden van 400 jaar, wat neerkomt op 144.000 dagen. Op deze telling is ook de oude voorspelling gebaseerd dat de wereld zou vergaan in december 2012, iets waar vele mensen over de hele wereld destijds in geloofden. Maar de Maya’s zelf hebben dat nooit gedacht. Archeologen ontdekten meer dan tien jaar geleden al op een muur in Guatemala allerlei berekeningen van de Maya’s, waarin een datum werd genoemd die zo’n 7000 jaar in de toekomst lag. De Maya’s geloofden dus wel degelijk dat er leven was na 2012.