U bent er – samen met anderen – getuige van dat iemand op straat in elkaar wordt geslagen. Grijpt u in? Waarschijnlijk niet. Tenzij er camera’s ophangen: dan worden mensen namelijk opeens heldhaftiger, zo blijkt uit nieuw onderzoek van de VU Amsterdam.
Wanneer we zien dat iemand op straat in elkaar wordt geslagen, staan we voor een keuze: grijpen we in of niet? Er is al veel onderzoek gedaan naar hoe mensen op zo’n situatie reageren. Uit die onderzoeken blijkt dat we minder snel geneigd zijn om in te grijpen als we niet de enige getuigen van de mishandeling zijn. Als er meer mensen zien hoe iemand in elkaar geslagen wordt, voelen we ons minder verantwoordelijk en minder geneigd om iets te doen. Dat wordt ook wel het ‘bystander effect‘ genoemd.
Camera’s
Maar er is een gemakkelijke manier om dat ‘bystander effect‘ te verkleinen en mensen – juist in aanwezigheid van anderen – te stimuleren om in te grijpen. Camera’s ophangen. Experimenten wijzen er namelijk op dat mensen dan – in aanwezigheid van anderen – juist wel ingrijpen als iets niet gaat zoals het hoort. Dat is te lezen in het blad Social Psychological and Personality Science.
Experiment
Onderzoekers van de VU Amsterdam verzamelden een aantal proefpersonen. De proefpersonen werden – soms met één enkele andere proefpersoon, soms met meerdere proefpersonen – in een kamertje gezet en kregen de opdracht om een vragenlijst in te vullen. Na het invullen van de vragenlijst zouden ze een financiële vergoeding krijgen. Het geld lag in een potje op het bureau van de onderzoekers. Halverwege het experiment verliet de onderzoeker de kamer om naar het toilet te gaan. Zodra hij de kamer verlaten had, stond één van de ‘proefpersonen’ – in werkelijkheid een acteur – op en haalde geld uit het potje. Wanneer er meerdere mensen getuige waren van de diefstal werd de dief minder vaak op zijn gedrag aangesproken dan wanneer er slechts één proefpersoon met de dief in het kamertje zat. En daarmee was het bystander effect dus bewezen. Maar: wanneer de onderzoekers een camera in het kamertje hingen, waren mensen juist wanneer er anderen waren die deze interventie konden zien, geneigd om in te grijpen.
Hoe komt dat? De onderzoekers vermoeden dat de camera’s ons mensen eraan herinneren dat hun gedrag invloed heeft op hoe andere mensen over hen denken. Voor mensen is reputatie – hoe andere mensen over ze denken – heel belangrijk. En door de camera lijken mensen zich te realiseren dat hulp bieden hun reputatie goed doet en dat geeft ze een extra reden om in te grijpen. Blijkbaar beperken de camera’s niet alleen criminaliteit, maar stimuleren ze mensen ook om te helpen.