Bomen nemen CO2 op dus bomen planten compenseert voor de uitstoot die we veroorzaken. Tenminste daarmee sussen we ons geweten als we naar de andere kant van de wereld vliegen. Maar in hoeverre is het effectief om bossen aan te leggen tegen de opwarming van de aarde? It depends, zoals de Engelsen zeggen.
Het ligt in ieder geval gecompliceerder dan simpelweg grote aantallen bomen planten, toont een grote studie aan van onder meer de Amerikaanse Oregon State University. Met acht man sterk keken de onderzoekers naar duizenden locaties in 130 landen waar bossen zijn aangeplant. In ongeveer de helft van de gevallen bleek het beter om de natuur gewoon haar gang te laten gaan, klinkt het in vakblad Nature.
Stukje nuance
“Bomen kunnen natuurlijk een rol spelen bij het tegengaan van klimaatverandering”, vertelt onderzoeker Jacob Bukoski. “Het is vrij eenvoudig om te snappen dat bossen koolstofdioxide uit de atmosfeer halen en opslaan, en bomen planten is ook iets waar vrijwel iedereen het mee eens is.” Maar dat wil niet zeggen dat het altijd het beste plan is. “Deze studie komt met een genuanceerd perspectief in het hele debat over bomen planten tegen klimaatverandering.”
Over de hele wereld wordt momenteel het aanleggen van bossen gezien als een belangrijke manier om klimaatverandering tegen te gaan. Er zijn twee manieren om dat te doen, legt Bukoski uit. “We kunnen bossen uit zichzelf laten regenereren, wat traag maar goedkoop is, of we kunnen een actievere aanpak kiezen en bomen zelf planten, wat de groei versnelt maar duurder is. Onze studie vergelijkt deze twee benaderingen voor herbebossing in lage- en middeninkomenslanden en stelt vast waar natuurlijke regeneratie of het planten van bossen waarschijnlijk meer zin heeft.”
Soms natuurlijk herstel beter
In 46 procent van de bestudeerde gebieden blijkt natuurlijk herstel van het bos over een periode van dertig jaar het meest kosteneffectief. Het planten van bos is dus in net iets meer dan de helft van de gevallen beter. Nog effectiever is het om te kiezen voor een combinatie van beide methodes. “Als je doel is om koolstof zo snel en goedkoop mogelijk uit de lucht te halen, is de beste optie een mix van zowel natuurlijk regenererende bossen als aangeplante bossen”, stelt Bukoski.
De studie toont aan dat natuurlijk herstel het beste is in een groot deel van westelijk Mexico, de Andesregio, het zuidelijke deel van Zuid-Amerika, West- en Centraal-Afrika, India, Zuid-China, Maleisië en Indonesië. Omgekeerd zijn aangeplante bossen beter in een groot deel van het Caribisch gebied, Midden-Amerika, Brazilië, Noord-China, Zuidoost-Azië, de Filipijnen en Noord-, Oost- en Zuid-Afrika. “Welke methode kosteneffectiever is op een bepaalde locatie, is afhankelijk van meerdere factoren, waaronder opportuniteitskosten (de inkomsten die verloren gaan door het niet kiezen van de andere optie, red.) de hoeveelheid koolstof die wordt opgeslagen, de omvang van de oogst en de implementatiekosten”, legt Bukoski uit.
Terugdringen CO2-uitstoot
Wel moge duidelijk zijn dat het aanplanten van bos altijd slechts een aanvulling is op het klimaatbeleid en geen vervanging voor het terugdringen van CO2-uitstoot door het gebruik van fossiele brandstoffen. Ter vergelijking: de totale CO2-opslag van herbebossing over een periode van dertig jaar bedraagt minder dan acht maanden aan wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
Daar komt wel bij dat het planten van bomen voor veel meer dingen goed is dan alleen het opvangen van CO2. Het kan ook de biodiversiteit vergroten en helpen om aan de vraag naar hout te voldoen. Ook kan het zorgen voor de broodnodige economische activiteit in lokale gemeenschappen. Allemaal factoren die volgens de onderzoekers moeten worden meegewogen bij het aanplanten van bossen.
Maar een boom planten in ruil voor een tripje met het vliegtuig is dus eigenlijk nooit echt een oplossing.