Rustige weersomstandigheden kunnen namelijk juist reden zijn voor weerwaarschuwingen.
Nieuwe klimaatmodellen suggereren dat ‘rustig weer’ in de toekomst in Nederland iets vaker zal voorkomen. En dat klinkt je misschien als muziek in de oren. Rustig weer wordt vaak geassocieerd met kalm, helder of stabiel weer, waarbij er nauwelijks of geen wind staat. Dit leidt dan ook vaak tot aangename en stabiele weersomstandigheden. Toch is dit niet het hele verhaal. Want volgens het KNMI heeft rustig weer namelijk ook een wat minder prettige keerzijde.
De windroos
Om ‘rustig weer’ te meten, gebruiken meteorologen de windroos van het KNMI. Deze geeft inzicht in hoe vaak het windstil is. De windroos toont ons hoe de gemiddelde windsnelheid gedurende een maand verdeeld is over verschillende windrichtingen. In het midden van de windroos staat het percentage uren waarin het weer zo kalm was dat er geen duidelijke overheersende windrichting kon worden waargenomen. We zouden ook uren met een zwakke wind als rustig weer kunnen beschouwen. In termen van de Beaufortschaal hebben we het dan over windkracht 1 of 2. Vanaf windkracht 2 wordt de wind merkbaar.
Hoe vaak is het ‘rustig weer’?
Hoe vaak rustig weer voorkomt in Nederland verschilt sterk van jaar tot jaar. De figuur hierboven toont de gemiddelde windpatronen voor de lange termijn (1991-2020) in september en januari, zowel voor het meetstation De Bilt als voor het meetstation De Kooy bij Den Helder. In De Bilt is september gemiddeld genomen vrij kalm. Gemiddeld is het 6 procent van de tijd windstil en staat er vrij vaak maar windkracht 1 of 2. In Den Helder, dat dichtbij de kust ligt, is het bijna nooit windstil, en windkracht 3 of 4 komt veel vaker voor. Over het hele jaar gezien komt rustig weer het meest landinwaarts in de nazomer voor, vooral in augustus en september. In januari is windstil weer zeldzaam, met ongeveer 2 procent van de tijd in De Bilt en ongeveer 1 procent van de tijd in Den Helder.
Toename
Nieuw onderzoek met klimaatmodellen wijst uit dat in de toekomst in Nederland waarschijnlijk vaker periodes van rustig weer zullen voorkomen (zoals weergegeven in de figuur hierboven). Tijdens de zomer (JJA) en het najaar (SON) zal zowel de frequentie als de duur van deze rustige periodes (met windsnelheden van minder dan 3,3 m/s, wat overeenkomt met maximaal 2 Beaufort) naar verwachting met enkele procenten toenemen. Dit betekent dat we iets vaker rustig nazomerweer kunnen verwachten.
Keerzijde
Maar of we daar echt blij om moeten zijn… Hoewel rustig weer normaal gesproken niet wordt geassocieerd met extreme weersomstandigheden, kan het verrassend genoeg wel leiden tot weerwaarschuwingen. In de zomer bijvoorbeeld, kan aanhoudend rustig weer ervoor zorgen dat hitte langer aanhoudt en de kans op zomersmog toeneemt. In herfst en winter verhoogt rustig weer de kans op wintersmog. Dit kan beide leiden tot gezondheidsrisico’s.
Waarschuwingen
Het RIVM geeft waarschuwingen uit wanneer de weersomstandigheden naar verwachting de luchtkwaliteit zullen verslechteren. Dit gebeurt vaak bij aanhoudend kalm weer. Onlangs, op 8 september 2023, heeft het RIVM nog gewaarschuwd voor enkele dagen met aanhoudende smog als gevolg van ozon en fijnstof. Tijdens het winterseizoen geeft het RIVM ook regelmatig een (regionaal) stookalert uit. Dit gebeurt omdat rook die vrijkomt bij houtverbranding door het rustige weer in een woonwijk kan blijven hangen en de luchtkwaliteit kan verslechteren.
Mist
Ook gaat rustig weer vaak gepaard met (dichte) mist, waar tevens waarschuwingen voor worden afgegeven. Wanneer de wind plotseling afneemt, kan er namelijk mist ontstaan doordat vochtige lucht snel afkoelt en verzadigd raakt. Voor langdurige en dichte mist is echter nog steeds een lichte bries nodig. Een lichte wind kan mistvorming juist versterken omdat het helpt om mistdruppeltjes te mengen en om ze omhoog te laten stijgen, waardoor de mistlaag dikker wordt. Desondanks komt mist meestal voor bij rustig weer, wanneer de windsnelheid niet meer dan windkracht 2 is, en vooral in de herfst en de winter. De frequentie varieert van jaar tot jaar en hangt af van de overheersende weersomstandigheden in dat seizoen. Vaak is er bij rustig weer en mist in de ochtend juist sprake van mooi en zonnig weer nadat de mist is opgetrokken. Het KNMI geeft vooral in de herfst en winter regelmatig mistwaarschuwingen af, vooral bij dichte mist. Het schoner worden van de lucht in Nederland heeft er overigens voor gezorgd dat mist, vooral dichte mist, tegenwoordig minder vaak voorkomt dan vóór 1980.
Dat rustig nazomerweer in de toekomst vaker op het toneel zal verschijnen, is dus niet per definitie goed nieuws. Er kleven blijkbaar ook nadelen aan. Zomer- en wintersmog kan bijvoorbeeld leiden tot ademhalingsproblemen, verergering van bestaande luchtwegaandoeningen zoals astma en bronchitis en zelfs cardiovasculaire aandoeningen tot gevolg hebben. Bovendien vermindert mist het zicht, wat weer de kans op ongelukken vergroot. Over het algemeen illustreren de bevindingen dan ook hoe complex en gevarieerd het weer kan zijn en hoe het van invloed is op verschillende aspecten van onze samenleving. De veranderingen in het weerpatroon zijn relevant voor de toekomstige klimaatprognoses en benadrukken het belang van het begrijpen van langetermijntrends in het weer, vooral in het licht van klimaatverandering.