NASA probeert ruimtesonde Voyager 2 van een afstand van zo’n 18,5 miljard kilometer weer aan de praat te krijgen.
De problemen met de in 1977 gelanceerde Voyager 2 ontstonden vorig weekend, toen de sonde een draai van 360 graden moest maken om een instrument aan boord van de sonde te kunnen kalibreren. Er was daartoe een reeks commando’s klaargezet die moesten resulteren in de rotatie van Voyager 2. Maar om momenteel onverklaarbare redenen ontstond er een vertraging in de uitvoer van die commando’s en dat zorgde ervoor dat er onbedoeld twee energieslurpende systemen gelijktijdig actief waren. Daardoor overtrad Voyager 2 zijn energiebudget en werd een zogenoemde fault protection routine geactiveerd (zie kader).
De fault protection routine die afgelopen weekend werd geactiveerd, zorgde ervoor dat direct alle wetenschappelijke instrumenten aan boord van Voyager 2 werden uitgeschakeld, zodat deze in ieder geval geen energie meer verbruikten en het energietekort gecompenseerd kon worden.
Het vervolg
Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Het was zaak dat de energieslurpende processen aan boord van Voyager 2 werden gestopt. Op 28 januari slaagde NASA erin om één zo’n proces stil te leggen. Waarna de wetenschappelijke instrumenten weer geactiveerd konden worden. Deze hebben tot op heden echter nog geen nieuwe data verzameld. Op dit moment wordt de status van Voyager 2 verder onderzocht en gekeken of het mogelijk is de sonde weer naar behoren te laten functioneren. Zoals gezegd zit de enorme afstand tussen de aarde en Voyager 2 een efficiënte communicatie in de weg; van elk verstuurd commando is pas na 34 uur duidelijk of het het beoogde effect heeft gehad. Het kan dan ook wel even duren voor de toestand van Voyager 2 is geëvalueerd.
Interstellaire ruimte
Voyager 2 werd – samen met zijn tweelingbroer Voyager 1 – in 1977 gelanceerd. De sondes zijn dus al meer dan 40 jaar onderweg en hebben in die lange periode een enorme afstand afgelegd én geschiedenis geschreven. Zo gaan Voyager 1 en 2 de boeken in als de allereerste door mensen gebouwde ruimtesondes die erin geslaagd zijn om de interstellaire ruimte te bereiken.
Energiebudget
Hoewel de sondes dus al wat ouder zijn, functioneerden ze beiden tot voor kort prima. Wel moet er na meer dan 40 jaar in de ruimte zorgvuldig worden omgesprongen met de hoeveelheid energie die beide sondes tot hun beschikking hebben. Zowel Voyager 1 als 2 zijn uitgerust met een zogenoemde thermo-elektrische radio-isotopengeneratoren. Deze zetten warmte die vrijkomt door het verval van radioactief materiaal om in elektriciteit. Door het natuurlijke verval van het materiaal in de generatoren neemt het energiebudget van de sondes jaar na jaar af. Daarom werd vorig jaar nog besloten om een verwarmer van één van de instrumenten aan boord van Voyager 2 uit te schakelen en zo energie te besparen en de levensduur van de sonde wat op te rekken. Ook Voyager 1 heeft al enkele systemen op moeten geven om energie te besparen.
Naar verwachting worden in de nabije toekomst nog wel meer instrumenten ‘opgeofferd’ om de Voyagers operationeel te houden; NASA wil beide sondes zo lang mogelijk in leven houden. Zeker nu ze zich in de interstellaire ruimte bevinden: onontgonnen gebied waar onderzoekers nog veel vragen over hebben. “Elke dag is een dag vol ontdekkingen,” stelde projectwetenschapper Ed Stone eerder. “De Voyagers zullen ons blijven verrassen met nieuwe inzichten.” Maar op een gegeven moment houdt het natuurlijk een keertje op. Wanneer dat is, blijft koffiedik kijken. Voor nu gaat NASA er vanuit dat de koek in 2030 echt op is. Maar dat is iets waar engineers van het NASA’s Jet Propulsion Laboratory zich nu even niet druk over willen maken; eerst maar eens zien dat ze Voyager 2 weer daadwerkelijk aan de praat krijgen.