Eerder vandaag kregen we al een voorproefje van wat het Vera C. Rubin Observatory zag toen het recent – bij wijze van test – voor het eerst de ogen opende. Maar zojuist werd tijdens een persconferentie pas echt duidelijk hoe adembenemend mooi – en waardevol! – de eerste beelden van het krachtige observatorium zijn.
De afgelopen jaren is op de top van een berg in Chili een gloednieuw observatorium verrezen: Vera C. Rubin. Het observatorium, vernoemd naar een Amerikaanse astronoom die een belangrijke bijdrage leverde aan het onderzoek naar donkere materie, wordt binnenkort in gebruik genomen en moet onze kijk op het universum de komende tien jaar drastisch gaan veranderen. “We verwachten dat Rubin een revolutie te weeg gaat brengen als het gaat om ons begrip van de vorming van onze eigen Melkweg, het in kaart brengen van ons zonnestelsel, het ontrafelen van de ‘donkere’ componenten van het heelal (donkere materie en donkere energie) en het zichtbaar maken van allerlei onbekende veranderingen aan de nachtelijke hemel,” zo vertelde wetenschapper Elisa Chisari, verbonden aan de Universiteit Utrecht en nauw betrokken bij het Rubin Observatorium, eerder aan Scientias.nl. “En zeker is: er zullen ook ontdekkingen zijn die we nu nog helemaal niet kunnen voorzien, simpelweg omdat we nog nooit over dit soort data hebben beschikt.”
Testbeelden
Die grote ontdekkingen en nieuwe inzichten laten nog even op zich wachten; het Vera C. Rubin Observatory wordt naar verwachting later dit jaar in gebruik genomen. Maar in aanloop daarnaartoe heeft het observatorium wel al testopnames gemaakt. Gedurende een periode van iets meer dan tien uur staarde het observatorium naar de hemel. En wat het toen zag, werd eerder vandaag al een beetje duidelijk.
Persconferentie
Zo werden vanmorgen al opnames van enkele nevels en een gedeelte van het Virgo-cluster vrijgegeven. Maar de kers op de taart volgde vanavond. Tijdens een persconferentie werden extra beelden vrijgegeven. Ook werd op de eerder vrijgegeven beelden ingezoomd, waarbij al snel duidelijk werd dat daar veel meer op te zien – en uit af te leiden is – dan je misschien zou denken.
Virgo-cluster
De eerste foto die tijdens de persconferentie alle aandacht kreeg, was die van een deel van het Virgo-cluster. Wat daarbij opvalt, zijn de enorm levendige kleuren van de sterrenstelsels en sterren, zo werd tijdens de persconferentie benadrukt. En die kleuren zijn belangrijk; wetenschappers gebruiken ze namelijk om een inschatting te maken van de afstand tussen ons en die sterrenstelsels. Wat daarnaast opvalt op de beelden, is dat de sterrenstelsels niet gelijkmatig over de ruimte verdeeld zijn, maar geneigd zijn om ‘samen te klonteren’. Meer onderzoek naar die ‘samenklontering’ en dus ook de afstanden tot en tussen de sterrenstelsels op basis van Rubin-data zal onderzoekers naar verwachting in staat stellen om ongeëvenaard nauwkeurig onderzoek te doen naar hoe het heelal is uitgedijd. En dat kan weer een nieuw licht werpen op donkere energie en donkere materie. “Dat is wat we meten: waar deze sterrenstelsels zijn, hoe groot ze zijn en wat hun kleuren zijn, om vervolgens over een aantal jaar met ongeëvenaarde kosmologische resultaten te komen,” zo werd tijdens de persconferentie uitgelegd.

Hierboven zie je de foto die eerder vandaag al werd vrijgegeven. Het is slechts een onderdeel van een veel grotere opname die het observatorium heeft gemaakt, zo bleek tijdens de persconferentie. Die opname zie je hieronder. Het stukje heelal dat op de foto hierboven schittert, is op de opname hieronder linksboven terug te vinden. Alle ons bekende objecten zijn de opname hieronder van een labeltje voorzien. Wat opvalt, is dat er nog heel wat lichtzwakke objecten zijn die het zonder label moeten stellen. Het is te verklaren doordat ze nog nooit eerder bestudeerd zijn. Sterker nog, de meeste lichtzwakke, ongelabelde objecten zijn nog niet eerder door mensen gezien.

Nevels
Maar het Vera C. Rubin Observatory richtte de ogen niet alleen op het Virgo-cluster. Het observatorium wierp ook een blik op twee nevels. Hieronder zie je de afbeelding die hier eerder vandaag van werd vrijgegeven.

Vanavond werd ook een versie vrijgegeven waarin de ons bekende objecten van een label zijn voorzien.

Net als een versie waarin objecten die de Lagunenevel omringen, zijn uitgelicht. Het gaat dan bijvoorbeeld om de open sterrenhoop Messier 21 en de bolvormige sterrenhoop NGC 6544.

Planetoïden
Tijdens het maken van de testbeelden heeft Vera C. Rubin ook duizenden planetoïden waargenomen, waaronder een aantal die we nog niet eerder hebben gezien. Zo ontdekte Vera C. Rubin door slechts tien uur de ogen naar de hemel op te slaan maar liefst 2104 nieuwe planetoïden! Daaronder bevinden zich ook zeven nog niet eerder gespotte aardscheerders – oftewel ruimtestenen die zich in de buurt van de aarde wagen. Deze aardscheerders vormen overigens geen gevaar voor onze planeet.
De eerste beelden hinten er voorzichtig op dat de hoge verwachtingen die onderzoekers van dit krachtige observatorium hebben, de komende jaren zullen worden ingelost. Zo is het bijvoorbeeld de verwachting dat Vera C. Rubin in twee jaar tijd miljoenen nieuwe planetoïden zal ontdekken. Dat lijkt misschien wat hooggegrepen als je bedenkt dat alle daarvoor geschikte observatoria op aarde en in de ruimte samen jaarlijks ‘slechts’ zo’n 20.000 ruimtestenen weten op te sporen. Maar het feit dat Vera C. Rubin nu in iets meer dan tien uur tijd al meer dan 2000 nieuwe planetoïden heeft gespot, onthult dat het absoluut haalbaar is. Overigens hopen onderzoekers dat het observatorium op termijn ook ruimtestenen vindt die hier eigenlijk niet thuishoren, maar afkomstig zijn uit andere zonnestelsels, zogenoemde interstellaire objecten. Daarnaast moet het Vera C. Rubin Observatory de komende tien jaar ongeveer 20 miljard sterrenstelsels vastleggen. Een duizelingwekkend aantal, maar in iets meer dan tien uur tijd heeft het observatorium er al tien miljoen gezien! En ook donkere materie en donkere energie lijken nu astronomen het Vera C. Rubin Observatory tot onze beschikking hebben niet langer zo ongrijpbaar te zijn.
De eerste beelden stellen dan ook zeker niet teleur. Ze zijn adembenemend en smaken naar meer. En dat komt er; want – nogmaals – dit zijn slechts testbeelden. Het operationele leven van het observatorium – dat het universum zeker gedurende tien jaar onder de loep zal nemen – moet nog beginnen. Dat belooft wat!