De mens heeft veel gemeen met alle dieren om hem heen. Dat blijkt ook nu weer uit een reeks Britse en Ierse studies over de manier waarop sociaal gedrag verandert naarmate dieren ouder worden. Er zijn bijzondere parallellen met rode herten en huismussen, maar ook bijen en fruitvliegjes lijken daarin verrassend veel op ons.
Rode herten worden bijvoorbeeld met de jaren minder sociaal om het risico op ziekten te verkleinen, terwijl oudere huismusjes minder sociale contacten onderhouden, doordat hun leeftijdsgenoten sterven en omdat de risico’s van sociaal gedrag simpelweg niet meer opwegen tegen de baten. De nieuwe studies, die deze week gepubliceerd zijn in een speciale editie van het tijdschrift Philosophical Transactions of the Royal Society, laten zien hoe dieren hun sociale leven aanpassen gedurende het ouder worden, net als wij.
Minder competitie en infectierisico
Uit een studie naar rode herten blijkt dat oudere vrouwtjesherten steeds minder sociaal worden. Daardoor hoeven ze de concurrentie minder aan te gaan met andere herten, en ook het risico op parasieten wordt kleiner. Dit onderzoek is gebaseerd op data uit een jarenlange studie op het prachtige Schotse eiland Rum, waar een wilde kudde herten intensief is gevolgd. Hoofdonderzoeker Josh Firth van de University of Leeds legt uit dat sociale veroudering – oftewel het afnemen van sociale interacties bij het ouder worden – allerlei voordelen biedt voor deze herbivore hoefdieren.
“Het kan nuttig zijn voor dieren om sociale interacties te vermijden, wanneer ze kwetsbaarder worden voor infecties. Daarnaast zijn er allerlei andere nadelen die sociale contacten met zich mee kunnen brengen”, vertelt Firth. Zo hebben ook mensen tijdens de coronapandemie hun kring van sociale contacten tijdelijk veel kleiner gemaakt om hun risico op besmetting te verminderen. Bij herten werkt dit mechanisme eigenlijk net zo: minder contacten betekent minder kans op infecties.
Oudere mussen
Volgens wetenschapper Greg Albery van Trinity College Dublin kunnen we veel leren over de manier waarop veroudering onze samenleving beïnvloedt door ons te verdiepen in de vele verschillende vormen van sociale veroudering onder dieren. “Omdat verouderen een universeel proces is en vrijwel alle dieren in een sociale context leven, hebben deze bevindingen verreikende implicaties” zegt Albery.
Niet alleen zoogdieren, maar ook vogels zoals de huismus krijgen te maken met sociale veroudering. Uit Brits onderzoek blijkt dat oudere huismussen minder vrienden hebben en een minder centrale plek innemen in hun sociale netwerk. Hun wereldje wordt steeds kleiner, en dat komt volgens onderzoeker Jamie Dunning deels doordat leeftijdsgenoten een voor een het loodje leggen. Voor oudere mussen kost het bovendien meer energie om nieuwe vriendschappen te sluiten, waardoor er uiteindelijk een stuk minder contacten overblijven.
Jongere vogels hebben meer profijt van hun sociale netwerk, bijvoorbeeld om de kansen op voortplanting te verhogen of om bepaalde informatie te verzamelen. Dit onderzoek naar het gedrag van huismussen is opgezet door ornitholoog Julia Schroeder van Imperial College London. Op het afgelegen Engelse eiland Lundy, waar geen huismussen naar toe kunnen vliegen of vertrekken, is het mogelijk om het volledige mussenbestand van geboorte tot dood nauwkeurig te volgen. Schroeder en haar collega’s willen in toekomstig onderzoek nagaan hoe en wanneer vriendschappen bij deze vogels ontstaan.
Ook fruitvliegjes
De invloed van veroudering op het sociale leven is zelfs terug te vinden bij insecten, zoals fruitvliegjes. Hoogleraar Amanda Bretman, die leiding gaf aan een onderzoek naar Drosophila-vliegen, stelt dat een slechte sociale omgeving voor mensen even schadelijk kan zijn als roken of obesitas. “Hetzelfde geldt voor dieren, maar tot nu toe werd vooral gekeken naar diersoorten met complexe sociale structuren, zoals chimpansees of bijen. We hebben echter bewijs gevonden dat de sociale omgeving zelfs bij ‘eenvoudige’ insecten een grote invloed heeft op hun levensduur en veroudering.”
De patronen die uit de studies naar voren komen, laten zien dat het geslacht, de leeftijd van sociale partners en de sociale omgeving gedurende verschillende levensfases belangrijke factoren zijn. De onderzoekers hopen dat deze bevindingen op den duur bijdragen aan nieuwe methoden om mensen te helpen om gezonder oud te worden.
Al met al zijn dierstudies een waardevolle manier om meer te weten te komen over veroudering in sociale gemeenschappen, vertelt Firth. “De onderzoeken bieden inzicht in universele principes over veroudering en de invloed die deze processen kunnen hebben op de dynamiek van een samenleving. Door verschillende diersoorten onder de loep te nemen, leren we meer over onze eigen maatschappij en kunnen we beter inspelen op de sociale behoeften en uitdagingen die ouder worden met zich meebrengt”, besluit hij.