Bij ons in het Westen knalt de feestmuziek in majeur uit de boxen en door een mineurmelodie komen we zo in een melancholische bui. Je denkt misschien dat de muzieksoort zelf je in een bepaalde stemming brengt, maar andere culturen blijken helemaal niet per se die emoties zo te ervaren.
In de wetenschap is er nog steeds geen consensus over hoe de toonsoort van een melodie de stemming beïnvloedt en in hoeverre dit universeel is of juist cultureel bepaald. Om een bijdrage te leveren aan dit debat deed onder meer onderzoeker Eline Smit van onder meer de Australische Western Sydney University onderzoek bij geïsoleerde culturen in het regenwoud van Papoea-Nieuw-Guinea. De gemeenschappen luisterden allemaal naar dezelfde soort traditionele muziek, maar hun blootstelling aan westerse muziek verschilde. Uiteindelijk kregen 170 deelnemers toonladders en melodieën in mineur en majeur te horen. Zij moesten kiezen welke ze als vrolijker ervoeren. Het experiment werd herhaald bij zestig gewone Australiërs en nog negentien Australische muzikanten.
De uitkomsten zijn verrassend: bij alle groepen was er sterk bewijs dat de toonladders in majeur vrolijker stemden dan die in mineur. Behalve bij één groep: de deelnemers die in hun leven minimaal blootgesteld waren aan westerse muziek. Bij de melodieën was het bewijs nog sterker: de deelnemers van slechts een van de drie geïsoleerde groepen rapporteerden dat ze vrolijker werden van de majeure muziek. De controlegroepen in Australië vonden de majeurakkoorden wél opgewekter klinken. Het lijkt er dus op dat het cultureel bepaald is dat majeurakkoorden positievere emoties oproepen dan mineurmuziek.
Of je spreekt van een mineurmelodie of juist majeur hangt af van de afstand tussen de eerste en de derde toon van een toonladder. In mineur zitten er slechts drie halve tonen tussen en in majeur vier halve tonen. Daarom spreekt men ook wel van een muziekstuk in bijvoorbeeld C groot of D klein.
Drie verklaringen
Hoe het kan dat wij blijer worden van majeurmuziek? Daar zijn verschillende verklaringen voor, vertelt onderzoeker Eline Smit aan Scientias.nl. “Het kan te maken hebben met de akoestiek van de muziek zelf. Neem bijvoorbeeld een majeurakkoord, dat bestaat uit bepaalde geluidsgolven. Het kan zijn dat er iets intrinsieks in die geluidsgolven zit wat bij ons een positieve emotionele reactie opwekt. Als dit zo is, dan zou dit losstaan van onze (culturele) ervaringen met dit akkoord en de reactie zou puur natuurlijk zijn.”
Het onderzoek van Smit lijkt echter iets anders uit te wijzen. De geïsoleerde inwoners van Papoea Nieuw-Guinea beschouwden de majeure noten immers helemaal niet per se als vrolijker. Mogelijk is er sprake van het zogenoemde familiarity-effect. “We weten uit de psychologie dat we de neiging hebben om dingen waar we bekend mee zijn als positiever te ervaren. In de westerse klassieke en popmuziek, komt majeur in het algemeen vaker voor dan mineur. Het kan zijn dat in de loop van de geschiedenis, er een algemeen familiarity-effect is ontstaan voor majeurakkoorden en we die dus simpelweg als positiever ervaren dan mineurakkoorden, omdat ze vaker voorkomen”, aldus Smit.
Associatief leren
De onderzoeker komt ook nog met een derde verklaring: associatief leren zou een rol kunnen spelen. “Associatief leren betekent dat een bepaalde prikkel (die in eerste instantie neutraal zou zijn) vaak wordt gecombineerd met een andere prikkel waar we al een emotie bij ervaren. We luisteren vaak naar muziek in een bepaalde context, zoals bijvoorbeeld tijdens een bruiloft of een begrafenis. Een bruiloft is natuurlijk een vrolijke aangelegenheid, die vaak met muziek gepaard gaat. De muziek die daar gespeeld wordt hoeft niet per definitie een bepaalde emotie uit te dragen, maar onze emoties worden versterkt door de vrolijke context. Als zulke combinaties vaak genoeg gemaakt worden, dan plakken we als het ware de emotie van de context op die van de muziek. Luister je dan naar dezelfde muziek buiten die specifieke context, dan is de kans groot dat je dezelfde emotie ervaart.”
Het kan ook zijn dat het gaat om een combinatie van deze verklaringen. Om daar inzicht in te krijgen moet je mensen naar muziek laten luisteren die onze muziek niet kennen. “Daarom zijn de schaarse mogelijkheden die er zijn om hiermee experimenten te doen in niet-westerse samenlevingen erg waardevol.”
Culturele blootstelling
Bij de geïsoleerde volkeren in Papoea-Nieuw-Guinea speelt muziek net als bij ons een belangrijke rol. “We weten van de traditionele muziek in het gebied waar wij waren, dat die vaak wordt gespeeld bij belangrijke gebeurtenissen, zoals een succesvolle jacht, of er wordt gezongen als iemand is overleden. We hebben gevraagd wat voor muziek ze zelf luisteren en zij noemden voornamelijk religieuze muziek of lokale muzikanten.”
Maar ze herkenden majeurakkoorden dus niet als vrolijk en mineurmuziek niet als droevig. “Ons belangrijkste resultaat is dat culturele blootstelling een hele grote rol speelt bij het verband tussen majeurakkoorden en vrolijkheid. We hebben overweldigend bewijs dat dit het geval is voor de deelnemers in Sydney en de associatie wordt steeds minder naarmate de culturele blootstelling aan dit soort muziek afneemt.”
Met andere woorden: hoe meer afgelegen de samenleving, hoe minder de mensen muziek in majeur als positief ervoeren. “Belangrijk is wel om toe te voegen dat we niet kunnen uitsluiten dat ze die associatie niet hebben. We moeten verder onderzoek doen, voordat we zware conclusies trekken.”
Open blik
Maar Smit is zeer tevreden met de resultaten. “We gingen er met een redelijk open blik in. Voor de mensen in Sydney hadden we wel sterke verwachtingen, gebaseerd op ons vorige onderzoek, maar voor de mensen in Papoea-Nieuw-Guinea kon het in principe alle kanten op gaan. De verwachtingen voor de Sydney-groep zijn ook uitgekomen en voor Papoea-Nieuw-Guinea zijn de resultaten zeker zeer interessant geworden.”
Ze was ook onder de indruk van de gastvrijheid van de deelnemers in Papoea-Nieuw-Guinea. “We werden met open armen ontvangen in het dorp Towet en we hebben ons ontzettend thuis gevoeld. We zijn er erg dankbaar voor dat de mensen hun leven hebben opengesteld voor ons.”