Wetenschappers hebben het uitgezocht!
Veel mensen die het geluk hebben gehad om op te groeien met liefhebbende grootouders, weten dat ze de ontwikkeling van een kind op een unieke en waardevolle manier verbeteren. Maar wat gebeurt er tegelijkertijd in het brein van oma? Onderzoekers hebben nu voor het eerst de hersenen van grootmoeders bestudeerd terwijl ze foto’s van hun jonge kleinkinderen bekeken. En dat levert een neurale momentopname op van de speciale band tussen oma en kleinkind.
Grootmoederhypothese
“Het is relatief zeldzaam,” zegt onderzoeker Minwoo Lee, “dat wetenschappers het oudere menselijke brein bestuderen buiten de problemen van dementie of andere verouderingsstoornissen om.” Toch is dit heel interessant. “We gaan er vaak vanuit dat vaders de belangrijkste verzorgers zijn naast moeders, maar dat is niet altijd waar,” voegt onderzoeker James Rilling toe. “In sommige gevallen zijn grootmoeders de belangrijkste helpers.” Dit is een belangrijk onderdeel van de zogenoemde ‘grootmoederhypothese’. Deze hypothese verklaart waarom menselijke vrouwen vaak nog lang nadat ze in de overgang zijn gekomen, voortleven; op die manier kunnen ze zich op een betekenisvolle manier over de kleinkinderen ontfermen. En dat blijkt voor het kleinkind goed uit te pakken. In moderne samenlevingen stapelt het bewijs zich bijvoorbeeld op dat de kleinkinderen van betrokken grootmoeders betere resultaten behalen op school, maar ook een betere fysieke gezondheid hebben of socialer zijn.
In de huidige studie besloten de onderzoekers de hersenen van gezonde oma’s te bestuderen. Want wat gebeurt er precies in de hersenen als de kleinkinderen langskomen? “Hier belichten we de hersenfuncties van grootmoeders die een belangrijke rol kunnen spelen in hun sociale leven en ontwikkeling,” zegt Lee. “Het is een belangrijk aspect van de menselijke ervaring dat grotendeels buiten het veld van de neurowetenschappen is gelaten.”
Vragenlijst
De 50 deelnemers vulden een vragenlijst in over hun ervaringen als oma, waaronder hoeveel tijd ze met hun kleinkinderen doorbrachten, de activiteiten die ze samen doen en hoeveel genegenheid ze voor hen voelden. Ook werden er MRI-scans van hun hersenen gemaakt terwijl ze foto’s van hun kleinkind, een onbekend kind, de ouder van hetzelfde geslacht van het kleinkind en een onbekende volwassene bekeken.
Activiteit
Uit de resultaten blijkt dat de meeste oma’s bij het bekijken van foto’s van hun jonge kleinkinderen meer activiteit vertoonden in hersengebieden die betrokken zijn bij emotionele empathie. Deze grootmoeders hadden tevens in hun vragenlijst ingevuld dat ze graag meer betrokken wilden zijn bij de zorg voor het kleinkind. “Wat echt opvalt in de gegevens, is deze activering in hersengebieden die verband houden met emotionele empathie,” zegt Rilling. “Dat suggereert dat grootmoeders erop gericht zijn om te voelen wat hun kleinkinderen voelen wanneer ze met hen omgaan. Als hun kleinkind lacht, voelen ze de vreugde van het kind. En als hun kleinkind huilt, voelen ze de pijn en het verdriet van het kind.”
Cognitieve empathie
Daarentegen blijkt uit de studie dat wanneer grootmoeders foto’s van hun volwassen kind bekijken, het deel van de hersenen dat verband houdt met cognitieve empathie sterker geactiveerd wordt. Dat geeft aan dat ze misschien cognitief proberen te begrijpen wat hun volwassen kind denkt of voelt en waarom, maar die niet zozeer ervaren vanuit een emotionele hoek. “Jonge kinderen hebben waarschijnlijk eigenschappen ontwikkeld om niet alleen het moederbrein, maar ook het grootmoederbrein te kunnen manipuleren,” aldus Rilling. “Een volwassen kind heeft niet dezelfde schattige ‘factor’, dus het kan zijn dat ze daarom niet dezelfde emotionele reactie teweegbrengen.”
De studie opent de deur naar nog veel meer vragen die onderzocht kunnen worden. “Het kan interessant zijn om ook te kijken naar hoe de hersenfuncties van grootouders tussen culturen verschillen,” opert Lee. Tegelijkertijd heldert de huidige studie meer op over het grootouderschap, waarbij ook enkele herkenbare onderdelen ervan werden bevestigd. Zo blijkt uit de interviews dat veel oma’s het best lastig vinden om zich niet te bemoeien met de opvoeding van hun kleinkinderen als ze het niet helemaal met de aanpak van de ouders eens zijn. “Velen van hen zeiden ook hoe fijn het is om niet zo veel tijd en financiële druk te voelen als bij het opvoeden van hun eigen kinderen,” zegt Rilling. “Ze kunnen veel meer genieten van hun ervaring als oma.”