Tot die verrassende conclusie komen onderzoekers nadat ze de piepkleine rondworm Caenorhabditis elegans blootstelden aan cannabinoïden.
Van cannabis is bekend dat mensen er doorgaans lekkere trek van krijgen; nadat ze de drug gebruikt hebben, willen ze niet alleen meer eten, maar verlangen ze ook met name naar het lekkerste en meest calorierijke voedsel. En daarin zijn we niet alleen, zo stellen onderzoekers in het blad Current Biology. Rondwormen reageren namelijk net zo!
Lekkere trek
“Cannabinoïden maken rondwormen hongeriger naar hun favoriete voedsel en minder hongerig naar voedsel waar ze geen voorkeur voor hebben,” aldus onderzoeker Shawn Lockery. “Dus de effecten van cannabinoïden op rondwormen lijken op de effecten die marijuana heeft op de eetlust van mensen.”
Wanneer mensen cannabis gebruiken, worden ze high en krijgen ze dus lekkere trek. Het is te herleiden naar het feit dat zowel in ons brein als in ons zenuwstelsel en verschillende andere delen van het lichaam cannabinoïdereceptoren te vinden zijn. Die receptoren reageren normaliter op endocannabinoïden: aan cannabinoïden gerelateerde moleculen die van nature in ons lichaam voorkomen en een rol spelen in verschillende processen in ons lichaam. Maar wanneer mensen plantaardige cannabinoïden tot zich nemen – zoals het in cannabis voorkomende tetrahydrocannabinol (thc) – kunnen deze zich ook aan de cannabinoïdereceptoren hechten en er zo bijvoorbeeld voor zorgen dat je high wordt en lekkere trek krijgt.
Experimenten
Voor hun experimenten deden de onderzoekers een beroep op rondwormen, behorende tot de soort Caenorhabditis elegans. Ook zij beschikken over cannabinoïdereceptoren die op moleculair niveau sterk lijken op die van mensen en andere dieren. Om na te gaan of de rondwormen – via die receptoren – ook op dezelfde manier als mensen op cannabinoïden reageren, stelden de onderzoekers deze allereerst bloot aan anandamide. Dit is een endocannabinoïde, oftewel een aan cannabinoïden gerelateerd molecuul dat van nature in mensen voorkomt. Blootstelling aan anandamide bleek ervoor te zorgen dat de rondwormen meer gingen eten. Ze aten daarbij met name meer van hun favoriete voedsel.
Menselijke receptoren in een worm
In een tweede experiment pasten de onderzoekers de rondwormen genetisch aan. Hierdoor werden de eigen cannabinoïdereceptoren van de wormen vervangen door menselijke cannabinoïdereceptoren. Deze rondwormen reageerden vervolgens niet anders op cannabinoïden dan de rondwormen die het met hun eigen receptoren moesten doen. Het bevestigt dat het effect dat cannabinoïden op onze eetlust hebben, vergelijkbaar is met het effect dat de stofjes op de eetlust van rondwormen hebben.
Opmerkelijk
En dat is toch wel opmerkelijk, zo stelt Lockery. Hij wijst erop dat de laatste voorouder die we met rondwormen deelden, meer dan 500 miljoen jaar geleden leefde. “Het is echt opmerkelijk dat de effecten van cannabinoïden op de eetlust gedurende zo’n lange tijd behouden zijn gebleven.”
Geur
Het onderzoek geeft ook iets meer inzicht in de drijvende kracht achter de lekkere trek van de rondwormen. Zo wijzen experimenten uit dat cannabinoïden de gevoeligheid van neuronen die een rol spelen in het waarnemen van geuren, verandert. “Na blootstelling aan cannabinoïden worden ze gevoeliger voor de geur van hun favoriete voedsel en minder gevoelig voor de geur van voedsel waar rondwormen geen voorkeur voor hebben. Dit effect helpt de veranderingen in de voedselconsumptie van deze worm verklaren.” Tegelijkertijd roept deze bevinding ook nieuwe vragen op. Zo blijft onduidelijk hoe cannabinoïden de gevoeligheid van deze olfactorische neuronen verandert; de neuronen beschikken namelijk niet over cannabinoïdereceptoren.
Implicaties
De ontdekking dat rondwormen ook lekkere trek krijgen als ze worden blootgesteld aan cannabinoïden (of moleculen die daar op lijken) is meer dan een grappig feitje. Het kan namelijk serieuze implicaties hebben. Zo wijzen de onderzoekers erop dat cannabinoïdereceptoren in veel van onze lichaamsweefsels te vinden zijn. “En ze kunnen dan ook zomaar een rol spelen in de oorzaak en behandeling van een breed scala aan ziekten,” aldus Lockery. En het feit dat we deze receptoren ook in rondwormen aan de praat kunnen krijgen, kan deze kleine organismen dan ook tot een heel geschikt model maken voor nader onderzoek hiernaar.
De onderzoekers zijn duidelijk nog niet klaar met de rondwormen. Zo vragen ze zich naar aanleiding van deze studie bijvoorbeeld ook af welk effect geestverruimende middelen op rondwormen hebben. Dat hopen ze op korte termijn uit te gaan zoeken. En wie weet stuiten ze dan opnieuw op een opmerkelijke overeenkomst tussen ons mensen en dit 1 millimeter lange wormpje.