Soms bestel je spullen online, ben je er niet tevreden mee en stuur je ze weer terug. Je zou denken dat ze dan gewoon aan iemand anders worden verkocht. Maar dat is vaak niet zo.
Voor bedrijven is het meestal goedkoper om teruggestuurde spullen weg te gooien dan om ze opnieuw te verkopen. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Zweedse Lund University. De onderzoekers interviewden werknemers uit de textiel- en elektronica-industrie om te achterhalen waarom al die spullen worden weggegooid en of er een betere oplossing is.
Meer CO2-uitstoot
Onlineshoppen is zo normaal geworden dat mensen gerust verschillende maten van hetzelfde kledingstuk bestellen om dan alleen de juiste maat te houden en de rest terug te sturen. Retourneren is immers bijna altijd gratis. Eerder onderzoek toonde ook al aan dat onlinewinkelen tot veel meer retourzendingen leidt dan shoppen in fysieke winkels. Volgens data van de industrie zelf neemt het retourneren van onlineproducten ook nog steeds toe.
Dat leidt tot meer CO2-uitstoot, omdat er opnieuw een busje heen en weer moet rijden van je huis naar het magazijn. Maar dat is niet het enige: wat weinig mensen weten is dat veel bedrijven de retourzendingen daarna weggooien. Volgens sommige berekeningen werd er in 2022 voor bijna 22 miljard euro aan geretourneerde kleding en elektronica vernietigd, alleen al in de Europese Unie. Andere data wijzen uit dat dit bedrag mogelijk nog hoger is.
Beste van twee kwaden
“De harde realiteit is dat spullen weggooien het minst erge van twee kwaden is voor het bedrijf, vanuit financieel oogpunt”, legt onderzoeker Carl Dalhammar uit. “Dat geldt vooral voor goederen die goedkoop zijn om te maken vergeleken met de kosten van het nakijken van de spullen, het opnieuw inpakken en weer te koop aanbieden.” De onderzoeker sprak samen met collega’s met elf verantwoordelijken uit de industrie. Het weggooien van retourzendingen is wijdverspreid bij zowel onlinekledingwinkels als elektronicazaken. Daarbij geldt wel: hoe duurder het product, hoe groter de kans dat het opnieuw wordt verpakt en verkocht.
Retourverbod
Het is nog niet zo lastig om dit probleem op te lossen, stellen de Zweedse onderzoekers. In Frankrijk geldt een verbod op het weggooien van retourzendingen maar dat is niet zo eenvoudig. Als bedrijven namelijk gedwongen worden om hun onverkochte producten, die nog zo goed als nieuw zijn, weg te geven aan tweedehandswinkels of liefdadigheidsinstellingen dan daalt de waarde van het originele product in de winkel. “Of je krijgt vijf vrachtwagens vol met dezelfde kleding. Daar heeft een tweedehandswinkel ook geen ruimte voor. Of het zijn bijvoorbeeld goedkope koptelefoons die meteen kapotgaan. Een tweedehandsshop wil die helemaal niet hebben”, legt Dalhammar uit.
Een veel beter idee vindt hij om geld te vragen voor retourzendingen. “Het is duidelijk dat consumenten misbruik maken van het gratis retourneren”, zegt hij. Sommige kledingwinkels vragen al geld voor het terugsturen van een product, maar in de meeste webshops blijft het gratis. Dat komt omdat bedrijven de extra kosten van de retourzendingen snel terugverdienen, omdat klanten die dingen terugsturen nog altijd meer winst opleveren voor een webshop dan degenen die niets terugsturen. Dat is iets wat een andere onderzoeker van de Lund University, Klas Hjort, eerder al aantoonde.
Efficiënter retourproces
Hij is er dan ook niet zeker van dat een vergoeding voor retourzendingen het probleem gaat oplossen. “Het kan heel goed zijn dat als het duur wordt om goedkope producten terug te sturen, ze alsnog door de consument worden weggegooid.” Uit zijn onderzoek blijkt dat 65 tot 70 procent van de klanten, die online iets koopt, nooit iets terugstuurt, ook al kopen ze spullen die normaal gesproken vaak geretourneerd worden. “Dus het is een relatief klein deel van de onlineconsumenten dat dingen terugstuurt. Van de andere kant doen deze mensen dat wel vaak. Veel van de mensen die nooit iets terugsturen noemen het proces ingewikkeld en soms duur en daarom houden ze de producten maar, om ze later alsnog weg te gooien”, legt Hjort uit.
De onderzoekers denken dat er manieren zijn om het retourneringsproces efficiënter te maken, zodat het zowel financieel als milieutechnisch gezien het voordeligst is om teruggestuurde producten weer opnieuw te verkopen. “We zien bijvoorbeeld dat bedrijven die hun proces beter organiseerden hun retourkosten met 65 procent wisten te verlagen. Het aantal retourzendingen nam met 15 procent af.”
Fast fashion
Hjort en Dalhammar denken wel dat er daarnaast een eind moet komen aan fast fashion om écht een einde te maken aan het retourprobleem. Truien en broeken die voor een paar euro te koop zijn, worden even makkelijk weer weggegooid, of dat nu door de consument of de fabrikant gebeurt. “We hebben decennialang op goedkoop krediet geleefd. De vraag is niet of je voor of tegen vooruitgang bent, of voor of tegen een vrije markt, het gaat om het idee dat we terug moeten naar een markteconomie waarin consumenten weer minder, maar betere producten kopen”, aldus Dalhammar.