We zijn met ruim zeven miljard mensen op aarde. Wat gebeurt er als we allemaal maar één zielsverwant hebben, een willekeurig iemand ergens in de wereld? Hoeveel mensen vinden dan de liefde?
In het boek ‘Wat als‘ gaat schrijver Randall Munroe dieper in op deze vraag. Hij beperkt zich tot mensen die hooguit een paar jaar schelen. “Aangezien tien procent ongeveer net zo oud is als jij, betekent dit dat je 500.000.000 mogelijke zielsverwanten hebt”, aldus Munroe. “Het aantal onbekenden met wie we per dag oogcontact maken, kan variëren van bijna geen (invaliden of inwoners van een kleine stad) tot vele duizenden (een politieagent op Times Square). Stel je ontmoet iedere dag enkele tientallen nieuwe onbekenden, dan leer je 50.000 mensen kennen tijdens je leven. De kans dat je jouw zielsverwant vindt, is dan 1 op 10.000.”
…iemands DNA opeens verdwijnt, hoe lang heeft hij dan nog te leven?
…de zon plotseling wordt uitgezet?
…iedereen op aarde tegelijkertijd – op een plek – springt?
…iedereen een paar weken bij elkaar uit de buurt blijft, is de verkoudheid dan de wereld uit?
De kans is groot dat we onze samenleving drastisch zouden herstructureren als we een zielsverwant nodig hebben om gelukkig te zijn. Munroe vermoedt dat er een soort Chatroulette gebruikt gaat worden. “Mensen gaan dan achter een computerscherm zitten en zien iedere paar seconden een onbekende voorbij komen”, zegt Munroe. “Stel, iedereen gaat acht uur per dag, zeven dagen per week dit systeem gebruiken, dan kan het systeem – in theorie – in twintig jaar iedereen met een zielsverwant verbinden.”
Natuurlijk heeft niet iedereen tijd om de hele dag achter een computer te zitten. Het succes van zo’n systeem hangt af van het aantal gebruikers. Stel, 50% van alle aardbewoners gebruikt het systeem, dan zal de helft van de mensen zijn zielsverwant ontmoeten. Gebruikt slechts 1% het systeem? Dan is de kans 1 op 10.000 dat iemand met zijn zielsverwant wordt verbonden.
“Een wereld van willekeurige zielsverwanten is een eenzame wereld”, zegt Munroe. “Hopelijk geldt dat niet voor de wereld waar wij in leven.”