In de toekomst zullen mensen en robots zij aan zij werken. In zo’n situatie kan er wel eens iets fout gaan: mensen kunnen op een robot botsen. Maar wanneer is dat nu een probleem? Wanneer veroorzaakt contact tussen die twee een wond?
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Als mensen en robots zij aan zij met elkaar werken, kan er altijd iets fout gaan. Denk aan een botsing tussen een robot en een mens. Terwijl onderzoekers hard werken om robots zo sensitief mogelijk te maken en zo de kans op dit soort botsingen te voorkomen, is er eigenlijk nog nooit onderzocht waar de grens tussen onschuldig contact en een schadelijke botsing ligt. Wanneer gaat een aanraking van een robot een probleem worden? Hoeveel kracht moet een robot uitoefenen om een schram op de arm te veroorzaken? Of een blauwe plek op het been? Of een wond in het gezicht?
Duitse onderzoekers zoeken dat momenteel uit. Ze doen dat door een geblinddoekte proefpersoon in een kamer neer te zetten en vervolgens een soort slinger – met daaraan elke keer andere gewichten – tegen het lijf van de proefpersoon aan te slingeren. Sensoren op de slinger meten onder meer de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend. “Dit stelt ons in staat om elke relevante parameter – zoals kracht, verdeling van de druk, de snelheid van de inslag, het momentum en de energie – te meten,” vertelt onderzoeker Norbert Elkmann. Naast de metingen van de sensoren mogen ook de ‘slachtoffers’ hun zegje doen. Zo wordt bijvoorbeeld tevens hun pijngrens bestudeerd.
De onderzoekers hopen dat het onderzoek leidt tot een internationale standaard voor robots die moet zorgen dat ze – als ze in botsing komen met een mens – zo weinig mogelijk schade aanrichtten. Maar niet alleen de robotica heeft baat bij dit onderzoek. Ook de recherche kan er haar voordeel mee doen. Zo kan het onderzoek meer inzicht geven in hoe bepaalde verwondingen tot stand zijn gekomen. Dat kan handig zijn bij bijvoorbeeld onderzoeken naar huiselijk geweld.