Een wandeling in de natuur verbetert niet alleen je humeur, maar ook je aandacht. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Universiteit van Utah die de hersenactiviteit van verschillende wandelaars mat die ofwel door een natuurlijke, ofwel door een stedelijke omgeving liepen.
Slechts een korte wandeling van een uurtje in de natuur heeft al een positieve invloed op ons brein, toonden onderzoekers van het Max Planck Institute for Human Development eerder al aan. “Wandelen in de natuur is goed voor onze hersenen en mentale gezondheid”, aldus onderzoeker Sonja Sudimac. Maar wandelen in de natuur helpt óók om je aandachtsspanne te verbeteren, blijkt uit nieuw onderzoek van de Universiteit van Utah.
Dat concluderen de onderzoekers nadat ze 92 deelnemers aandachtstaken gaven voorafgaand en nadat de deelnemers buiten een wandeling maakten van veertig minuten. Daarnaast werd voorafgaand en direct na afloop van de wandelingen met elektro-encefalografie (EEG) de hersenactiviteit van deelnemers gemeten. De ene helft liep door de botanische tuinen bij de universiteit, terwijl de andere groep over de geasfalteerde medische campus dwaalde.
Aandachtstest
“Voor we begonnen met het onderzoek lieten we de deelnemers een zeer uitputtende cognitieve taak uitvoeren, waarbij ze terugtellen vanaf het getal 1.000 in stappen van 7”, aldus onderzoeker Amy McDonnell. “Hoe goed je ook bent in hoofdrekenen, na tien minuten wordt het dat behoorlijk vermoeiend.” Direct na deze mentale uitputting ondergingen de deelnemers de eerste aandachtstaak. In deze taak kregen de deelnemers een reeks letters te zien en moesten ze op een knop drukken wanneer ze een letter zagen die niet de letter ‘X’ was. De test is moeilijker dan het lijkt, omdat je de neiging hebt om op elke input te reageren. Op die manier konden de onderzoekers meten hoe goed de ‘antwoordinhibitie’ van de deelnemers was. Oftewel: hoe goed je een automatische reactie kan onderdrukken. Iets waar veel aandacht voor nodig is.
Wandeling
Na de wandeling herhaalden de onderzoekers de test. Daaruit bleek dat de deelnemers die in de natuur hadden gewandeld, na de wandeling beter waren in de aandachtstaak dan ervoor. Terwijl de stadswandelaars geen verschil toonden. “Dus dan weten we dat het iets unieks is aan de omgeving waarin je loopt”, aldus McDonnell. “We weten namelijk dat lichaamsbeweging ook goed is voor de aandacht, dus hebben we gezorgd dat beide routes daarin vergelijkbaar zijn.”
Hersenactiviteit
Daarnaast bleek uit EEG-gegevens dat deze natuurwandelaarsgroep meer hersenactiviteit had in de frontale gebieden van de hersenen, die betrokken zijn bij uitvoerende controle. De stedelijke wandelaars daarentegen hadden een verhoogde activiteit in de pariëtale gebieden van de hersenen: delen die betrokken zijn bij sensorische verwerking. “Dit suggereert dat de natuurwandeling de aandachtscapaciteit herstelt door de uitvoerende controleprocessen te verbeteren, terwijl de stedelijke wandeling de aandachtscapaciteit juist verder uitput door de sensorische verwerking te verhogen”, zegt McDonnell.
Brede context
Het onderzoek draagt bij aan de groeiende wetenschappelijke literatuur over hoe natuurlijke omgevingen bijdragen aan iemands fysieke en mentale gezondheid. McDonnell en collega David Strayer hopen dan ook dat hun bevindingen kunnen worden verfijnd om te laten zien welke natuurlijke omgevingen resulteren in optimale cognitieve voordelen, en hoeveel blootstelling nodig is om te helpen. “Als je iets begrijpt over wat ons mentaal en fysiek gezonder maakt, kun je onze steden mogelijk zo ontwerpen dat ze dat ondersteunen”, aldus Strayer.
Oerbehoefte
Waarom ons lichaam zo opleeft in de natuur is niet precies bekend. Veel onderzoekers vermoeden dat het gaat om een ‘oerbehoefte aan natuur’. “Er is een idee dat biophilia heet en dat in feite zegt dat onze evolutie gedurende honderdduizenden jaren ons ertoe heeft gebracht meer verbinding of liefde te hebben voor natuurlijke levende dingen”, zegt Strayer, hoogleraar psychologie. Dat we nu minder toegang tot natuur hebben zou daarmee onze gezondheid in gevaar brengen. “Onze moderne stedelijke omgeving is een dichte stedelijke jungle geworden met mobiele telefoons en auto’s en computers en verkeer, precies het tegenovergestelde van die herstellende omgeving.”
Het is volgens de onderzoekers daarom belangrijk om meer groene ruimtes te creëren en te behouden in stedelijke gebieden, en om mensen aan te moedigen om meer tijd door te brengen in de natuur.