Mogelijk zijn ziekteverwekkers de reden voor de opkomst van warmbloedigheid.
Op het eerste gezicht lijken koudbloedige dieren het makkelijk te hebben. Omdat ze hun lichaamstemperatuur niet intern kunnen regelen, spenderen ze 30 keer minder energie dan warmbloedige dieren van dezelfde grootte. Terwijl zoogdieren en vogels constant hun calorieën moeten gebruiken om een hoge, stabiele lichaamstemperatuur te handhaven, kunnen reptielen en amfibieën gewoon lekker in het zonnetje gaan liggen. Maar waarom ontstonden er dan toch warmbloedige dieren, als hun strategie veel minder voordelig is?
In de loop der jaren hebben wetenschappers verschillende theorieën geopperd die uitleggen waarom dieren hoge en stabiele lichaamstemperaturen ontwikkelden. Sommigen beweren dat het bepaalde fysiologische processen bevordert, anderen betogen dat dieren op deze manier langer actief kunnen blijven. Maar geen van deze modellen kan rekenen op sterk bewijs en de evolutionaire geschiedenis van warmbloedigheid blijft daarom enigszins een mysterie.
Warmbloedigheid
Hoewel er in de voorgestelde theorieën misschien wel een kern van waarheid zit, moet er volgens onderzoeker Michael Logan nog iets anders geweest zijn. Iets dat een grote impact had op het vermogen van dieren om te overleven en zich voort te planten. Anders zou warmbloedigheid veel te kostbaar zijn en niet door natuurlijke selectie tot stand zijn gekomen. In een nieuwe studie gepubliceerd in het tijdschrift Ideas in Ecology and Evolution komt hij met een nieuwe hypothese. “Mijn hypothese is doordat warmbloedige dieren hun lichaam altijd warm houden, zij een effectief immuunsysteem hebben dat bestand is tegen ziekteverwekkers,” zegt Logan. “Dit is misschien onder andere een reden waarom de immens kostbare strategie van warmbloedigheid in de eerste plaats is geëvolueerd.”
Koorts
Het zit zo. Zestig miljoen jaar geleden verscheen voor het eerst koorts bij dieren als een reactie op infecties. En dat had een goede reden. Hogere lichaamstemperaturen optimaliseerden hun immuunsysteem. In die tijd waren bijna alle diersoorten koudbloedig. En om hun lichaam op te warmen, moesten ze voor lange perioden in warme delen van hun leefgebied vertoeven.
Voordelen
In deze context heeft warmbloedigheid een aantal voordelen ten opzichte van koudbloedige dieren. Omdat warmbloedige dieren een hogere temperatuur hebben – en daarmee snel een koortsreactie kunnen oproepen – worden zij niet beperkt door de veranderlijke temperaturen in hun omgeving. Koudbloedige dieren zijn namelijk afhankelijk van externe warmtebronnen – zoals de zon – om hun lichaam op te warmen. Ze zijn daarbij onderhevig aan schommelingen in hun omgeving bij het zoeken naar het ideale klimaat om koorts te initiëren.
Logan gelooft dat ziekteverwekkers een reden kunnen zijn waarom de eerste warmbloedige dieren ontstonden. “De hypothese is voortgekomen uit recente ontdekkingen op het gebied van immunologie en dierfysiologie,” zegt hij. “Maar we moeten het nog steeds goed testen met meer experimenten.”