De kans op een kernoorlog is sinds de Koude Oorlog waarschijnlijk niet meer zo groot geweest. Toch zijn er genoeg landen die denken dat het zo’n vaart niet zal lopen, terwijl andere landen zich juist ernstige zorgen maken. Waar ligt dat aan?
Onlangs gaf Amerika toestemming aan Oekraïne om Amerikaanse langeafstandsraketten tot diep in Rusland af te schieten. Het is olie op het vuur voor Rusland dat al heeft aangegeven dat de kans op een nucleaire aanval groter wordt door het besluit van de VS.
Voorbereiding op oorlog
Diverse landen, waaronder Duitsland, Zweden, Noorwegen en Finland bereiden hun burgers voor op een mogelijke oorlog. Zo hebben ze richtlijnen die leren hoe je bloedingen moet stoppen, die adviseren om een watervoorraad aan te leggen en uitleggen hoe je moet omgaan met angst (niet te veel nieuws kijken, was een advies). Andere Europese landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, maar ook Nederland hebben zulke richtlijnen nog niet.
Waarom maken sommige landen zich zorgen, terwijl andere blijkbaar veel minder bang zijn? Dat heeft vermoedelijk te maken met de zogenoemde optimismebias, oftewel de neiging om de kans op positieve gebeurtenissen in je leven te overschatten en de kans op negatieve gebeurtenissen te onderschatten.
Volgens een studie lijdt ongeveer 80 procent van de mensen aan een vorm van de optimismebias. Deze mensen geloven vaak dat hun huwelijk zal slagen – het zijn alleen andere mensen die scheiden – en dat zij niet ernstig ziek worden, ook dat overkomt alleen anderen. Wereldwijde crises zijn niet immuun voor deze optimismebias. Optimisten denken bijvoorbeeld vaak dat de gevolgen van klimaatverandering anderen of toekomstige generaties zullen treffen, niet henzelf.
Vooral in het Westen
Volgens psychologisch onderzoek zijn mensen in het Westen bijzonder vatbaar voor de optimismebias. Zo blijkt dat Canadezen meer onrealistisch optimistisch zijn dan Japanners. Ander onderzoek kwam tot een vergelijkbaar resultaat met Amerikanen versus Japanners. Dit onterechte optimisme zorgt ervoor dat we de kans op allerlei rampen – of het nu een aardbeving is of een kernoorlog – onderschatten.
Zo is er een studie die aantoonde dat Japanners veel banger zijn voor terroristische aanslagen dan Noord-Amerikanen en Argentijnen, terwijl in werkelijkheid de kans op een terreuraanval in die landen veel groter is dan in Japan.
Optimistische Amerikanen
Er lijkt iets bijzonder optimistisch in de Amerikaanse volksaard en cultuur te zitten (denk ook aan de American Dream). Chinezen in China zijn bijvoorbeeld veel pessimistischer dan Chinezen, die in Amerika wonen, maar die zijn op hun beurt weer pessimistischer dan witte Amerikanen. Ook Amerikaanse jongeren zijn optimistischer dan hun Russische leeftijdsgenoten, en niet alleen over wereldproblemen, ook over hun persoonlijke situatie.
Maar hoe kan het dat sommige mensen de wereld zoveel rooskleuriger zien dan anderen? Het heeft te maken met specifieke oordelen over wat mensen bekijken en lezen, en hoe ze die informatie verwerken. Optimisten vermijden negatieve beelden en informatie om hun stemming goed te houden. Ze vermijden bijvoorbeeld slecht nieuws. Hun hersenen verwerken slecht nieuws ook anders. FMRI-scans tonen aan dat de verwerking van negatieve informatie gepaard gaat met een verminderd niveau van neurale codering in een cruciale regio van de frontale cortex.
Gezondheidsvoordelen
Met andere woorden, de optimismebias komt voort uit zowel een aandachtsbias (we kiezen ervoor sommige dingen te negeren terwijl we juist wel aandacht besteden aan andere dingen) als een gebrek aan het systematisch leren van nieuwe, ongewenste informatie.
En eigenlijk hebben de optimisten het goed bekeken. Ze leven aanzienlijk langer en hebben veel minder kans om te overlijden aan een hartstilstand. Optimisme verlengt ook de overlevingstijd na een kankerdiagnose. Dit komt doordat optimisme stress en angst over de toekomst vermindert, en optimisten daardoor een beter functionerend immuunsysteem hebben. Geloof in een positieve toekomst moedigt mensen ook aan om zich zo te gedragen dat dit daadwerkelijk bijdraagt aan die positieve toekomst, waardoor optimisme een self-fulfilling prophecy wordt.
Maar er zijn ook nadelen: overdreven optimisme, zoals de onderschatte kans op een kernoorlog, ondermijnt de voorbereiding op serieuze bedreigingen. De keerzijde van optimisme is dat mensen waarschuwingssignalen mogelijk niet opmerken, en voorbereid zijn op het ergste is juist een belangrijk aspect voor het overleven van de mens.