Waarom drukken mensen hun lippen tegen elkaar? Deze ogenschijnlijk simpele vraag heeft wetenschappers lang beziggehouden. Nu komen onderzoekers met een verrassende theorie: ons romantische kusgedrag vindt mogelijk zijn oorsprong in het vlooien bij onze voorouders.
In een nieuwe studie, gepubliceerd in het vakblad Evolutionary Anthropology, introduceren de onderzoekers de zogeheten ‘groomer’s final kiss hypothesis’ – vrij vertaald: de hypothese van de laatste vlooikus. Wanneer mensapen elkaar vlooien, eindigt deze handeling meestal met een subtiel zuigend gebaar met getuite lippen om laatste restjes of parasieten te verwijderen. De onderzoekers stellen dat dit gedrag bleef bestaan, zelfs naarmate onze voorouders steeds minder lichaamsbeharing kregen en de hygiënische noodzaak verdween. Wat overbleef was het sociale aspect: een intiem gebaar om banden te versterken.
Universeel biologisch fundament van kussen
De studie schetst eerst de historische context van kussen in verschillende culturen, zoals bij de oude Romeinen, die verschillende soorten kussen gebruikten voor uiteenlopende sociale doelen. Daarna keken de wetenschappers naar kussen in moderne culturen. Uit hun analyse bleek dat kussen in verschillende culturen voorbehouden is aan zeer specifieke sociale situaties. Dit wijst volgens de wetenschappers op een universeel biologisch fundament van kussen, dat de cultuur overstijgt en evolutionair diep verankerd is. Dit leidde de onderzoekers naar de gedragingen van mensapen, de naaste levende verwanten van de mens, om parallellen te zoeken die zouden kunnen wijzen op een gedeelde oorsprong.
Eerdere theorieën schieten tekort
Verschillende eerdere theorieën over de oorsprong van de kus werden overwogen maar schoten tekort. De theorie dat kussen zou voortkomen uit het voeden van baby’s met voorgekauwde voeding, werd als onvoldoende beschouwd omdat dit gedrag vooral plaatsvindt tussen ouders en kinderen en een voedingsdoel heeft. Kussen vindt daarentegen ook plaats tussen sociale gelijken. Bovendien heeft het geen sociale of emotionele functie. Een andere hypothese suggereert dat kussen voortkomt uit het verkennen van de microflora van partners, wat ook een vorm van lipbeweging zou vergen. Deze theorie schiet echter tekort omdat het sociale aspect van kussen niet verklaard wordt. Het lijkt volgens de onderzoekers onwaarschijnlijk dat het uitwisselen van bacteriën een dusdanig sterke sociale functie zou krijgen dat het op zoveel plaatsen in de wereld een teken van genegenheid zou worden, vooral omdat dit ook niet voorkomt bij andere diersoorten.
Empirisch testen blijft moeilijk
Maar hoewel de onderzoekers nu met hun eigen hypothese komen, is het empirisch testen daarvan een uitdaging. Dat komt omdat vlooigedrag in het wild zelden gedetailleerd is beschreven, zeker in termen van lipbewegingen en de zuigbeweging die kussen kenmerkt. Om hun hypothese verder te onderzoeken, roepen de wetenschappers op tot meer observatie van vlooigedrag in populaties van mensapen met verschillende vachtdiktes. Zo kan bijvoorbeeld het verschil in duur en intensiteit van vlooien tussen dikbehaarde en minder behaarde populaties helpen bepalen of vlooien inderdaad eindigt met een ‘laatste kus’.
Niet alle culturen kussen
Toch is het belangrijk om op te merken dat, hoewel kussen in het Westen normaal is, dat lang niet overal op aarde het geval is. Uit eerder onderzoek blijkt dat slechts 46 procent van alle onderzochte culturen romantisch kussen kent. In veel jager-verzamelaarsculturen komt kussen zelfs helemaal niet voor. Ook in het Westen is de variatie in kusgedrag groot. Waar Belgen elkaar bijvoorbeeld begroeten met één kus op de wang, zijn dat er in andere Europese landen twee of zelfs drie. In Oman begroeten mannen elkaar soms met een vluchtige kus op de neus. Deze diversiteit suggereert dat de betekenis van kussen minstens deels cultureel bepaald is, maar de onderliggende drang om sociale banden te versterken via intiem contact zou wel eens universeler kunnen zijn.