Waarom je kinderen en kleinkinderen veel meer klimaatellende gaan meemaken dan jij

De impact van de klimaatverandering zal vooral gevoeld worden door toekomstige generaties.

Stel je voor: je bent geboren in 1960 en hebt een relatief rustig klimaat meegemaakt. Weinig gedoe met extreme hitte of overstromingen. Maar je kleinkind, geboren in 2020, staat een heel andere toekomst te wachten. Een toekomst vol hittegolven, misoogsten en natuurrampen. En nee, dat is geen overdreven doemscenario, maar een conclusie uit wetenschappelijk onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). De jongste generaties krijgen veel meer klimaatellende voor hun kiezen dan de babyboomers ooit hebben meegemaakt. Hoe groot is dat verschil precies? En waarom is het zo ongelijk verdeeld?

Een toekomst vol extremen
Wetenschappers van de VUB doken in de cijfers. Ze keken naar zes soorten extreme weersgebeurtenissen: hittegolven, misoogsten, rivieroverstromingen, droogtes, bosbranden en tropische cyclonen. Met slimme klimaatmodellen en demografische gegevens berekenden ze hoeveel van deze extremen mensen van verschillende generaties in hun leven zullen meemaken. En ze vergeleken dat met wat ‘normaal’ zou zijn in een wereld zonder klimaatverandering, zoals het vroeger was.

Talloze hittegolven
De resultaten zijn best schokkend. Mensen geboren in 1960 hebben het relatief makkelijk. Slechts 16 procent van hen krijgt te maken met een abnormaal hoog aantal hittegolven, zo veel dat het in een pre-industrieel klimaat uitzonderlijk zou zijn. Maar voor kinderen geboren in 2020 is dat een ander verhaal. Bij een opwarming van 1,5 graden Celsius (het doel van het Klimaatakkoord van Parijs) zal al 52 procent van hen een leven vol extreme hitte meemaken. En als de aarde 3,5 graden opwarmt, waar we nu misschien naartoe koersen, stijgt dat naar maar liefst 92 procent. Dat zijn miljoenen kinderen die bijna zeker met ongekende hittegolven te maken krijgen.

En het blijft niet bij hitte alleen. Bij 3,5 graden opwarming zal 29 procent van de in 2020 geboren kinderen te maken krijgen met een abnormaal aantal misoogsten. Dat betekent lege magen en hogere voedselprijzen. En 14 procent krijgt te maken met extreem veel rivieroverstromingen; denk aan ondergelopen huizen en kapotte infrastructuur. De toekomst ziet er voor de jongste generaties dus een stuk natter, heter en hongeriger uit.

Ongelijkheid maakt het nog erger
Alsof dat nog niet genoeg is, is de klimaatkloof niet eerlijk verdeeld. Kinderen in arme of achtergestelde gebieden worden veel harder getroffen dan hun leeftijdsgenoten in rijkere streken. Bij 3,5 graden opwarming zal 95 procent van de kinderen in de meest kwetsbare regio’s te maken krijgen met extreme hittegolven. In de rijkste gebieden is dat ‘slechts’ 78 procent. Dat verschil laat zien: klimaatverandering vergroot niet alleen de kloof tussen generaties, maar ook die tussen arm en rijk.

Dit is nog een voorzichtige schatting. De studie keek alleen naar directe blootstelling aan extremen. Indirecte gevolgen, zoals luchtvervuiling door bosbranden of economische chaos door misoogsten, zijn niet eens meegerekend. De echte impact zou dus nog groter kunnen zijn.

Een sprankje hoop
Toch is het niet alleen maar kommer en kwel. Er is nog iets aan te doen. Als we de opwarming kunnen beperken tot 1,5 in plaats van 3,5 graden Celsius, scheelt dat enorm. Dan zouden 613 miljoen kinderen geboren tussen 2003 en 2020 geen leven vol extreme hittegolven hoeven mee te maken. Voor misoogsten gaat het om 98 miljoen kinderen, en voor overstromingen om 64 miljoen. Dit onderzoek is dus vooral een wake-up call dat de klimaatverandering geen vaag probleem voor later meer is, maar nu al een kloof slaat tussen generaties.

 

Bronmateriaal

"Global emergence of unprecedented lifetime exposure to climate extremes" -
Afbeelding bovenaan dit artikel: Dibakar Roy / Unsplash

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd